Organisatie | Oldebroek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Afvalstoffenheffing en reinigingsrecht 2009 |
Citeertitel | Verordening Afvalstoffenheffing en reinigingsrecht 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 01-10-2010 | nieuwe regeling | 12-11-2008 Huis aan Huis, 25-11-2008 | AVV+NK |
De raad van de gemeente Oldebroek;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van (datum);
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
vast te stellen de navolgende "Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrecht 2009".
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing wordt naar verschillende grondslagen geheven voor het werkelijke gebruik van elk perceel waarvoor de gemeente een verplichting heeft tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 4 Grondslag van heffing en belastingtarieven
Naast wat is bepaald in lid 1 bedraagt de belasting per aanvraag voor het door of namens de gemeente laten ophalen en verwijderen van wit-/bruingoed of takken/snoeihout, voor zover het gaat om inzameling op vastgestelde dagen, per afvalsoort, voor maximaal 2 kubieke meter: € 30,00. Voor de berekening van de belasting geldt een gedeelte van de eenheid van 2 kubieke meter als een volle eenheid van 2 kubieke meter.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsduur
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar begint, is de belasting verschuldigd over de in dat jaar resterende volledige kalendermaanden. De hoogte van de belasting wordt berekend door het tarief per belastingjaar te delen door twaalf en de uitkomst te vermenigvuldigen met het resterende aantal volledige kalendermaanden.
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat recht op ontheffing van de verschuldigde belasting voor de in dat jaar resterende volledige kalendermaanden. De hoogte van de ontheffing wordt berekend door het tarief per belastingjaar te delen door twaalf en de uitkomst te vermenigvuldigen met het resterende aantal volledige kalendermaanden.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de afvalstoffenheffing per perceel worden betaald in maximaal drie gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen vervalt telkens drie maanden later.
Voor de afvalstoffenheffing per perceel geldt, in afwijking van het eerste lid van dit artikel en in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, dat het bedrag in tien gelijke termijnen kan worden betaald als de belastingplichtige een machtiging voor automatische betalingsincasso heeft afgegeven. De eerste termijn vervalt dan één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen steeds een maand later. Deze machtiging voor automatische betalingsincasso in tien gelijke termijnen is alleen mogelijk als het totaalbedrag van de op het aanslagbiljet vermelde aanslag(en) meer is dan € 100,00 en minder dan € 10.000,00.
Artikel 9 Kwijtschelding van afvalstoffenheffing
Bij de invordering van de afvalstoffenheffing kan kwijtschelding worden verleend. Bij de bepaling van de hoogte van de kwijtschelding wordt rekening gehouden met de bepalingen in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. In afwijking van artikel 16 van die regeling wordt een percentage van 100% van de bijstandsnorm gehanteerd.
Reinigingsrecht wordt geheven voor het door de gemeente laten leegmaken van een minicontainer met een inhoud van 240 liter en het laten verwijderen van de daarin verzamelde bedrijfsafvalstoffen.
Het recht wordt geheven van degene die met de gemeente is overeengekomen dat één of meer minicontainers worden geleegd en de daarin verzamelde afvalstoffen worden verwijderd.
Artikel 12 Grondslag van heffing en belastingtarief
Het recht bedraagt per belastingjaar voor het eenmaal per twee weken laten leegmaken van een minicontainer met een inhoud van 240 liter en het laten verwijderen van de daarin verzamelde bedrijfsafvalstoffen, per minicontainer, exclusief omzetbelasting € 139,04.
Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsduur
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar begint, is het recht verschuldigd over de in dat jaar resterende volledige kalendermaanden. De hoogte van het recht wordt berekend door het tarief per belastingjaar te delen door twaalf en de uitkomst te vermenigvuldigen met het resterende aantal volledige kalendermaanden.
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat recht op ontheffing van het verschuldigde recht voor de in dat jaar resterende volledige kalendermaanden. De hoogte van de ontheffing wordt berekend door het tarief per belastingjaar te delen door twaalf en de uitkomst te vermenigvuldigen met het resterende aantal volledige kalendermaanden.
Artikel 16 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het verschuldigde recht worden betaald in drie gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens twee maanden later.