Organisatie | Oldebroek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rioolrecht 2009 |
Citeertitel | Verordening rioolrecht 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | model aangiftebiljet RIO1 2009.pdf |
Geen.
Gemeentewet, art. 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2009 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 16-12-2008 Huis aan Huis, 23-12-2008 Internet, 23-12-2008 | AVV+NK |
Artikel 3 Grondslag van heffing
Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op de hoeveelheid water die in de aan het einde van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het eigendom is toegevoerd of opgepompt. Als de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de vastgestelde hoeveelheid water herrekend naar twaalf maanden. Daarbij wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsduur
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar begint, is de belasting verschuldigd over de in dat jaar resterende volledige kalendermaanden. De hoogte van de belasting wordt berekend door het tarief per belastingjaar te delen door twaalf en de uitkomst te vermenigvuldigen met het resterende aantal volledige kalendermaanden.
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat recht op ontheffing van de verschuldigde belasting voor de in dat jaar resterende volledige kalendermaanden. De hoogte van de ontheffing wordt berekend door het tarief per belastingjaar te delen door twaalf en de uitkomst te vermenigvuldigen met het resterende aantal volledige kalendermaanden.
Artikel 8 Termijnen van betaling
De aanslagen die uitsluitend betrekking hebben op woningen moeten, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden betaald in maximaal drie gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens drie maanden later.
Voor de aanslagen die uitsluitend betrekking hebben op woningen geldt, in afwijking van het eerste lid van dit artikel en in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, dat het bedrag in tien gelijke termijnen kan worden betaald als de belastingplichtige een machtiging voor automatische betalingsincasso heeft afgegeven. De eerste termijn vervalt dan één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen steeds een maand later. Deze machtiging voor automatische betalingsincasso in tien gelijke termijnen is alleen mogelijk als het totaalbedrag van de op het aanslagbiljet vermelde aanslag(en) meer is dan € 100,00 en minder dan € 10.000,00.
De aanslagen die betrekking hebben op eigendommen die niet of niet uitsluitend in gebruik zijn als woning worden, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, betaald in maximaal drie gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens twee maanden later.
Bij de invordering van het rioolrecht voor eigendommen die uitsluitend in gebruik zijn als woning kan kwijtschelding worden verleend. Bij de bepaling van de hoogte van de kwijtschelding wordt rekening gehouden met de bepalingen in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. In afwijking van artikel 16 van die regeling wordt een percentage van 100% van de bijstandsnorm gehanteerd.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven over de heffing en de invordering van het rioolrecht.