Verordening winkeltijden gemeente Oldebroek 2015
De raad van de gemeente Oldebroek;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van;
gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de
Gemeentewet;
B E S L U I T:
Vast te stellen de Verordening winkeltijden gemeente Oldebroek 2015
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede
Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag;
- b.
werkdagen: maandag tot en met zaterdag;
- c.
- d.
winkel: dat wat daaronder wordt verstaan in de Winkeltijdenwet.
Artikel 2. Vrijstelling voor feestdagen
Voor de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Winkeltijdenwet
vervatte verboden geldt een vrijstelling op tweede Paasdag, Hemelvaartsdag
en tweede Pinksterdag.
Artikel 3. Individuele ontheffingen
- 1.
Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag
ontheffing verlenen van de in artikel 2, aanhef en onder a. en b.
van de wet genoemde verboden, ten behoeve van:
- a.
bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;
- b.
het uitstallen van goederen;
- 2.
De ontheffing kan worden verleend in geval van feestelijkheden,
bijeenkomsten, veilingen of beurzen.
Artikel 4. Openstelling op werkdagen voor 06.00 uur en na 22.00
- 1.
Snackbars zijn vrijgesteld van het verbod van artikel 2 eerste lid,
aanhef en onder c, van de wet, met dien verstande dat het
sluitingstijdstip geldt zoals dit ten aanzien van horecabedrijven in
de Algemene Plaatselijke verordening is opgenomen.
- 2.
Videotheken zijn vrijgesteld van het verbod van artikel 2 eerste
lid, aanhef en onder c, van de wet.
- 3.
Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag
ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste
lid, aanhef en onder c, van de wet, ten aanzien van andere winkels
dan in het eerste en tweede lid genoemd voor incidentele bijzondere
gelegenheden van tijdelijke aard.
- 4.
De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie
en/of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare
wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel op
basis van de ontheffing.
Artikel 5. Bijzondere vrijstellingen
- 1.
Bepaalde winkels
De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze
betrekking hebben op zon- en feestdagen, gelden niet ten aanzien van:
- a.
- b.
winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie
geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een
automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter voorkoming van
zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;
- c.
winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het
verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde
beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen worden te koop
aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers,
alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te
huur aangeboden assortiment;
- d.
winkels op campings en vakantieparken, gedurende de reguliere
openingstijden ten behoeve van recreatie.
- 2.
Straatverkoop van bepaalde goederen
De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor
zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen, gelden niet ten
aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe
consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.
- 3.
Bejaardenoorden
- a.
De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor
zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen, gelden niet ten
aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar
uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten,
nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te
worden verkocht.
- b.
De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor
zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen, gelden in of op
het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop
aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten,
nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.
Artikel 6. Beslistermijn
- 1.
Het college van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag
om een ontheffing binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag is
ontvangen.
- 2.
Het college van burgemeester en wethouders kan de beslissing voor
ten hoogste 8 weken verdagen.
Artikel 7. Intrekken of wijzigen van de ontheffing
Het college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing intrekken of
wijzigen als:
- 1.
ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn
verstrekt;
- 2.
verandering van omstandigheden of inzichten dit naar hun oordeel
noodzakelijk maakt in het belang van de belangen ter bescherming
waarvan de ontheffing is vereist;
- 3.
de exploitatie van de winkel op basis van de ontheffing gevaar
oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en
leefklimaat ter plaatse;
- 4.
de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet
zijn of worden nagekomen;
- 5.
van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin
gestelde termijn; of
- 6.
Artikel 8. Toezicht
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze
verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen
toezichthouders.
Artikel 9. Intrekking voorgaande regeling
De Verordening winkeltijden gemeente Oldebroek 1996 wordt ingetrokken.
Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.
- 2.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening winkeltijden
gemeente Oldebroek 2015.