Nr. 2006000677
Inspraakverordening
De raad van de gemeente Oldebroek;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 januari
2006;
gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;
B E S L U I T:
vast te stellen deze verordening, waarin regels worden gesteld met
betrekking tot de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de
voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken.
Artikel 1 (begripsomschrijvingen)
De verordening verstaat onder:
- a.
inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de
voorbereiding van gemeentelijk beleid;
- b.
inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt
gegeven;
- c.
beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het
vaststellen of wijzigen van beleid
Artikel 2 (onderwerp van inspraak)
- 1.
Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden
of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk
beleid.
- 2.
Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.
- 3.
Geen inspraak wordt verleend:
- a
indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is
uitgesloten;
- b
indien sprake is van hogere regelgeving waarbij het
bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid
heeft;
- c
inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke
dienstverlening en belastingen, bedoeld in hoofdstuk XV van
de Gemeentewet;
- d
indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate
spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;
- e
ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van eerder
vastgestelde beleidsvoornemen;
- f
indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang
van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare
groepen in de samenleving.
Artikel 3 (inspraakgerechtigden)
Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en aan belanghebbenden
Artikel 4 (inspraakprocedure)
- 1.
Op de in deze verordening bedoelde inspraak is afdeling 3.4 van de
Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
- 2.
Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere
inspraakprocedure vaststellen.
- 3.
De inspraakprocedure omvat:
- a
de wijze waarop het beleidsvoornemen ter kennis wordt
gebracht;
- b
de wijze waarop inspraak wordt verleend naar aspecten van
tijd, plaats, termijnstellingen, het geven van zienswijzen,
gedachtewisseling en schriftelijke vastlegging.
Artikel 5 (eindverslag)
- 1.
Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een
eindverslag op.
- 2.
Het eindverslag bevat in ieder geval:
- a
een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;
- b
een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak
mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;
- c
een reactie op deze zienswijzen waarbij met redenen omkleed
wordt aangegeven op welke punten en op welke wijze al dan
niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt
overgegaan.
- 3.
Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze
openbaar.
- 4.
De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.
Artikel 6 (inwerkingtreding)
De verordening treedt in werking met ingang van 1 maart 2006 en vervangt de
Inspraakverordening, vastgesteld op 6 september 1994.
Artikel 7 (citeringsbepaling)
De verordening kan worden aangehaald als "Inspraakverordening"