Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Barendrecht

Parkeerbelastingverordening Grote Voertuigen Barendrecht 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBarendrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingParkeerbelastingverordening Grote Voertuigen Barendrecht 2007
CiteertitelParkeerbelastingverordening Grote Voertuigen Barendrecht 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vastgesteld en bekendgemaakt als onderdeel van het verzamelbesluit ‘Verordening implementatie Wet elektronische bekendmaking 2012\Raad’.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentwet, art. 225
  2. Parkeerverordening Grote Voertuigen Barendrecht 2007

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-09-2012nieuwe regeling

18-09-2012

Blik op Barendrecht, 20-09-2012

338815

Tekst van de regeling

Intitulé

PARKEERBELASTINGVERORDENING GROTE VOERTUIGEN BARENDRECHT 2007

De raad van de gemeente Barendrecht-gezien het advies van de Commissie Ruimte van 6 maart 2007;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Grote Voertuigen Barendrecht 2007 van datum 27 maart 2007;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 februari 2007;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

PARKEERBELASTINGVERORDENING GROTE VOERTUIGEN BARENDRECHT 2007

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RW 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459;

  • b.

    Wegenverkeerswet 1994: de Wegenverkeerswet van 21 april 1994, Stb. 475;

  • c.

    cGrote voertuigen: omvat de voertuigen zoals deze onder lid d en e zijn omschreven;

  • d.

    Vrachtwagen: hetgeen het RW 1990, artikel 1, lid ao verstaat onder een vrachtauto en / of een voertuig met een lengte van meer dan 6,00 meter en / of hoogte van meer dan 2,4 meter met inbegrip van de lading;

  • e.

    Autobus: hetgeen het RW 1990, artikel 1, lid b verstaat onder een autobus en / of een voertuig met een lengte van meer dan 6,00 meter en / of hoogte van meer dan 2,4 meter;

  • f.

    Parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het open-baar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • g.

    Houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig zoals bedoeld in lid c, d en e moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994,475) aangehouden register van opgegeven kente-kens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven ken-teken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • h.

    Belanghebbendenplaats: een parkeerplaats op het vrachtwagenparkeerterrein of in de openbare ruimte op bedrijventerreinen waarop enkel mag worden geparkeerd door vergunninghouders. Het gaat hierbijom een parkeerplaats die:

    • 1.

      is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RW 1990, of

    • 2.

      gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RW 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • i.

    Vergunning: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toege-staan een in deze vergunning bedoeld motorvoertuig (vrachtwagen of bus) te parkeren op daartoe aan-gewezen belanghebbendenplaats(en);

  • j.

    Vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie op grond van het bepaalde in deze verordening vergunning is verleend tot het parkeren van een vrachtwagen op een belanghebbendenpar-keerplaats,'

  • k.

    Eigenaar: degene aan wie een kenteken is afgegeven voor een motorvoertuig wordt door de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze verordening beschouwd als eigenaar van dat motorvoertuig;

  • l.

    Vrachtwagenparkeerterrein: het door de raad aangewezen afgesloten gebied waarop deze parkeerveror-dening mede van toepassing is.

  • m.

    College: College van Burgemeester en Wethouders.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'parkeerbelasting' wordt een belasting geheven ter zake van een van gemeentewege ver-leende vergunning voor het parkeren van grote voertuigen conform de begripsomschrijving in artikel 1, lid c, d en e, op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De belasting als bedoeld in artikel 2 van deze verordening wordt geheven naar de maatstaven en de ta-rieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingtijdvak

Het belastingjaar is gelijk aan 12 maanden. Begin- en einddatum van deze periode staan op de vergun-ning vermeld

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, op het moment dat de vergunning wordt verleend.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, kan restitutie worden aange-vraagd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog voile kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

De belasting bedoeld in artikel 2 moet overeenkomstig de aanslag worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 9 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van de tarieven die zijn opgeno-men in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de

invordering van de parkeerbelasting.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening treedt gelijktijdig in werking met de Parkeerverordening Grote Voertuigen Barend-recht 2007.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als Parkeerbelastingverordening Grote Voertuigen Barendrecht 2007.

Aldus besloten in openbare vergadering van de raad van de gemeente Barendrecht van 26 maart 2007.

De griffier De voorzitter

Mevrouw mr. G.E. Figge drs. J. van Belzen