GEMEENTE OLDEBROEK
Verordening op de raadscommissies
Nr. 2002003098
De raad van de gemeente Oldebroek;
gelet op de bepalingen van de Gemeentewet;
B E S L U I T:
vast te stellen de: Verordening tot regeling van de bevoegdheden,
samenstelling en werkwijze van de vaste raadscommissies.
Artikel 1 (commissies/naam)
- 1.
Er zijn de volgende commissies:
- a
de commissie Ruimte en Grond
- b
- c
- d
de commissie Bestuur en Veiligheid
- 2.
Het presidium bepaalt tot het werkterrein van welke commissie
bepaalde onderwerpen behoren.
Artikel 2 (taakstelling)
- 1.
De commissies hebben, elk voor het eigen werkterrein, tot taak
:
- a
de besluitvorming van de raad voor te bereiden;
- b
te overleggen met (de leden van) het college,
onderscheidenlijk de burgemeester;
- c
inwoners en belanghebbenden te horen
Artikel 3 (voorzitterschap)
- 1.
Als voorzitters zijn benoembaar de raadsleden die
fractievoorzitter of plaatsvervangend frac-tievoorzitter zijn.
- 2.
De raad wijst de voorzitters van de commissies aan op voordracht
van het presidium van de raad.
- 3.
De voorzitterszetel wordt niet gerekend tot het ledental,
bedoeld in artikel 4, leden 1 en 2.
- 4.
De voorzitter heeft als taak:
- a
het leiden van de vergadering;
- b
het handhaven van de orde;
- c
het doen naleven van de wet of dit reglement.
- 5.
Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt de voorzitter
vervangen door een van de door het presidium aangewezen
plaatsvervangend voorzitter.
- 6.
De voorzitter kan deelnemen aan de beraadslagingen, maar heeft
geen stem, behalve in het geval dat de stemmen staken.
Artikel 4 (samenstelling)
- 1.
Elke commissie heeft een aantal stemhebbende leden, gelijk aan
het aantal fracties in de gemeenteraad.
- 2.
Elke raadsfractie wordt vertegenwoordigd in elke commissie.
- 3.
Als leden zijn benoembaar:
- a
- b
de kandidaat-raadsleden, voorkomend op de
verkiezingslijsten, met dien verstande dat per fractie
in totaal niet meer dan twee kandidaat-raadsleden kunnen
worden benoemd.
- 4.
Waar de verdeling van de werkzaamheden binnen de raadsfracties
dit nodig maakt kan de raad voor een bepaalde fractie twee
personen als lid in een commissie benoemen, elk voor een bepaald
deel van het werkterrein van een commissie.
- 5.
De raad wijst tevens plaatsvervangende leden aan. Een
plaatsvervangend lid neemt aan het werk van de commissie deel
als het lid waarvoor hij als plaatsvervanger is aangewezen niet
aanwezig is.
- 6.
De raad wijst de leden aan op aanbeveling van het presidium.
Artikel 5 (betreffende niet-raadsleden)
- 1.
Voordat (plaatsvervangende) commissieleden, die geen raadslid
zijn, hun lidmaatschap uitoefenen, leggen zij in het openbaar in
handen van de voorzitter van de raad de in artikel 14 van de
Gemeentewet genoemde eed (verklaring en belofte) af.
- 2.
De commissieleden die geen raadslid zijn mogen geen functies
vervullen die met het raadslidmaatschap onverenigbaar zijn en
mogen geen handelingen verrichten als bedoeld in artikel 15 van
de Gemeentewet.
- 3.
De leden die geen raadslid zijn komen als zij in functie zijn in
aanmerking voor een vergoeding per bijgewoonde
commissievergadering.
Artikel 6 (zittingsduur)
- 1.
De leden van de commissies worden aangewezen voor de tijd
samenvallende met de zittingsduur van de gemeenteraad.
- 2.
Met het eindigen van het (kandidaat)lidmaatschap van de raad,
onderscheidenlijk het (plaatsvervangend) fractievoorzitterschap,
vervalt ook het lidmaatschap, onderscheidenlijk het
voorzitterschap van de commissie.
- 3.
De leden van de commissies kunnen te allen tijde ontslag nemen.
Zij delen dit schriftelijk mee aan het presidium van de
gemeenteraad. Degene die ontslag heeft genomen blijft lid totdat
een opvolger zijn benoeming heeft aangenomen.
Artikel 7 (ambtelijke bijstand)
De raad benoemt op voorstel van het presidium voor elke commissie een
gemeenteambtenaar als commissiegriffier. Een commissiegriffier staat de
commissie in alles wat de haar opgedragen taak aangaat terzijde en is
hiervoor slechts verantwoording verschuldigd aan de griffier en de raad.
Artikel 8 (vergaderingen)
- 1.
De commissies vergaderen volgens een jaarlijks door het
presidium vast te stellen vergaderschema (reguliere
vergaderingen) en verder zo vaak als het presidium, de
voorzitter of tenminste twee leden van een commissie het nodig
achten.
- 2.
Indien vergaderingen, voorkomende op het schema, worden afgelast
ontvangen de leden daarvan vanwege het presidium schriftelijk
bericht.
- 3.
Vergaderingen gaan niet door, als niet de helft van het aantal
fracties aanwezig is.
- 4.
Als een vergadering krachtens het bepaalde in het vorige lid
niet doorgaat, wordt zo spoedig mogelijk een nieuwe vergadering
uitgeschreven. Ongeacht het aantal aanwezige leden kan de
vergadering dan worden gehouden, maar alleen over de onderwerpen
die vermeld staan op de oproepingsbrieven voor de eerste
vergadering.
Artikel 9 (oproepen vergaderingen)
De leden worden schriftelijk opgeroepen:
- a.
voor reguliere vergaderingen door of namens de voorzitter van de
raad;
- b.
voor andere vergaderingen door of namens de voorzitter van de
commissie.
Artikel 10 (de agenda)
- 1.
De agenda voor een commissievergadering wordt door het presidium
voorlopig vastgesteld en met de daarbij behorende stukken samen
met de oproep voor de vergadering aan de commissieleden minstens
7 dagen voor de vergadering toegezonden.
- 2.
Indien een lid van een commissie daarom verzoekt, plaats het
presidium een onderwerp op de voorlopige agenda.
- 3.
De agenda wordt aan het begin van de vergadering definitief
vastgesteld door de commissie.
Artikel 11 (uitnodiging collegelid)
Het presidium kan het collegelid tot wiens portefeuille een bepaald
geagendeerd onderwerp behoort, uitnodigen om in de vergadering aanwezig
te zijn teneinde inlichtingen te verschaffen of een toelichting op het
agendapunt te geven. Het betreffende collegelid kan zich laten bijstaan
door een ambtelijk informant.
Artikel 12 (openbaarheid vergaderingen)
- 1.
De vergaderingen van de commissies zijn in de regel
openbaar.
- 2.
De deuren worden gesloten wanneer een commissielid of een
collegelid dit verlangt of de voorzitter het nodig vindt.
Vervolgens beslist de commissie of met gesloten deuren (verder)
zal worden vergaderd. Daarbij dient als maatstaf de overweging
dat met (verdere) openbare behandeling de bescherming van de
persoonlijke levenssfeer van een belanghebbende of het goed
functioneren van de gemeente wezenlijk zou kunnen worden
geschaad.
- 3.
Raadsleden kunnen op verzoek inzage verkrijgen van het verslag
van een besloten vergadering en van de stukken die in
beslotenheid aan de orde zijn geweest.
Artikel 13 (bekendmaking vergaderingen)
Gelijktijdig met de verzending van de oproepingsbrieven voor openbare
vergaderingen aan de leden wordt een exemplaar daarvan verstrekt aan de
daarvoor in aanmerking komende persorganen, en worden dag, plaats en
tijdstip van de openbare vergadering bekend gemaakt via de gemeentelijke
voorlichtingskanalen.
Artikel 14 (orde vergaderingen)
De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering en
is bevoegd, wanneer die orde op enigerlei wijze door de toehoorders
wordt verstoord, hen die dit doen, of alle toehoorders te doen
vertrekken.
Artikel 15 (spreekrecht belanghebbenden)
- 1.
Aan het begin van elke openbare vergadering is er voor direct
belanghebbenden, die dit bij de voorzitter hebben gemeld,
gelegenheid om in het kort het woord te voeren over op de agenda
voorkomende zaken. Leden van de commissie kunnen desgewenst aan
de betrokkene vragen stellen. Er wordt niet gediscussieerd.
- 2.
Door de zorg van de commissiegriffier worden belanghebbenden,
voor zover in redelijkheid mogelijk, van dit recht in kennis
gesteld.
Artikel 16 (uitgezonderde handelingen/stemming)
- 1.
In de commissies worden:
- a
geen besluiten, bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht
en de Gemeentewet, genomen;
- b
- c
geen amendementen voorgesteld;
- d
niet tot definitieve standpunten besloten met betrekking
tot de beleidsvorming en beleidstoetsing van het
college.
- 2.
Elk agendapunt wordt (slechts) afgesloten met een door de
voorzitter geformuleerd afdoeningsvoorstel, waarover de
commissie bij hoofdelijke stemming beslist. Deze beslissingen
worden genomen bij meerderheid van stemmen.
- 3.
Indien er geen meerderheid voor een afdoeningsbeslissing is,
wordt dit meegedeeld aan het presidium onder vermelding van de
verschillende standpunten.
- 4.
Een duo-lid, tot wiens werkgebied het betreffende onderwerp niet
behoort, heeft geen stem, tenzij hij optreedt als
plaatsvervanger.
Artikel 17 (verslag)
Door de zorg van de commissiegriffier wordt van elke vergadering een
verslag opgesteld.
Artikel 18 (onvoorziene omstandigheden)
- 1.
In de gevallen waarin deze verordening mocht blijken niet te
voorzien beslist het presidium.
- 2.
Onvoorziene zaken die zich tijdens een vergadering aandienen
worden beslist door de commissie.
Artikel 19 (inwerkingtreding)
Deze "Verordening op de raadscommissies" treedt in werking op 3 juli
2002 en vervangt de Verordening op de commissies, vastgesteld bij
raadsbesluit van 1 december 1994.