Organisatie | Oldebroek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling Arbeidsvoorwaarden gemeente Oldebroek |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Arbeidsvoorwaardenregeling art. 12.2
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2006 | nieuwe regeling | 01-01-2006 Huis aan huis, 01-12-2009. | AVV+NK |
Uitvoeringsregeling arbeidsvoorwaarden gemeente Oldebroek
2. Regeling functiewaardering 2006.
4. Vakantie- en buitengewoonverlof.
6. Verkiezingsreglement ondernemingsraad.
7. Functionerings- en beoordelingsgesprekken.
10. Reis- en verblijfkosten terzake van dienstreizen.
11. Richtlijnen beloningsbeleid.
13. Overige rechten en plichten.
HOOFDSTUK 2 REGELING FUNCTIEWAARDERING
REGELING FUNCTIEWAARDERING 2006
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
De generieke functiebeschrijvingen en de taakbeschrijvingen worden voorgelegd aan het managementteam, dat haar visie op de beschrijvingen geeft.
De generieke functiebeschrijvingen en de taakbeschrijvingen worden in klankbordgroepen besproken met ambtenaren in aanwezigheid van een MT-lid en de adviseur.
Het college neemt een voorlopig besluit over de voorgenomen inhoud van de generieke functiebeschrijving en doen hiervan schriftelijk mededeling aan de ambtenaar. Daarbij wordt de ambtenaar gewezen op de mogelijkheid tot het indienen van bedenkingen als bedoeld in artikel 1:6, eerste lid.
Aan de functiewaarderingscommissie wordt door het college een secretaris toegevoegd. De secretaris heeft geen stemrecht.
1. Het in artikel 7 bedoelde waarderingsadvies wordt door de adviseur toegelicht aan de functiewaarderingscommissie.
2. Indien de waardering van de generieke functie van de secretaris van de functiewaarderingscommissie door de adviseur wordt toegelicht, neemt deze geen deel aan de vergadering.
3. Nadat de adviseur de toelichting op het waarderingsadvies heeft gegeven, doet de functiewaarderingscommissie zijn eindadvies schriftelijk aan het college toekomen.
De functiewaarderingscommissie waardeert de generieke functies in een voltallige vergadering.
Het college neemt een voorlopig besluit over de waardering.
Het college doet schriftelijk mededeling aan de ambtenaar over het voorgenomen besluit van de functiewaardering en voegen de gemotiveerde waarderingsadviezen daarbij. Daarbij wordt de ambtenaar gewezen op de mogelijkheid tot het indienen van bedenkingen als bedoeld in artikel 1:13, eerste lid.
De leden van de commissie, alsmede de secretaris, deskundigen en informanten die door de commissie zijn gehoord, zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen uit de stukken of beraadslagingen bekend is geworden.
Zo spoedig mogelijk na ontvangst van het advies van de bezwarencommissie neemt het college een beslissing op het bezwaar en doen hiervan schriftelijk en gemotiveerd mededeling aan de betrokken ambtenaar en eventueel overige belanghebbenden.
1. Periodiek en hooguit één maal per jaar worden de functiebeschrijvingen door de leden van het managementteam getoetst op haar structurele actualiteit. Een verzoek tot onderhoud van de functiebeschrijving kan ook worden gedaan door de medewerker.
2. De leden van het managementteam of medewerkers dienen een aanvraag tot aanpassing in, wanneer de toets daartoe aanleiding geeft, na advies van de adviseur.
3. De hierbij geschreven regeling wordt gevolgd.
4. De Ondernemingsraad toetst de uitvoering van dit artikel.
HOOFDSTUK 3 (VARIABELE) WERKTIJDEN
Voor het personeel dat werkzaam is in het gemeentehuis geldt voor zover niet an-ders overeengekomen een variabele werktijdenregeling overeenkomstig het be-paalde in dit hoofdstuk.
Onverkort het bepaalde in sub e dient in de regel iedere afdeling van 08.00 uur tot 12.00 uur en van 13.00 uur tot 16.30 uur voor de helft bezet te zijn. Bij de berekening van deze bezettingseis kan de uitkomst naar beneden worden afgerond. Van 16.30 uur tot 17.00 uur dient de afdeling behoorlijk bezet te zijn, zulks ter beoordeling van het afdelingshoofd.
De middagpauze is variabel, maar begint niet eerder dan 11.45 uur en eindigt niet later dan 13.00 uur. De pauze bedraagt in ieder geval 30 minuten.
Bij het opnemen met een halve dag verlof kan men op die dag volstaan met vier uren aaneengesloten arbeid voor of na de lunchpauze, bij een hele dag verlof wordt een fictieve werktijd in aanmerking genomen van acht uren. Hetgeen hier bepaald is ten aanzien van het verlof geldt tevens indien men een halve of hele dag afwezig is wegens dokters- en tandartsbezoek, dienstreis, enz.
Bij dokter- en tandartsbezoek, korter dan een halve dag, dient bij aankomst en vertrek normaal de tijd te worden geregistreerd. Komt men in dat geval later binnen dan 08.00 uur of vertrekt men voor 17.00 uur, dan kan als fictieve begin-, respectievelijk eindtijd 08.00 uur of 17.00 uur worden aangehouden. Maakt men hiervan gebruik, dan dient uiteraard het afdelingshoofd hiervan in kennis te worden gesteld.
De medewerker aangesteld bij de buitendienst van de afdeling Omgeving werkt dagelijks van 07.30 tot 12.00 en van 12.30 tot 16.00 uur.
Ongeacht het bepaalde in artikel 3:1 tot en met 3:6 kan op verzoek van de medewerker toestemming worden verleend om de werkweek zo in te delen dat er gedurende vier werkdagen negen uur per werkdag gewerkt wordt. Een dergelijk verzoek wordt onder normale omstandigheden gehonoreerd als de bezetting en dienstverlening van het dienstonderdeel gewaarborgd is.
*(Is toegevoegd per 24/05/2005)
De medewerker die zijn werktijd conform het voorgaande lid invult komt niet meer in aanmerking voor de in hoofdstuk 3 en de in de artikelen 4:8, 4:9 en 4:10 van de Uitvoeringsregeling gemeente Oldebroek aangegeven regelingen.
De aanvang van de werkdag van de medewerker die zijn werktijd conform het voorgaande lid invult ligt niet voor 07.00 uur en eindigt niet later dan 18.00 uur, terwijl de pauze minimaal 45 minuten moet bedragen.
*(Is toegevoegd per 24/05/2005)
Het vakantieverlof van de medewerker die zijn werktijd conform artikel 3:7 invult wordt in uren toegekend, waarbij een werkdag wordt vastgesteld op negen uur.
In het geval dat werkdagen als verplichte ADV-dagen worden aangewezen moet de medewerker voor deze dagen verlof opnemen dan wel deze uren compenseren.
*(Is toegevoegd per 24/05/2005)
Het urentegoed conform deze regeling mag vanaf 1 januari 2011 maximaal 40 uur bedragen. Voor parttimers geldt een aan de werktijd evenredig deel van dit maximum.
HOOFDSTUK 4 VAKANTIE- EN BUITENGEWOONVERLOF*
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder diensttijd: de in overheidsdienst doorgebrachte tijd die in aanmerking komt voor de berekening van het pensioen krachtens de Algemene Burgerlijke Pensioenwet. Onder diensttijd wordt ook verstaan de tijd die door inkoop voor pensioen geldig is verklaard.
lager dan het bedrag vermeld bij nummer 38 van de inpassingtabel, die als bijlage bij de AVRO is gevoegd | |
Het totaal van de overeenkomstig dit hoofdstuk vastgestelde aantal vakantieverlofuren zal een aantal van 201,6 uur per jaar niet overschrijden.
Per jaar mag maximaal 72 vakantieverlofuren worden overgeschreven naar het volgend kalenderjaar.
Het afdelingshoofd heeft hierbij de bevoegdheid om in de volgende uitzonderingsgevallen dit maximum te overschrijden:
In uitzonderingsgevallen kunnen maximaal 21,6 uren leeftijdsverlof aan ambtenaren worden uitbetaald. Hiertoe dient een verzoek te worden ingediend. Dit kan zowel door de leidinggevende als de ambtenaar worden gedaan. Het college beslist op het verzoek.
De in dit hoofdstuk neergelegde bepalingen gelden slechts voor de ambtenaar met een volledige betrekking. De ambtenaar die geen volledige betrekking vervult, geniet een vakantieverlof, waarvan de duur overeenkomstig de bepalingen van dit besluit naar evenredigheid wordt vastgesteld.
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:8 en 4:9 zijn de voorwaarden voor ADV-opname van toepassing, zoals die ook gelden voor het vakantieverlof.
Buitengewoon verlof bij vrijwilligerswerk
Een medewerker die structureel activiteiten verricht voor een humanitaire of daar-mee gelijk te stellen instelling komt in aanmerking voor buitengewoon verlof. Het buitengewoon verlof bedraagt de helft van het voor de activiteit benodigde vakan-tieverlof tot een maximum van 5 dagen per jaar.
HOOFDSTUK 5 NOTA WERVING EN SELECTIE
Om de gemeentelijke organisatie voortdurend te voorzien van een adequate personeelsbezetting moeten voor vrijkomende functies, nadat is vastgesteld dat vervulling noodzakelijk is, en voor nieuw gecreëerde functies medewerkers worden aangetrokken. Dit aantrekken moet zeer zorgvuldig geschieden, zowel in het belang van de organisatie als ook in het belang van de aan te trekken medewerk(st)er.
In de achterliggende procedureschets liggen waarborgen besloten, die de kans van slagen vergroten.
Met betrekking tot het aantrekken van medewerk(st)ers kunnen een aantal begrippen worden omschreven:
In deze nota wordt het beleid aangegeven alsmede een richtlijn voor de afdelingshoof-den om op een zo efficiënt en adequaat mogelijke wijze te komen tot het vervullen van een vacature. Tevens wordt een schets gegeven van de verschillende stadia in de pro-cedure van de vacaturevervulling en wordt omschreven hoe tot een zorgvuldige be-handeling van sollicitanten kan worden gekomen.
DOEL EN BELANG VAN EEN GOEDE SELECTIEPROCEDURE
Menselijk kapitaal is een –in alle opzichten- “dure” productiefactor, waar goed en weloverwogen mee moet worden omgesprongen. Het doel van een personeelselectie is vrijkomende of nieuwe plaatsen binnen de organisatie zodanig te bezetten dat optimaal wordt voorzien in de bestaande en in de toekomstige behoeften van de organisatie aan voldoende kennis en vaardigheden. Daarbij wordt niet alleen geselecteerd op de vakbekwaamheid van de kandidaten; er moet ook rekening gehouden worden met de competenties, de personeelssamenstelling en de (gewenste) cultuur van de afdeling waarin de aan te trekken medewerker zijn/haar werkzaamheden zal gaan verrichten.
Bij de keuze van de medewerker moet getracht worden een zo goed mogelijke combinatie te bereiken tussen werk en medewerker alsmede tussen medewerkers onderling. Er moet derhalve niet alleen gezocht worden naar de juiste kracht op de juiste plaats, maar ook de juiste schakel in het geheel van de afdeling, naar de juiste teamgenoot.
Het bovenstaande is van belang voor zowel organisatie als medewerker, namelijk:
Op termijn minder kosten, door verzuim, uitval, onvrede enz.
Voordat gestart kan worden met een werving- en selectieprocedure moet er sprake zijn van een reële vacature. Van een reële vacature kan worden gesproken wanneer er een onbezette functie binnen de gemeentelijke organisatie bestaat of gaat bestaan, waarvoor formatie is toegekend op grond van het formatieoverzicht.
Overigens moet bij elke (potentiële) vacature eerst door de direct leidinggevende de vraag gesteld worden of vacaturevervulling noodzakelijk is. Er kunnen reden(en) zijn om de vacature juist niet te vervullen, bijvoorbeeld als blijkt dat:
In de toekomst ingrijpende budgettaire en/of organisatieontwikkelingen plaats gaan vinden.
Deze vraagstelling vooraf participeert op komende wijzigingen en/of (gewenste) veranderingen.
Om de werving- en selectieprocedure zo optimaal mogelijk te laten verlopen is het noodzakelijk dat met betrekking tot de te vervullen vacature eerst aan een aantal voorwaarden wordt voldaan:
Er moet duidelijkheid bestaan over de toekomstige ontwikkeling van de afdeling en het taakveld.
Elke (potentiële) vacature wordt door het verantwoordelijk afdelingshoofd gemeld bij de de afdeling ID, sectie P & O. De sectie voert bij de gehele procedure een voorwaardenscheppende, coördinerende, ondersteunende en bewakende rol.
In ieder geval moet het afdelingshoofd bij elke ontstane vacature binnen hun afdeling zich af vragen of:
De bestaande beschrijving en profiel nog in stand kan blijven, dan wel aanpassing behoeft.
2. VOORONDERZOEK (over het motief van vertrek)
Waarom gaan mensen eigenlijk weg? Is vervanging van de medewerker eigenlijk wel nodig? Om o.a. deze laatste vragen helder te krijgen is een structurele invoering van het exitinterview noodzakelijk. Het exitinterview is meer dan een vrijblijvende babbel en moet dan ook voldoen aan een aantal belangrijke voorwaarden namelijk:
Bespreking/behandeling van de essentie van het interview met de direct leidinggevende.
De personeelsadviseur van de afdeling ID, sectie P & O, voert dit gesprek met de vertrekkende medewerker. In principe is de personeelsadviseur “onpartijdig” en bestaat er geen direct hiërarchisch verband met de vertrekkende medewerker. Een zekere afstand tussen de betrokkenen verhoogt de objectiveit en dus ook de waarde van het gesprek. Immers, alles kan, zonder “directe schade” gezegd worden. Uiteindelijk worden de resultaten/conclusies van het gesprek besproken met de verantwoordelijke manager. De personeelsadviseur moet garant staan voor een juiste vraagtechniek en een objectieve instelling, wil het gesprek voldoende effectiviteit bezitten.
De resultaten van het interview kunnen weer gebruikt worden voor:
De keuze om taken en werkzaamheden te herschikken dan wel de vacature niet te vervullen.
Op verzoek, bijvoorbeeld van de medewerker, kan dit gesprek ook in het bijzijn van manager worden gevoerd. Ondanks de aanwezigheid van laatstgenoemde leidt de personeelsadviseur het gesprek. Tevens is de personeelsfunctionaris verantwoordelijk voor de verslaglegging en de terugkoppeling. Ook mag van de personeelsadviseur worden verwacht dat hij suggesties doet voor verbetering(en) van managementstijl, aanpak enz.
Alvorens er van in- of externe werving sprake kan zijn dient eerst te worden bezien of herplaatsing van eigen medewerkers in de vacante functie mogelijk is. Hierbij moet ge-dacht worden aan medewerkers die voor hun eigen functie op medische gronden zijn afgekeurd of die in verband met een reorganisatie moeten afvloeien of boven de formatie zijn geplaatst. Plaatsing in de vacante functie van deze categorie “eigen” medewerkers kan slechts om de volgende redenen worden geweigerd:
onvoldoende opleiding, achtergrond, competenties en kwaliteit van de medewerker, waarbij verwacht mag worden dat deze competenties etc. niet binnen een vooraf vast te stellen termijn (variërende van een 1/2 tot 1 jaar) kunnen worden behaald.
POSITIE MINDERHEIDSGROEPERINGEN
Voorheen behoorden vrouwen, allochtonen, gehandicapten tot minderheidsgroeperingen, die –bij een geconstateerde onevenredigheid in de organisatie- een voorkeurspositie innemen bij een benoeming. De Wet Samen heeft op landelijk niveau de belangen van deze groeperingen voldoende beschermd en vastgesteld. Het is inmiddels in onze organisatie vanzelfsprekend dat bij gebleken gelijke geschiktheid, een kandida(a)t(e) behorende tot (een van) bovengenoemde categorieën, een voorkeurpositie geniet.
Zodra is gebleken dat de vacature niet door herplaatsing kan worden ingevuld, kan worden overgegaan tot de volgende stap in de procedure; de procedureplanning. In de procedureplanning (wie, wat, waar, wanneer) worden vooraf met alle betrokkenen afspraken gemaakt over:
Datum en tijdstip waarop gesprekken zullen worden gevoerd.
De afdeling ID, sectie P & O, stelt, in nauw overleg met het afdelingshoofd de conceptadvertentie en de procedureplanning op. De planning is verder leidend voor het verloop van de gehele procedure.
Afhankelijk van de functie kan een (standaard) infoset voor de sollicitant samengesteld worden. De infoset bestaat o.a. uit een organogram, info over de gemeentelijke organisatie, de plaats Oldebroek, de functie, afdeling enz. Het afdelingshoofd stelt samen met de personeelsfunctionaris een passende set samen. Gebruikt wordt materiaal dat al in de organisatie aanwezig is.
Het verdient aanbeveling enkele gangbare (streef)termijnen in de procedure op te nemen.
Nadat de advertentie en de procedureplanning tot stand zijn gekomen start in principe de (interne) werving.
Op grond van artikel 2:4:3 van de AVRO (Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Olde-broek), wordt het personeel in dienst van de gemeente Oldebroek en in verband met regionaal gemaakte afspraken ook het personeel van een aantal regiogemeenten eerst in de gelegenheid gesteld te solliciteren. De afdeling ID, sectie P & O, zorgt er voor dat de doelgroep kennis kan nemen van de conceptadvertentie.
Interne werving (uit eigen organisatie) kent voor- en nadelen.
Voordelen van interne werving zijn:
De interne kandidaat wordt aangehouden en vergeleken met nog op te roepen externe kandidaten.
Interne kandidaten zijn medewerkers met een vaste of tijdelijke aanstelling of (nog sporadisch voorkomend) een arbeidsovereenkomst. Er vindt geen rangorde plaats, hetgeen wil zeggen dat ongeacht de status van de medewerker, hij/zij als personeelslid van de gemeente Oldebroek of als personeelslid van een regionale gemeente kan reflecteren als interne kandidaat. Uitzendkrachten, stagiaires, gedetacheerden zijn geen interne kandidaten. Immers, hun werkgever is niet de gemeente. Zij kunnen pas solliciteren nadat de interne procedure is afgerond en de externe procedure wordt opgestart.
Als sollicitatietermijn voor de interne kandidaten wordt een periode van 7 kalenderdagen aangehouden. Een dergelijke periode is lang genoeg om het eventueel concreet indienen van een sollicitatie te overwegen en brengt geen onoverkomelijke vertraging in het verdere verloop van de procedure met zich mee. Na afloop van de sollicitatietermijn voor interne kandidaten worden de (eventuele) sollicitaties besproken met het afdelingshoofd. Vervolgens vindt eventueel een uitnodiging tot gesprek plaats met de kandidaten die voldoen aan de voor de functie gestelde eisen. Na het selectiegesprek wordt zo spoedig mogelijk een voordracht tot benoeming aan het college opgesteld, waarna benoeming van de (interne) kandidaat in de vacature kan plaats vinden.
De interne kandidaten die niet voor vervulling van de functie in aanmerking komen wordt dit gemotiveerd en voldoende onderbouwd in een gesprek door het afdelingshoofd, in aanwezigheid van de personeelsadviseur, meegedeeld (desgewenst schriftelijk). Op verzoek van de kandidaat kunnen alle gegevens, waaronder de sollicitatiebrief e.d., worden vernietigd.
Pas na een volledige afronding van de interne wervingsprocedure kan gestart worden met de externe werving
Aanmelding via de website, vacaturesite dan wel e-mail.
Vaak gaat de brief vergezeld van een CV, waarin alle noodzakelijke gegevens van de belangstellende vermeld staan. In de praktijk zijn de gegevens die op deze wijze worden verstrekt voldoende om tot een goede selectie te komen en tot een eerste beoordeling over te gaan.
Een sollicitatieformulier kan goede diensten bewijzen, als de verstrekte gegevens onvoldoende zijn of als er geen CV bij de brief is gevoegd. Op verzoek van de kandidaat, dan wel in die gevallen waarin de gegevensverstrekking “onvoldoende” is kan alsnog door ID, sectie P & O een sollicitatie-formulier worden toegestuurd. Voordeel is dat in dit geval de gegevens met elkaar vergelijkbaar zijn.
De reacties, die ontvangen worden via een vacaturesite, de website dan wel e-mail bevatten vaak een brief en CV. Voordeel van het gebruik van dit medium is dat de potentiële kandidaat “overal” vandaan kan komen en dus niet gebonden is aan een bepaald medium. Tevens mag een bepaalde interesse voor plaats en organisatie worden verwacht aangezien de moeite wordt genomen om de vacaturesite c.q. website te bezoeken. In principe dient dan ook elke vacature vermeld te worden op de eigen website.
Daarnaast wordt elke vacature bij de gemeente Oldebroek geplaatst op een vacaturesite (gemeentebanen.nl en werkeningelderland.nl) en de eigen internetsite.
Conform de procedureplanning is de afd. ID, sectie P & O verantwoordelijk voor de procedure op het toetsende, coördinerende, ondersteunende en bewakende vlak. De afd. ID, sectie P & O verzamelt alle reacties, verstuurt aan de belangstellenden per omgaande een ontvangstbevestiging. De afd. ID, sectie P & O zorgt voor verspreiding van de reacties aan de leden van de kennismakings- en selectie(advies)commissie.
De volgende stap in het proces is het daadwerkelijk aantrekken van de mensen. Bij de selectie gaat het er om, te komen tot een juiste onderlinge afstemming van persoon, functie en organisatie. Uit het totale aanbod van belangstellenden wordt een eerste keuze gemaakt. Bij de briefselectie zijn betrokken het verantwoordelijke afdelingshoofd, enige afdelingsmedewerkers en een personeelsadviseur.
Facultatief kan een kennismakingsgesprek worden georganiseerd. Dit gebeurt alleen in het geval als de brief, CV hiervoor aanleiding geeft. Een kennismakingsgesprek wordt zo nodig gevoerd door het afdelingshoofd, enige medewerkers en de personeelsadviseur.
Bij de bepaling van de selectie om te komen tot een aantal potentiële- op te roepen kandidaten, waarmee een kennismakingsgesprek zal worden gehouden, geldt, dat aanwezig moet zijn:
De gegevensverstrekking van de sollicitant, in casu de brief + CV.
Uit het aanbod van sollicitanten wordt door het afdelingshoofd, de afdelingsmedewerkers en een personeelsadviseur een keuze gemaakt. Gezamenlijk komt men tot een aantal uit te nodigen kandidaten op basis van motieven. Vervolgens worden de kandidaten uitgenodigd.
en mededeling m.b.t. een reiskostenvergoeding.
Zij ontvangen bericht dat zij in eerste instantie niet tot de kandidaten behoren die worden uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek, doch dat zij mogelijk in een later stadium alsnog voor een gesprek worden uitgenodigd, afhankelijk van de resultaten van de eerste selectieronde. Mochten zij voor een bepaalde datum niets meer van de gemeente hebben vernomen, wordt dit bericht als een afwijzing aangemerkt.
Zij ontvangen zo spoedig mogelijk een afwijzing waarin kort gemotiveerd aangegeven wordt, waarom niet is ingegaan op hun sollicitatie.
Na afloop van de sollicitatieprocedure worden alle sollicitatiebescheiden vernietigd of op verzoek geretourneerd. De afdeling ID, sectie DIV is verantwoordelijk voor de vernietiging van de beschikbaar gestelde gegevens.
Er wordt per vacature een selectieadviescommissie en een selectiecommissie geformeerd.
Elke commissie kent een – aangewezen - voorzitter en leden. Standaard geldt dat de voorzitter:
--bij de functie van gemeentesecretaris, de burgemeester is.
De commissie stemt bij meerderheid. De stem van de voorzitter geeft bij het staken van stemmen de doorslag.
Het afdelingshoofd wijst in overleg met de personeelsadviseur de leden aan voor de selectieadviescommissie. In deze commissie hebben zitting (maximaal 3) afdelingmedewerkers eventueel aangevuld met een personeelsfunctionaris. Een van de leden wordt aangewezen als voorzitter, en geldt als spreekbuis van de commissie. Bij het staken van stemmen is zijn/haar mening doorslaggevend. De commissie voert een gesprek met de kandidaten om te komen tot een positief dan wel negatief advies aan de selectiecommissie. Ten aanzien van de samenstelling van de commissie moet gestreefd worden naar een maximale bezetting van hooguit 4 personen.
In de selectiecommissie hebben in ieder geval zitting het afdelingshoofd en een personeelsadviseur. Afhankelijk van het niveau van de functie kan de portefeuillehouder P&O of vakwethouder lid zijn van de selectiecommissie. Voorzitter van de selectiecommissie is in de regel het afdelingshoofd. Een bestuurder is voorzitter van de selectiecommissie indien het een vacature van afdelingshoofd betreft. Bij het staken van de stemmen is zijn/haar mening doorslaggevend.
Een bestuurlijke vertegenwoordiging in de selectiecommissie is mede afhankelijk van het niveau en aard van de functie. Een functie in de gemeentelijke organisatie met als ondergrens functieniveau 9 (met name beleids- en managementfuncties) kan vereisen dat de portefeuillehouder P&O of vakwethouder lid is van de selectiecommissie. De gemeentesecretaris bepaalt, na overleg met het bestuur, of een bestuurlijke vertegenwoordiging in de selectiecommissie vereist is. Alle functies lager dan schaal 9 handelt – in principe - het ambtelijk apparaat zelf af.
Overigens behoudt het bestuur, afhankelijk van de functie (en de relatie van de functie tot het bestuur), het recht in afwijking van het bovenstaande te beslissen.
Een grotere claim op arbeidsuren, dus minder economisch.
Kandidaten die voor een selectiegesprek worden uitgenodigd, ontvangen een reiskostenvergoeding, gebaseerd op de werkelijke kosten openbaar vervoer 2e klasse, dan wel laag kilometertarief.
Op initiatief van de deelnemers aan de briefselectie kan een aantal geschikte kandidaten worden uitgenodigd voor een eerste kennismaking. Doel van deze kennismaking is een globale indruk te krijgen van de capaciteiten van de kandidaat en om te bezien of de kandidaat past binnen de bestaande (en gewenste) afdelingscultuur. Het kennismakingsgesprek heeft een oriënterend en informatief karakter, en geldt tevens als “zeef” voor het meer formelere selectiegesprek.
Beide partijen kunnen hierbij afwegen of “het klikt en past”. Aan de hand van deze gesprekken wordt een keuze gemaakt welke kandidaten voor een selectiegesprek worden uitgenodigd.
De “vaste”gesprekspartners bij het kennismakingsgesprek zijn het afdelingshoofd en een personeelsadviseur. Als 3e en 4e lid kunnen afdelingmedewerkers hierbij worden betrokken. Eventueel kan een andere keuze worden gemaakt. Tijdens het kennismakingsgesprek zijn in de regel maximaal 4 leden aanwezig. Afhankelijk van de functie moet het kennismakingsgesprek maximaal 45 minuten duren.
Na afloop van de gesprekken wordt de kandidaat gebeld en wordt gemotiveerd aangegeven waarom hij/zij niet voor het selectiegesprek wordt uitgenodigd.
In de meeste gevallen zal een kenningsmakingsgesprek niet meer plaats vinden, omdat de selectiecriteria bij de brievenselectie als basis gaat dienen voor het daadwerkelijke selectiegesprek.
Het doel van het gesprek is het verwerven van nieuwe informatie, wat uiteindelijk moet leiden tot een voordracht aan het college om een kandidaat te benoemen. Uitgangspunt vormt de functiebeschrijving, het (gewenste) profiel en de verstrekte gegevens (zoals de brief en het CV) van de sollicitant. Het accent van de vraagstelling tijdens het gesprek is gericht op de voor de uitvoering van de voor de functie relevante aspecten. Beoordelingen op grond van irrelevante aspecten moeten worden vermeden.
Politieke voorkeur en/of overtuiging.
Gelet op de Wet Verbod op leeftijdsdiscriminatie (1999), mag geen onderscheid worden gemaakt op grond van de leeftijd van de kandidaten. Het doel van deze wet is de arbeidsdeelname van ouderen te bevorderen. Leeftijd is dus geen beoordelings- of afwijzingsgrond.
Als regel geldt dat de selectiecommissie bestaat uit maximaal 4 –vooraf aan te wijzen - leden.
De “vaste” leden van de selectiecommissie zijn het afdelingshoofd en een personeelsadviseur. Een 3e en 4e lid kan aan de selectiecommissie worden toegevoegd. Dit kan zijn een bestuurder zijn of medewerkers van de afdeling.
Na de gesprekken evalueren de leden van de selectiecommissie de kandidaten. Uiteindelijk wordt een voordracht tot benoeming aan het college opgesteld. Het advies van de selectieadviescommisie wordt bij de afweging betrokken. Indien geen consensus over de uitkomst wordt bereikt worden de standpunten van de (individuele) leden, alsmede het advies van de selectieadviescommissie ter beslissing voorgelegd aan het college. Het college kan vervolgens naar eigen inzicht besluiten.
Om het doel van het gesprek te optimaliseren moeten de commissies het volgende in acht te nemen:
De vertrouwelijkheid van kandidaat en gegevens is gewaarborgd;
Een arbeidsvoorwaardengesprek kan afzonderlijk plaatsvinden.
De volgende keuringen/onderzoeken enz. kunnen uitsluitend worden toegepast als dit vooraf en expliciet in de advertentie wordt vermeld.
Vanaf 1 januari 1998 is de Wet op de Medische keuringen van kracht. Volgens deze wet worden keuringen voor pensioenverzekeringen, aan de arbeidsovereenkomst gebonden levensverzekeringen en arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen verboden.
Aanstellingskeuringen mogen nog slechts worden verricht als hiertoe:
Indien specifieke functie-eisen voor de vervulling van de functie zijn geformuleerd die in medische termen kunnen worden vertaald.
Het gaat hierbij met name om functies bij de handhaving van openbare orde en veiligheid, militaire functies en om functies waarbij aanstellingskeuringen binnen specifieke wetgeving noodzakelijk zijn (o.a. Kernenergiewet, Luchtvaartwet, Scheepswet en Brandweerwet). Verder kan de overheidswerkgever expliciet voor een aantal met name te noemen functies vaststellen dat hiervoor een aanstellingskeuring vereist is.
Binnen de gemeentelijke organisatie kan hierbij gedacht worden aan de functies van:
In principe geldt dat voor een gemeentelijke functie geen aanstellingskeuring vereist is. Op termijn zal in de gemeente Oldebroek een protocol worden vastgesteld, waarin zal worden aangeven voor welke functie(s) binnen de organisatie een aanstellingskeuring vereist zal zijn.
Hoewel het zeker niet tot de standaardprocedure behoort kan het in bepaalde gevallen gewenst worden gevonden om een sollicitant te onderwerpen aan een psychologisch onderzoek. Dit kan zowel voor interne als voor externe sollicitanten gelden. In het algemeen zal een psychologisch onderzoek alleen worden aangevraagd wanneer de te benoemen kandidaat aan specifieke eisen vanuit de functie moet voldoen. De psycholoog zal van tevoren goed op de hoogte moeten zijn gebracht van de specifieke functie-eisen. De verantwoordelijke leidinggevende informeert de psycholoog m.b.t. de functie, het gewenste profiel, de organisatie, cultuur enz.
Dat na afloop van het onderzoek aan de sollicitant de voorlopige resultaten worden meegedeeld. Indien de sollicitant dat wenst, wordt pas rapport aan de opdrachtgever uitgebracht, nadat de sollicitant hiervan kennis heeft genomen. De sollicitant heeft het recht zich – naar aanleiding van deze rapportage – uit de procedure terug te trekken, zonder dat het rapport naar de opdrachtgever gaat. In geen geval worden gemaakte onkosten door de opdrachtgever bij de sollicitant in rekening gebracht;
Het psychologisch rapport wordt in een gesloten verzegelde enveloppe bewaard bij een personeelsadviseur en wordt na 1 jaar vernietigd.
Vooraf kan door het college worden bepaald dat een onderdeel van de procedure bestaat uit een assessment-onderzoek. Dit wordt expliciet in de advertentie vermeld. Het asses-sment-onderzoek is geheel gericht op het in beeld brengen van het denk-/werkniveau en (mogelijke)gedragingen van de kandidaat in situaties behorende bij de functie.
Voor aanstelling geldt dat geëist wordt dat betrokkene in het bezit is van een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in de Wet op de justitiële documentatie. Indien om rede-nen geen verklaring wordt afgegeven besluit het college, met inachtneming van de redenen, of de kandidaat uiteindelijk voor een benoeming in aanmerking komt.
De kosten van een dergelijke verklaring worden door de gemeente volledig vergoed.
Zodra de selectiegesprekken zijn afgerond, het formele aanstellingsvoorstel door het college is vastgesteld, kan de afdeling ID, sectie P & O overgaan tot de opmaak van een aanstellingsbesluit. Het aanstellingsbesluit wordt opgesteld nadat de kandidaat de volgende documenten/overzichten tijdens een afzonderlijk door de afd. ID, sectie P & O te houden arbeidsvoorwaardengesprek heeft overlegd:
Al dan niet toekennen van een verplaatsingskostenvergoeding.
In principe geldt voor elke nieuwe medewerker een tijdelijke aanstelling. Hierbij wordt geanticipeerd op artikel 2:4, lid 2 sub f “bij wijze van proef”. Een vaste aanstelling hoeft niet automatisch gekoppeld te worden aan een vorige (gemeentelijke) staat van dienst. Indien voldoende aanwijzing bestaat dat de nieuwe medewerker over voldoende ervaring, capaciteiten enz. beschikt kan gelijktijdig overgegaan worden tot een “vaste”aanstelling. Ook kan de aanstellingsbasis gebruikt worden als onderhandelingsfactor. Automatisme hoeft echter niet plaats te vinden.
12. DAG VAN INDIENSTTREDING EN VERDER …….
Het is van groot belang, zowel voor het nieuwe personeelslid als voor de organisatie, dat de nieuwe medewerk(st)er een goede en gedegen introductie ontvangt. Het afdelingshoofd is verantwoordelijk voor een goede coördinatie en bewaking van de introductie. Uitgangspunt hierbij is de in de nota "Een goed begin is het halve werk" aangegeven procedure.
De introductie op de werkplek is een directe lijnverantwoordelijkheid. In ieder geval moet hij/zij zorgen voor:
Informatie verstrekken m.b.t. huishoudelijk reglement, veiligheidsvoorschriften enz.
Een mentor wordt aangewezen om op te treden als “buddy” van de nieuwe medewerker. Hij/zij begeleidt de medewerker in de eerste contacten met de organisatie, collega’s, bij “interne”evenementen, informeert over de gebruikelijke gang van zaken enz.
Voordeel hiervan is dat de nieuwkomer zich gauw thuis voelt en relatief snel gewend is aan de organisatie, de geldende regels en de heersende cultuur. Ook worden “sociale drempels” weggenomen, die vaak bij nieuwkomers, vooral tijdens de eerste weken bestaan.
Op grond van artikel 8:2 Uitvoeringsregeling gemeente Oldebroek wordt binnen een periode van 6 maanden een (eerste) functioneringsgesprek gehouden.
De geschetste procedure geeft een handreiking bij het werving- en selectieproces. Het dienstbelang kan vergen dat van de in deze nota geschetste procedure wordt afgeweken. In een zodanig geval wordt vooraf overleg gepleegd met de ondernemingsraad.
HOOFDSTUK 6 VERKIEZINGSREGLEMENT OR
De verkiezing van de leden van de ondernemingsraad vindt plaats bij geheime stemming.
De kiescommissie kiest uit haar midden een voorzitter en een secretaris, alsmede zo mogelijk hun plaatsvervangers.
1. De kiescommissie - daartoe vertegenwoordigd door haar voorzitter en secretaris, dan wel hun plaatsvervangers - zendt uiterlijk dertig dagen voor de verkiezing een afschrift van de kandidatenlijsten aan het personeel.
2. Indien er niet meer kandidaten zijn gesteld dan er zetels zijn te verdelen in de ondernemingsraad, vinden er geen stemmingen plaats en worden de gestelde kandidaten geacht te zijn gekozen.
Op de achterzijde van de oproepingskaart is een verklaring tot volmachtverlening opgenomen, luidende:
De ondergetekende ............(naam en voorletters) volmachtgever, geboren .............., werkzaam bij ............................ machtigt hierbij zijn/haar collega ..................... (naam en voorletters) volmachtnemer, geboren.................., werkzaam bij .................. namens hem/haar aan de verkiezingen deel te nemen. Volmachtnemer verklaart voor nog ten hoogste een ander bij volmacht te zullen stemmen.
Plaats,........................, datum..............................
handtekening volmachtgever..........................................
handtekening volmachtnemer..........................................
De kandidatenlijsten worden in de hieronder aangegeven volgorde op de stembiljetten geplaatst:
a. kandidatenlijsten, die kunnen worden beschouwd als voortzetting van bestaande groeperingen in de zittende commissie in volgorde van de grootte van die fracties. Bij fracties van gelijke grootte wordt door middel van loting, zoals aangegeven onder b., de volgorde van plaatsing tussen deze groeperingen beslist;
b. kandidatenlijsten, die niet kunnen worden beschouwd als voortzetting van bestaande groeperingen in de commissie, worden na die bedoelt onder a. geplaatst in een volgorde bepaald door de uitkomst van een loting verricht door de voorzitter van de kiescommissie in aanwezigheid van de overige leden van de kiescommissie.
Op de dag van de stemming wordt door het stembureau op de daarvoor aangewezen plaats aan iedere stemgerechtigde die zich door middel van de oproepingskaart legiti-meert, dan wel aan een ambtenaar die daartoe door middel van de achterzijde van de oproepingskaart door een stemgerechtigde is gemachtigd, een gewaarmerkt stembiljet uitgereikt.
1. Op de dag van de stemming bevindt het stemlokaal zich op een, of achtereenvolgens op meer, zodanige plaats(en) dat zoveel mogelijk personeelsleden aan de stemming kunnen deelnemen.
2. De kiescommissie stelt de openingstijden van het stemlokaal vast met inachtneming van de werktijden van het personeel.
Overblijvende zetels worden verdeeld over de kandidatenlijsten met de op grond van de in het vorige lid voorgeschreven deling verkregen grootste rest. Bij gelijke resten krijgen eerst die kandidatenlijsten een zetel toegewezen waarop ten minste een aantal stemmen is uitgebracht, gelijk aan de kiesdeler. Vervolgens beslist het lot. De loting wordt in het openbaar verricht door de voorzitter van de kiescommissie.
De kandidaten die per lijst het grootste aantal geldige stemmen op zich hebben verenigd - doch ten minste een aantal gelijk aan dat van de kiesdeler - krijgen de aan die kandidatenlijst toegevallen zetels in volgorde van stemmenaantal. Mochten er op minder kandidaten voldoende stemmen zijn uitgebracht dan er zetels toe te delen zijn, dan worden de overblijvende zetels toegedeeld aan de kandidaten die onvoldoende of geen stemmen hebben verkregen, in dezelfde volgorde waarin zij op de kandidatenlijst staan vermeld van boven naar beneden.
De voorzitter van de kiescommissie stelt de kandidaten aan wie een zetel is toegewezen schriftelijk in kennis van hun verkiezing. Deze kandidaten berichten binnen zeven dagen na deze in kennisstelling aan de voorzitter van de kiescommissie of zij de hen toegewezen zetel aanvaarden.
Indien de definitieve vaststelling van de uitslag door de ondernemingsraad leidt tot een andere zetelverdeling dan is neergelegd in het door de kiescommissie opgestelde proces-verbaal, stelt de secretaris van de ondernemingsraad de organisaties, de algemeen directeur, de kandidaten, alsmede degene die kandidatenlijsten hebben ingediend, en het personeel daarvan onverwijld op de hoogte.
Het college voorziet in de tussentijdse vervulling van een vacature door de opengevallen zetel toe te wijzen aan de kandidaat die, staande op dezelfde kandidatenlijst als de ambtenaar wiens plaats hij inneemt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 7:13, in plaats volgt op de kandidaat of kandidaten aan wie reeds een zetel was toegedeeld.
HOOFDSTUK 7 FUNCTIONERINGS- EN BEOORDELINGSGESPREKKEN
De ambtenaar wordt ten minste een week voorafgaand aan het functioneringsgesprek geïnformeerd over de datum en het tijdstip waarop dat gesprek wordt gehouden.
Onderwerpen van het in artikel 7:2 bedoelde functioneringsgesprek zijn in elk geval de wijze waarop en omstandigheden waaronder de ambtenaar de aan zijn functie verbonden taken ervaart, waaronder begrepen de rol van zijn afdelingshoofd, de ontplooiing van hem in en met zijn huidige functie en een doelmatige ontwikkeling van de functie-inhoud.
De gemaakte afspraken en de daaraan ten grondslag liggende overwegingen worden vastgelegd op een formulier dat daarvoor is vastgesteld. De verslaglegging heeft tijdens of onmiddellijk na het functioneringsgesprek plaats en wordt door de directe chef verzorgd. Van het formulier dat in tweevoud wordt opgemaakt is het ene exemplaar bestemd voor de betrokken ambtenaar en het andere voor het afdelingshoofd. Gegevens ten dienste van het personeelsbeheer worden vastgelegd op een bijlage van het formulier. De bijlage is bestemd voor de afdeling ID, sectie P&O, voor eventueel te treffen voorzieningen of maatregelen op personeelsgebied.
Indien de algemeen directeur uit de betreffende aantekening op het beoordelingsformulier de conclusie trekt dat een omstandigheid als bedoeld in artikel 7:6 zich voordoet bespreekt hij dat met de bij de beoordeling betrokken personen, waarna hij de beoordeling kan wijzigen. Deze wijziging moet door hem binnen twee weken na de ontvangst van het beoordelingsformulier zijn aangebracht.
Aan de ambtenaar wordt een afschrift van het formulier, waarop de in het lid 3 bedoelde voorlopige beoordeling is vastgelegd, verstrekt. Daarbij wordt de eventueel in de beoordeling aangebrachte wijziging door de algemeen directeur schriftelijk toegelicht. Tegelijkertijd wordt een afschrift van het formulier gezonden aan de afdeling ID, sectie P&O, ter afwikkeling van rechtspositionele gevolgen die de beoordeling heeft.
In deze regeling wordt verstaan onder:
werkgever: de gemeente Oldebroek;
deelnemer: de werknemer die overeenkomstig het bepaalde in artikel 8:2 vrijwillig deelneemt aan deze regeling;
spaarinstelling: de instelling die na overschrijving van het spaarloon zonder verdere administratieve verplichtingen van de werkgever:
de belastbare opnames van spaartegoeden ten behoeve van belastinginhouding overschrijft naar de werkgever, voor zover niet op andere wijze tot belastingafdracht wordt overgegaan;
spaarloon: elk overeenkomstig de bepalingen van de regeling op de spaarrekening gestort bedrag;
spaarrekening: de bij de spaarinstelling ten name van de deelnemer geopende rekening.
Nieuw in diensttredende werknemers kan het college verzoeken hun bij vorige werkgevers opgebouwde saldo in te brengen in dit hoofdstuk bedoelde spaarloonregeling, onder overlegging van de jaaroverzichten en een opgave van het gespaarde bedrag in het lopende jaar onder de voorwaarde dat de vorige spaarinstelling daaraan haar medewerking verleent.
Het spaarloon zal, nadat het gedurende ten minste 4 jaren op de spaarrekening heeft gestaan, worden overgeboekt naar de door de deelnemer opgegeven tegenrekening.
In afwijking van het bepaalde in artikel 8:4 kan het spaarloon geheel of gedeeltelijk vrij worden opgenomen en zal het op verzoek van de deelnemer worden overgeboekt naar zijn tegenrekening, als de reden van het verzoek benoemd is als een erkend bestedingsdoel in de zin van de uitvoeringsregeling werknemersspaarregelingen.
HOOFDSTUK 9 TOELAGEN EN VERGOEDINGEN
Aan de ambtenaar die wordt bezoldigd naar één van de salarisniveaus I tot en met IV worden de kosten van het woon/werkverkeer vergoed op basis van de tarieven voor het openbaar vervoer, als hij op 31 december 1989 ook in het genot was van een dergelijke vergoeding.
Aan de ambtenaar die buiten de werktijden die voor hem gelden krachtens een werktijdenregeling als bedoeld in artikel 4:2 ingevolge een schriftelijke aanwijzing van het bevoegd gezag zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten anders dan ten behoeve van de gladheidbestrijding, wordt een toelage toegekend.
De ambtenaren die regelmatig via de huisaansluiting dienstgesprekken voeren en/of uit hoofde van hun functie thuis bereikbaar moeten zijn kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding. Deze kan bestaan uit een vergoeding van de abonnements- en/of gesprekskosten.
Per jaar wordt aan hen die regelmatig via de huisaansluiting dienstgesprekken voeren een vaste gesprekskostenvergoeding verstrekt van:
Indien via een gespecificeerde declaratie wordt aangetoond dat de werkelijke kosten hoger liggen dan de in artikel 9:6 bedoelde genormeerde vaste vergoeding, worden de werkelijke gesprekskosten vergoed.
Aan de ambtenaren die uit hoofde van hun functie thuis bereikbaar moeten zijn worden de abonnementskosten netto vergoed, voor zover zij bezoldigd worden naar niveau V of lager.
Indien de ambtenaar door overwerk zijn maaltijd op de hiervoor bestemde tijd en op de voor hem gebruikelijke plaats niet kan gebruiken, ontvangt hij na overlegging van een gespecificeerde nota, een vergoeding voor de naar het oordeel van het college redelijk gemaakte kosten.
*(Is vernummerd per 01/04/1995 en per 01/11/1995 en per 19/06/2000)
Er is sprake van overwerk als vooraf in dienstopdracht door de ambtenaar, buiten de feitelijke arbeidsduur per week, werkzaamheden worden verricht.
Onder feitelijke arbeidsduur per week wordt verstaan voor
uitsluitend via een vergoeding als volgens het afdelingshoofd geen verlof kan worden verleend.
Afdelingshoofden en beleidsmedewerkers kunnen normaliter geen aanspraak maken op een vergoeding voor overwerk. Enkel in het geval er sprake is van voorzienbaar incidenteel overwerk (bv. projecten) blijft uitbetaling van overwerk aan afdelingshoofden en beleidsmedewerkers mogelijk.
Een gratificatievoorstel wordt getoetst aan criteria, waarbij voorstellen die aansluiten bij één van de volgende criteria worden gehonoreerd:
Ter compensatie voor de afschaffing van het uitloopniveau wordt vanaf 2009 jaarlijks een Persoonlijk Budget (PB) uitbetaald. De hoogte van het budget wordt vastgesteld bij het opstellen van de begroting en is afgeleid van de decentrale arbeidsvoorwaardengelden en de besparing die verkregen is door eerdergenoemde afschaffing van het uitloopniveau.
Het bedrag wordt rond de Paasdagen via het salaris aan je uitbetaald. Het betreft een nettobedrag (2009- € 300,--) dat gebruteerd wordt uitbetaald. De mogelijkheid bestaat om dit PB te gebruiken voor één van de in het cafetariamodel aangegeven doelen.
In verband met het veelvuldig verrichten van avonddiensten geniet de gemeentebode een maandelijkse toelage ten bedrage van het verschil tussen het maximumsalaris en anciënniteit 8 van schaal III, voorkomende op bijlage IIa.
De medewerker, wiens taak geheel of bijna geheel bestaat uit het besturen van een gemeentelijke vrachtauto of daarmee gelijk te stellen auto, ontvangt een premie van € 68,--, voor zover hij een kalenderjaar schuldeloos schadevrij heeft gereden.
Aan de medewerkers belast met de rioolreiniging wordt, voor elk vol uur dat zij als zodanig werkzaam zijn, een toelage toegekend. Deze toelage wordt aangepast met het percentage van de primaire loon ontwikkeling, zoals daarover afspraken zijn gemaakt in het LOGA.
De door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen ambtenaar die in het bezit is van een geldig EHBO-diploma ontvangt een toelage van gelijk aan het op landelijk niveau vastgestelde bedrag per maand.
De door burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen ambtenaar die in het bezit is van een geldig BHV-diploma ontvangt een toelage van het bedrag genoemd in de regeling BHV-toelage.
De medewerker die belast is met het wekelijks wassen van de handdoeken etc. uit de koffiekamer ontvangt jaarlijks een vergoeding zoals aangegeven in bijgaande tabel.
HOOFDSTUK 10 REIS- EN VERBLIJFSKOSTEN TERZAKE VAN DIENSTREIZEN
De dienstreizen worden in de regel per openbaar vervoer gemaakt. Als daarbij niet op doelmatige wijze gereisd kan worden is gebruik van een eigen vervoermiddel toegestaan.
Voor het gebruik van een eigen vervoermiddel bij dienstreizen wordt een vergoe-ding per verreden kilometer toegekend. Deze vergoeding wordt verhoogd met de kosten voor het gebruik maken van een parkeerplaats, garage of stalling, bruggel-den, overvaartgelden, tunnelgelden en dergelijke.
De vergoeding als bedoeld in artikel 10:2 bedraagt bij het gebruik van een eigen auto een in de bijlage aangegeven bedrag per kilometer. In het geval dat de aard van de werkzaamheden het noodzakelijk maken dat gebruik wordt gemaakt van een auto en de werkzaamheden structureel van aard zijn en frequent worden verricht bedraagt de vergoeding een in de bijlage aangegeven bedrag per kilometer (veelrijder). Met uitzondering van het bepaalde in lid 2 bedraagt de vergoeding in andere gevallen een in de bijlage aangegeven bedrag per kilometer.
Voor het gebruik van een eigen vervoermiddel, geen auto zijnde, wordt bij dienstreizen aan de hand van onderstaande tabel een vergoeding per kilometer verleend:
Aan de ambtenaar kan voor het gebruik van een bromfiets een toelage worden toegekend ten bedrage van een in de bijlage aangegeven bedrag per jaar voor zo-ver dit naar het oordeel van het college de voorkeur geniet boven een vergoeding per kilometer: bij gedeeltelijk gebruik voor de dienst kan deze toelage naar even-redigheid worden verminderd.
De ambtenaar die de verplichting als bedoeld in lid 1 is opgelegd en in de loop van het kalenderjaar wordt aangesteld en/of wordt ontslagen c.q. in deeltijd werk-zaam is, ontvangt een evenredig deel van de in dat lid bedoelde toelage.
*(Is gewijzigd per 01/01/2002 en vervallen per 01/01/2004 en weer opgenomen per 01/01/2005)
De naar het oordeel van het college redelijk gemaakte verblijfkosten worden, na overlegging van een gespecificeerde nota, voor rekening van de gemeente geno-men.
HOOFDSTUK 11 RICHTLIJNEN BELONINGBELEID
Bij aanstelling kan een salaris worden toegekend volgens het functieniveau. Een situatie als hier bedoeld kan aanwezig worden geacht, als de arbeidsmarkt het niet mogelijk maakt een geschikte kandidaat aan te trekken tegen een salaris volgens het aanloopniveau. Wel moet daarbij blijken, dat de te benoemen medewerker in een soortgelijke functie voldoende ervaring heeft opgedaan om op korte termijn de functie goed te kunnen vervullen.
Bevordering naar de functieschaal vindt in de regel plaats nadat de medewerker twee jaren is bezoldigd naar het aanloopniveau, de functie volledig blijkt te vervul-len en voldoet aan de eisen, die aan de functievervulling worden gesteld.
Op grond van oude aanspraken is een bevordering naar het naast hogere niveau mogelijk zodra het maximum salaris verbonden aan het functieniveau ten minste 12 kalendermaanden is genoten en de beoordeling 24, 12 en 2 maanden voor een eventuele bevordering naar het uitloopniveau als normaal goed zijn te kwalificeren.
Het geregelde in lid 1 is onverkort van toepassing voor de toekenning van een toelage voor medewerkers die bezoldigd worden naar niveau XII. De toelage bedraagt in een dergelijk geval het verschil tussen het maximum van niveau XII en het naast hogere bedrag in de inpassingtabel betreffende de gemeentelijke salarisschalen van de AVRO; vervolgens wordt dat bedrag drie opeenvolgende jaren verhoogd tot respectievelijk regelnummer 67, 68 en 69 van de inpassingtabel.
Een stagiair(e) heeft recht op vakantieverlof overeenkomstig desbetreffende bepalingen in hoofdstuk 6 van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Olde-broek.
Een stagiair(e), die geen vergoeding als bedoeld in artikel 12:3 ontvangt heeft gedurende de stage recht op een onkostenvergoeding waarvan de hoogte overeenkomt met de kosten van het openbaar vervoer tussen Oldebroek en Wezep v.v.
De leertijd per dag is voor de stagiair(e) gelijk aan de arbeidstijd, die geldt voor het personeel van het organisatieonderdeel waar hij/zij is geplaatst, tenzij dit an-ders is overeengekomen.
De stagiair(e) is verplicht tot geheimhouding van datgene wat hem/haar geduren-de de stage ter kennis is gekomen en waarvan hij/zij weet of redelijkerwijs behoort te weten dat het van vertrouwelijke aard is.
Het college aanvaardt geen aansprakelijkheid voor letsel of schade welke de stagiair(e) lijdt tijdens of in verband met zijn/haar werkzaamheden, behalve voor zover dit letsel of deze schade het gevolg is van opzet of grote schuld van de gemeente Oldebroek.
Het college heeft het recht de stage te beëindigen, als de stagiair(e) naar het oordeel van de leiding de geldende algemene regels, alsmede de door of vanwege de leiding gegeven aanwijzingen, onvoldoende in acht neemt. Opzegging van de stageovereenkomst kan geschieden met inachtneming van een wederzijds overeengekomen opzegtermijn.
*(Dit hoofdstuk is toegevoegd met terugwerkende kracht per 01/10/1994)
HOOFDSTUK 13 OVERIGE RECHTEN EN PLICHTEN.
Indien er geen specifieke kledingvoorschriften van toepassing zijn wordt van de personeelsleden verwacht dat zij verzorgd gekleed zijn.
Als een buitentemperatuur van tenminste 30 graden Celsius wordt verwacht dan kan de algemeen directeur of zijn vervanger besluiten, dat vanaf 14.00 uur een minimale bezetting van de afdelingen op het gemeentehuis is toegestaan. Onder minimale bezetting wordt verstaan, dat de afdelingen dusdanig bezet zijn, dat het publiek (telefonisch) kan worden bediend als het gaat om algemeen voorkomende zaken.
In de minimale bezetting is begrepen een receptioniste/telefoniste en een gemeen-tebode.
De beslissing wordt de dag voorafgaand aan de dag waarop de maatregel van kracht is genomen, uiterlijk om 14.00 uur.
Hoofdstuk 14 Cafetariamodel Arbeidsvoorwaarden gemeente Oldebroek
Met plezier naar je werk, dat wil toch iedereen?
Daarom biedt de werkgever een arbeidsvoorwaardenpakket dat aansluit op de individuele wensen en behoeften.
Maak zelf de keuzes die bij jouw werk- en privé-situatie passen.
Het Cafetariamodel Arbeidsvoorwaarden is er voor jou!
Stel zelf je pakket arbeidsvoorwaarden samen!
Als werknemer van de gemeente Oldebroek kun je een deel van het pakket arbeidsvoorwaarden zelf samenstellen. Bestudeer goed welke mogelijkheden er zijn, zodat je er optimaal gebruik van kunt maken.
Je kunt meedoen aan het cafetariamodel als je:
Cafetariamodel arbeidsvoorwaarden
Wat betekent het eigenlijk voor je? Heel simpel. Een aantal arbeidsvoorwaarden kun je zelf invullen. Eerst kies je een betaalmiddel/bron. Dit zet je in voor het doel van je keuze. Zo kun je bijvoorbeeld vakantiegeld inzetten voor extra pensioen. Maar je kunt er ook een deel van je loon ruilen voor een onbelaste vergoeding van een fiets.
Alle bronnen en doelen waaruit je kunt kiezen, komen op de volgende pagina's aan de orde. Ruilen is nooit gratis. Wil je iets krijgen, dan moet je ook iets leveren: een ruilmiddel. Binnen het cafetariamodel arbeidsvoorwaarden kennen we meerdere bronnen die ingezet kunnen worden om iets te verkrijgen. Hieronder staan alle bronnen op een rijtje met de doelen waarvoor je ze kunt inzetten.
Al deze mogelijkheden zijn gebonden aan regels en kennen begrenzingen. Niet iedere combinatie van doelen en bronnen is mogelijk. Zie de volgende onderdelen waarin alle mogelijkheden een toelichting krijgen waarbij het met name belangrijk is aandacht te schenken aan de consequenties van de inzet.
LET OP! Ruilen doe je met: "toekomstige" bronnen (loonbestanddelen, bronnen waar je nog recht op hebt. Dit betekent dat als je vakantiegeld wilt inzetten (uitbetaling in de maand mei) je ruim voor die maand aangegeven moet hebben af te zien van de uitbetaling en het vakantiegeld voor een ander doel te bestemmen. Is het vakantiegeld uitbetaald, kan hiervoor in het kader van uitruil niet meer over worden beschikt.
Dit is het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan je toegekende toelagen. Dit brutosalaris kan worden verlaagd en belastingvrij worden ingezet voor de doelen uit het Cafetariamodel.
Wanneer je een deel van het brutosalaris inzet om een doel te financieren, heeft dat gevolgen voor verschillende uitkeringen!!!!
Jouw eindejaarsuitkering wordt minder want die bedragen een percentage van je salaris. Jouw grondslag voor WW, WIA en ZW wordt lager. Wanneer je de bezoldiging gebruikt als bron en je wordt werkloos of ziek, kan jouw uitkering dus lager uitvallen. Met name bij een uitkering voor arbeidsongeschiktheid kan het voordeel nu, uiteindelijk over een aantal jaren een financieel nadeel opleveren.
Ook voor veel afgeleide regelingen zoals zorgtoeslag, huurtoeslag en studiefinanciering kan verhoging of verlaging van het fiscale loon gevolgen hebben. Ook (toekomstige) veranderingen in regelgeving kunnen tot nieuwe onvoorziene nadelen. leiden. Nadelige gevolgen zijn echter niet te verhalen op de Gemeente Oldebroek. De verantwoordelijkheid van de keuze ligt bij jou. Een eenmaal gemaakte keuze kan achteraf niet worden gewijzigd.
Kortom: wil je deze effecten voorkomen, dan kun je beter gebruik maken van een andere bron zoals bijvoorbeeld verlof of het jaarlijks uitbetaalde persoonlijk budget (€ 300,--) hiervoor aanwenden.
Aangezien nagenoeg elke medewerker gebruik kan maken van deze regeling leidt de uitruil op grond van een nieuw fiscaal besluit niet tot een verlaging van de pensioengrondslag, zodat dit nadelig effect vervalt.
De eindejaarsuitkering wordt in de maand december van het kalenderjaar uitbetaald. Ook hiervoor geldt bij inzet dat dit van invloed kan zijn op een eventuele uitkering krachtens de Sociale Verzekeringswetten. Zie onder "LET OP!" bij de bron Brutosalaris.
De vakantie-uitkering wordt in de maand mei van het kalenderjaar uitbetaald. Ook hiervoor geldt bij inzet dat dit van invloed kan zijn op een eventuele uitkering krachtens de Sociale Verzekeringswetten. Zie onder "LET OP!" bij de bron Brutosalaris.
Verlofuren (als bron dus ik "verkoop" verlofuren)
Een fulltimer mag maximaal 72 uren inzetten, een deeltijder naar rato.
Door de "verkoop" mag het resterend aantal verlofuren niet zakken onder de zogeheten basisaanspraak (144 uren voor een fulltimer, deeltijder naar rato). Dit naar aanleiding van een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.
Het recht van vier weken vakantie (geen ADV) moet worden genoten en mag niet worden uitbetaald. ook niet in volgende jaren.
Wanneer je in aanmerking komt voor deze bijdrage, bedraagt deze 1,5% van het in een kalenderjaar geldende salaris op jaarbasis. De levensloopbijdrage wordt eenmaal per kalenderjaar in de maand december betaald. Daarbij wordt aangeraden deze bijdrage door te storten naar het doel levensloop. Ook hiervoor geldt bij inzet dat dit van invloed kan zijn op een eventuele uitkering krachtens de Sociale Verzekeringswetten. Zie onder "Let op!" bij de bron Brutosalaris.
Na de inzet komt het leuke deel van de ruil: het doel.
Door het handig inzetten van jouw bronnen "ontvang" je de doelen waar je behoefte aan hebt. Want dat verschilt natuurlijk per persoon. Heb je jonge kinderen, dan heb je misschien meer behoefte aan verlof om flexibel te zijn tijdens schoolvakanties. Kom je bijna iedere dag op jouw fiets naar je werk, dan is een fiets misschien welkom.
Welke doelen kennen we binnen het Cafetariamodel Arbeidsvoorwaarden:
Reiskostenvergoeding woon-werkverkeer
Vergoeding contributie vakbond
Welke bronnen kun je hiervoor inzetten?
Je verkoopt als het ware verlofuren. Deze keuze kun je gedurende het hele kalenderjaar maken.
Verlofuren (als middel dus ik "koop" verlofuren)
Welke bronnen kun je hiervoor inzetten?
Alle bronnen met uitzondering van verlofuren (spreekt vanzelf)
Gedurende het kalenderjaar kun je "verlofuren" kopen waarna ze door de afdeling Interne Dienstverlening, sectie POIC worden bijgeschreven op jouw saldo. Eer wordt alleen gerekend met hele uren, halve uren zijn niet toegestaan.
Bij een volledige betrekking is het maximale aantal uren dat mag worden gekocht bepaald op 72 uren. Voor deeltijders geldt een naar evenredigheid van het dienstverband lager aantal uren als maximum.
Uitgangspunt voor de berekening van de geldwaarde van de gekochte uren is het brutosalaris per uur bij aanvang van het kalenderjaar waarop het verzoek betrekking heeft.
Welke bronnen kun je hiervoor inzetten?
Alle bronnen daarbij wordt aangeraden eerst gebruikt te maken van verlof
Of je kunt sparen voor extra pensioen en hoeveel is afhankelijk van jouw individuele fiscale ruimte. Die ruimte hangt af van jouw leeftijd, inkomen en het totaal dat je al aan pensioen hebt geregeld. Eventuele aanvullingen van jouw werkgever vallen ook daaronder, evenals pensioen dat je bij een andere pensioenfonds hebt opgebouwd.
Deze ruimte kun je (laten) bepalen door een bezoek aan de ABP-site (www.ABP.nl). Ook kun je telefonisch contact opnemen met het ABP (tel 045 579 6171). Het ABP zal je vragen om je deelnemersnummer. Dit vind je op het jaarlijks pensioenoverzicht.
Extra pensioensparen is via de Gemeente Oldebroek alleen mogelijk bij het ABP.
Je bent gezond op weg en fietst meer dan de helft van je werkdagen naar je werk?' OF je fietst meer dan de helft van je werkdagen een deel van de route naar jouw werkplek, bijvoorbeeld het station? Dan kun je een middel inzetten voor de aanschaf van een fiets.
Bij deelname teken je ervoor dat je weet wat er in de regeling staat en het ermee eens bent.
Welke bronnen kun je hiervoor inzetten?
Alle bronnen daarbij wordt aangeraden eerst verlof in te zetten.
Je kunt eens in de drie kalenderjaren maximaal € 749,00 belastingvrij inzetten voor een fiets. Daarnaast bestaat een regeling voor de aanschaf van fietsattributen tot maximaal € 82,-- per jaar. Je mag zelf bepalen wat voor een soort fiets en bij welke leverancier je de fiets koopt (een fiets met hulpmotor is ook toegestaan).
Voor het verstrekken van een fietsvergoeding is een rekening nodig, dit houdt in dat je de fiets al betaald hebt. Zogauw je aan alle voorwaarden hebt voldaan en de rekening binnen is, krijg je per omgaande in de eerstvolgende salarisbetaling de fiets vergoed.
De terugbetaling mag over maximaal drie kalenderjaren worden uitgesmeerd. Iedere 3 jaar kun je een nieuwe fiets kopen en daarvoor gebruikmaken van het Cafetariamodel Arbeidsvoorwaarden.
Welke bronnen kun je hiervoor inzetten?
Alle bronnen daarbij wordt aangeraden eerst verlof in te zetten.
Door een of meerdere door jou gekozen bronnen in te zetten kun je een reiskostenvergoeding woon-werkverkeer ontvangen op basis van € 0,19 per kilometer (belastingvrij vergoedingsbe-drag). De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van het aantal dagen per week waarop je ge-woonlijk tussen woning en uw werk reist én de enkele reisafstand tussen je woning en je werk. De enkele reisafstand is gemaximeerd op 75 kilometer en wordt bepaald met behulp van www.routenet.nl. Bij de berekening van het aantal reisdagen wordt op jaarbasis uitgegaan van maximaal 206 dagen.
Uitzondering: Bij ziekte langer dan 6 weken vindt stopzetting plaats en moet na herstel weer opnieuw worden aangevraagd.
Vergoeding contributie vakbond
Welke bronnen kun je hiervoor inzetten?
Alle bronnen daarbij wordt aangeraden eerst verlof in te zetten.
Als je lid van een vakbond bent of wilt worden, kun je een of meerdere bronnen inzetten voor de contributie. Het bedrag ontvang je in de vorm van een eenmalige onbelaste uitkering. Om hiervoor in aanmerking te komen moet je een kopie van het bewijs van lidmaatschap kunnen tonen met een kopie van de lidmaatschapskaart en een kopie van een betalingsafschrift waarop staat hoeveel je per maand of jaar aan contributie betaald. Je kunt alleen jouw eigen vakbondscontributie voor ruil in aanmerking brengen.
Welke bronnen kun je hiervoor inzetten?
Alle bronnen daarbij wordt aangeraden eerst verlof in te zetten.
Op 1 januari 2006 is de levensloopregeling van start gegaan. De medewerker kan de gekozen bron inzetten voor de levensloop.
Welke bronnen kun je hiervoor inzetten?
Alle bronnen daarbij wordt aangeraden eerst verlof in te zetten.
Met de spaarloonregeling kun je op fiscaal vriendelijke wijze sparen. Je mag per maand € 51,09 belastingvrij sparen en maximaal € 613,00 per jaar. Het spaargeld moet voor een periode van 4 jaar op een geblokkeerde rekening staan bij de bank en je ontvangt over dit bedrag een aantrekkelijke rente. Na 4 jaar kun je vrij beschikken over de gestorte spaargelden. Tussentijds mogen spaargelden opgenomen worden voor bijvoorbeeld aankoop van een woning of kinderopvang. Zie het spaarloonreglement van de bank en/of gemeente Oldebroek.
LET OP! Vanaf 1 januari 2006 word je in de gelegenheid gesteld om deel te nemen aan de levensloopregeling. Een voorwaarde voor deelname aan de levensloopregeling is dat je niet deelneemt aan de spaarloonregeling. Houdt hiermee rekening bij het maken van uw keuze.
Welke bronnen kun je hiervoor inzetten?
Alle bronnen daarbij wordt aangeraden eerst verlof in te zetten.
De medewerker kan de middelen aanwenden om vakliteratuur aan te schaffen.
Welke bronnen kun je hiervoor inzetten?
Alle bronnen daarbij wordt aangeraden eerst verlof in te zetten.
De medewerker kan de middelen aanwenden om workshops etc. te bezoeken.
Welke bronnen kun je hiervoor inzetten?
Alle bronnen daarbij wordt aangeraden eerst verlof in te zetten.
Ander werk binnen de gemeente:
Krijg je in het aanvraagjaar een andere baan binnen de gemeente, dan neem je de toegewezen cafetariamodel-aanspraken gewoon mee. Informeer jouw nieuwe leidinggevende over deze aanspraken.
Als achteraf blijkt dat je ten onrechte een betaalmiddel voor een belastingvrij doel hebt ingezet, moet je alsnog de verschuldigde belasting betalen. Ook een eventuele boete en rente zijn dan voor jouw rekening, bijvoorbeeld als je niet kunt aantonen dat je jouw fiets voor woon-werkverkeer gebruikt.
Wanneer jouw aanvraag wordt afgewezen en je het hiermee niet eens bent, kun je binnen zes weken na de dag van toezending van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Oldebroek, postbus 2, 8096 ZG Oldebroek. In het bezwaarschrift vermeld je de datum, je naam en adres, het besluit waartegen je bezwaar maakt en de gronden van jouw bezwaar.