Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Oldebroek

Verordening leerlingenvervoer gemeente Oldebroek

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Oldebroek
Officiële naam regelingVerordening leerlingenvervoer gemeente Oldebroek
CiteertitelVerordening leerlingenvervoer gemeente Oldebroek
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op het primair onderwijs, art. 4
  2. Wet op de expertisecentra, art. 4
  3. Wet op het voortgezet onderwijs, art. 4

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-200907-05-2013nieuwe regeling

03-03-2009

Huis aan Huis, 21-04-2009

AVV+NK

Tekst van de regeling

Nr. 41809

De raad van de gemeente Oldebroek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 januari 2009;

gelet op de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende Verordening leerlingenvervoer gemeente Oldebroek.

TITEL 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1: Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aangepast vervoer: vervoer per besloten bus, taxi, treintaxi of bustaxi;

  • b.

    afstand: de afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;

  • c.

    ambulante begeleiding: begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra. Begeleiding voor leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of school voor voortgezet onderwijs en die naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs;

  • d.

    commissie voor de begeleiding: de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van één of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde expertisecentrum instandhouden;

  • e.

    commissie voor de indicatiestelling: de commissie als bedoeld in artikel 28 c van de Wet op de expertisecentra;

  • f.

    eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets;

  • g.

    gehandicapte leerling: een leerling bedoeld onder i, die door een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet, of niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken;

  • h.

    inkomen: het als gevolg van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 (Stbl. 2000, 215) vastgestelde gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in het tweede kalenderjaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt gevraagd;

  • i.

    leerling: een leerling van een school als bedoeld onder r;

  • j.

    openbaar vervoer: voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling per trein, metro, tram, bus of veerdienst;

  • k.

    opdc: orthopedagogisch en -didactisch centrum als bedoeld in artikel 10h, derde lid, Wet op het voortgezet onderwijs;

  • l.

    opstapplaats: plaats aangewezen door het college, vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer;

  • m.

    ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerling;

  • n.

    permanente commissie leerlingenzorg: de commissie als bedoeld in artikel 23 van de Wet op het primair onderwijs;

  • o.

    regionale verwijzingscommissie: de commissie als bedoeld in artikel 10g van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • p.

    reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten als en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft, of de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids, een eventuele wachttijd, en de aankomst bij de woning;

  • q.

    samenwerkingsverband: het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wet op het primair onderwijs;

  • r.

    school:

    • een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs (Stbl. 1998, 495);

    • een school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra (Stbl. 1998, 496);

    • een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (Stbl. 1998, 512);

  • s.

    toegankelijke school:

    • voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;

    • voor wat betreft scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor voortgezet onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;

  • t.

    vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning of de opstapplaats en de school, dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;

  • u.

    vervoersvoorziening: een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerkosten van de leerling en zo nodig diens begeleider, of bekostiging van de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of laat verzorgen;

  • v.

    woning: de plaats waar de leerling voortdurend verblijft.

Artikel 2: Bekostiging van de door het college noodzakelijk te achten vervoerskosten
  • 1.

    Voor het schoolbezoek van in de gemeente verblijvende leerlingen kent het college aan de ouders op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van deze verordening.

  • 2.

    Als het college een voorziening toekent, kan zij van de ouders die een gedeeltelijke bekostiging ontvangen een bijdrage verlangen. De hoogte van de bijdrage wordt volgens deze verordening bepaald. Het weigeren of vergeten de bijdrage te betalen, doet de aanspraak op bekostiging vervallen.

  • 3.

    Ondanks de bepalingen in deze verordening blijft het schoolbezoek van hun kinderen de verantwoordelijkheid van de ouders.

  • 4.

    Als begeleiding in het schoolvervoer vereist is, is het de verantwoordelijkheid van de ouders om hier in te voorzien.

  • 5.

    Als de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, wordt de bekostiging op aanvraag verstrekt aan de leerling.

Artikel 3: Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
  • 1.

    Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning of de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school. Hiervan kan worden afgewezen als het vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich meebrengt en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.

  • 2.

    Ouders kunnen een bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 11 of 15 is bepaald. Als er een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, moeten de ouders schriftelijk verklaren dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs of de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, die dichterbij de woning zijn gelegen.

Artikel 4: Uitbetaling van de bekostiging

Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de vervoerskosten, de wijze, het tijdstip van de uitbetaling en de tijdsduur van de verstrekte bekostiging. Als het mogelijk is wordt de bekostiging voor meerdere jaren of de hele schoolperiode vastgesteld.

Artikel 5: Aanvraagprocedure
  • 1.

    Een aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan door indiening bij het college van een volledig ingevuld en door de ouders ondertekend formulier, voorzien van de op het formulier gevraagde gegevens.

  • 2.

    Als het voor een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kan het college de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.

  • 3.

    Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens. Het college kan het besluit met maximaal vier weken uitstellen en stelt de aanvrager hiervan schriftelijk op de hoogte.

  • 4.

    Als een vervoersvoorziening wordt toegekend wordt deze getroffen:

    • a

      met ingang van het nieuwe schooljaar;

    • b

      met ingang van het nieuwe schooljaar of zo spoedig mogelijk daarna, als de aanvraag is ingediend na 1 juni, maar voor de aanvang van het nieuwe schooljaar;

    • c

      met ingang van de door de ouders verzochte datum als het een aanvraag gedurende het schooljaar betreft. De ingangsdatum waarop de bekostiging wordt verstrekt kan niet voor de datum van ontvangst van de aanvraag liggen.

  • 5.

    In verband met het bepaalde in lid 4 moet de aanvraag voor 1 juni voorafgaand aan het schooljaar worden ingediend, of zo spoedig mogelijk daarna.

Artikel 6: Doorgeven van wijzigingen
  • 1.

    De ouders zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de verstrekte bekostiging van de vervoerskosten, onder vermelding van de datum van wijziging, direct schriftelijk mede te delen aan het college.

  • 2.

    Als sprake is van een wijziging die van invloed is op de bekostiging, dan vervalt de aanspraak op bekostiging. Indien nodig verstrekt het college opnieuw een bekostiging.

  • 3.

    Als de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor blijkt dat ten onrechte bekostiging is verstrekt, vervalt de aanspraak op bekostiging van de vervoerskosten. Het college verstrekt waar nodig opnieuw een bekostiging van de vervoerskosten rekeninghoudend met de gewijzigde omstandigheden. Het college deelt zijn besluit schriftelijk mee aan de ouders.

  • 4.

    Ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd, of worden verrekend bij een eventuele nieuwe verstrekking van bekostiging.

Artikel 7: Peildatum leeftijd leerling

Voor het verstrekken van bekostiging op basis van artikel 12 geldt de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de bekostiging betrekking heeft.

Artikel 8: Andere vergoedingen

De aanspraak op bekostiging wordt verminderd met de aanspraak op een andere toelage, voor zover die voor de betreffende leerling betrekking heeft op de reiskosten.

TITEL 2: BEPALINGEN OVER HET VERVOER VAN DE (NIET-GEHANDICAPTE) LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Artikel 9: Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband

Rekeninghoudend met het bepaalde in artikel 3 wordt bekostiging verstrekt van de kosten van het vervoer over de afstand tussen de woning of de opstapplaats en:

  • a.

    de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of

  • b.

    een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a. bedoelde samenwerkingsverband, als het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder a.

Artikel 10: Permanente commissie leerlingenzorg

Als het college de gevraagde voorziening voor een leerling op een school voor primair onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dan moet het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg betrekken.

Artikel 11: Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
  • 1.

    Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, als de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets, als de leerling naar het oordeel van het college, eventueel onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 12: Bekostiging van de kosten van het vervoer van een begeleider
  • 1.

    Als er aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 11, bekostigt het college ook de daarin bedoelde kosten ten behoeve van 1 begeleider, als de leerling jonger dan negen jaar is, of door de ouders aan het college voldoende wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2.

    Als een begeleider meer dan een leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer voor één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 13: Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, als voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 11, en

  • a.

    de leerling met het openbaar vervoer naar school of terug, per enkele reis meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

  • b.

    openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college eventueel onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets.

Artikel 14: Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
  • 1

    Als aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op verzoek toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2

    Als op grond van het eerste lid aan de ouders toestemming is verleend, bekostigt het college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:

  • een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, als er aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, rekeninghoudend met de bepalingen in het vijfde lid;

  • een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, als er aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

  • 3

    Als op grond van het eerste lid aan de ouders toestemming is verleend, bekostigt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, rekeninghoudend met de bepalingen in het vierde lid.

  • 4

    Aan de ouders die een of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van de gemeente voor het vervoer van een of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 5

    Als er aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college desgewenst toestaat, of van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, bekostigt het college aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

TITEL 3: BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR (VOORTGEZET) SPECIAAL ONDERWIJS

Artikel 15: Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
  • 1.

    Het college verstrekt aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, als de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan twee kilometer bedraagt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, als de leerling naar het oordeel van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 15a: Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke cluster 4 school op basis van de Wet op de expertisecentra(WEC)

Rekeninghoudend met de bepalingen in artikel 3 geldt voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster 4 bezoekt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionale expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.

Artikel 16: Commissie voor de begeleiding

Als het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, moet het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen betrekken.

Artikel 17: Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider
  • 1.

    Als er aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 15, bekostigt het college ook de daarin bedoelde kosten voor een begeleider, als door de ouders aan het college voldoende is aangetoond dat de leerling, door zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

  • 2.

    Als een begeleider meer dan een leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 18: Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, als voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 15, en

  • a.

    de gehandicapte leerling, naar het oordeel van het college niet in staat is, ook niet onder begeleiding, van openbaar vervoer gebruik te maken, of:

  • b.

    de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

  • c.

    openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college eventueel onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 19: Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
  • 1

    Als aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan een of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • 2

    Als op grond van het eerste lid aan de ouders toestemming is verleend, bekostigt het college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, of laten vervoeren:

  • een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, als aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, rekeninghoudend met de bepalingen in het vijfde lid;

  • een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, als aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, rekeninghoudend met de bepalingen in het vierde lid.

  • 3

    Als op grond van het eerste lid aan de ouders toestemming is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan een leerling tegelijk zelf vervoeren, of laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, rekeninghoudend met de bepalingen in het vierde lid.

  • 4

    Aan de ouders die een of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van de gemeente voor het vervoer van een of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 5

    Als aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college toestaat, of vindt dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets of bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

Artikel 20: Bekostiging vervoerskosten van gehandicapte leerlingen voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs
  • a.

    Het college verstrekt ook bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, als de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 15, als het college van oordeel is dat de lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap van de leerling dat vereist.

  • b.

    Als aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten zoals bedoeld in het eerste lid, is artikel 19 van toepassing.

TITEL 4: BEPALINGEN OMTRENT WEEKEINDE- EN VAKANTIEVERVOER

Artikel 21: Bekostiging van de kosten van het weekeinde en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders

Het college bekostigt de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens de bepalingen in artikel 22.

Artikel 22: Bekostiging kosten weekeinde en vakantievervoer
  • 1.

    Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten van het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.

  • 2.

    Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.

  • 3.

    Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 16, artikel 17, tweede lid, artikel 18, eerste lid onder b, artikel 18, tweede lid, en artikel 20.

TITEL 5: EIGEN BIJDRAGE EN BEKOSTIGING NAAR FINANCIËLE DRAAG-KRACHT

Artikel 23: Drempelbedrag
  • 1

    Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het inkomen samen meer bedraagt dan € 22.050,00, wordt slechts bekostiging verstrekt voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand te boven gaan.

  • 2

    In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel laat verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt een eigen bijdrage. De bijdrage is per leerling per schooljaar en gelijk aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand. Dit geldt alleen als het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 22.050,00.

  • 3

    De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die is gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt. Dit is ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.

  • 4

    Het bedrag van € 22.050,00, genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 2009 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en afgerond op een veelvoud van € 450,00. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 22.050,00.

  • 5

    Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling aan wie op grond van Titel 6 van deze verordening een vervoersvoorziening is verstrekt.

Artikel 24: Financiële draagkracht
  • 1.

    Als de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, wordt de vastgestelde bekostiging verminderd met een van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag.

  • 2.

    In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel laat verzorgen, en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.

  • 3.

    De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid worden berekend per gezin en zijn afhankelijk van de hoogte van het gecorrigeerde verzamelinkomen van de ouders in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 2001.

  • 4.

    Zij bedragen:

Inkomen in euro’sEigen bijdragen in euro’s
0 – 29.500Nihil
29.500 – 35.500115
35.500 – 41.000475
41.000 – 46.500890
46.500 – 53.0001.300
53.000 – 58.5001.715
58.500 en verderVoor elke extra € 4.500: € 420 erbij
  • 5.

    De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2009 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en afgerond op een veelvoud van € 500,00.

  • 6.

    De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 2009 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en afgerond op een veelvoud van € 5,00.

  • 7.

    Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt.

TITEL 6: BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN GEHANDICAPTE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Artikel 25: Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding
  • 1.

    Rekeninghoudend met de bepalingen in artikel 3 verstrekt het college bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en die gehandicapt is. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht.

  • 2.

    Als het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, moet zij bij de beslissing het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen betrekken.

  • 3.

    Als een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets of bromfiets, als de leerling naar het oordeel van het college, eventueel onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, of zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 26: Bekostiging op basis van kosten van aangepast vervoer
  • 1

    Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, als

  • de leerling niet, ook niet onder begeleiding met het openbaar vervoer kan reizen. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht. Of:

  • aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 25 en de leerling met het openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur per enkele reis onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

  • aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 25 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college eventueel onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, of zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

  • 2

    Als het college de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekent, moet zij bij de beslissing het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 27: Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
  • 1

    Als er aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kan het college de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

  • Als er toestemming op grond van het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, of laten vervoeren:

  • een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer met begeleiding, als er aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, rekeninghoudend met de bepalingen in het vijfde lid;

  • een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, als er aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, rekeninghoudend met de bepalingen in het vierde lid.

  • 2

    Als er toestemming op grond van het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan een leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, rekeninghoudend met de bepalingen in het vierde lid.

  • 3

    Aan de ouders die een of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeente voor het vervoer van een of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling binnenland, wordt door het college geen bekostiging verstrekt.

  • 4

    Als er aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en het college toestaat, of vindt dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekt het college aan de ouders bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de fiets of bromfiets, afgeleid van de Reisregeling binnenland.

TITEL 7: SLOTBEPALINGEN

Artikel 28: Beslissing college in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 29: Afwijken van bepalingen

Het college kan in bijzondere gevallen, met betrekking tot het vervoer voor onderwijs, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zonodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie van begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.

Artikel 30: Intrekking oude regeling

De verordening leerlingenvervoer gemeente Oldebroek vastgesteld op 24 juni 2003 wordt hierbij ingetrokken.

Artikel 31: Overgangsregeling

Voor leerlingen in het primair onderwijs voor wie in het schooljaar 2008-2009 recht bestond op een bekostiging van het vervoer en waarvan de afstand van huis naar school tussen de vier en zes kilometer ligt, wordt de bekostiging voor het schooljaar 2009-2010 bepaald op 50% van de bekostiging over het schooljaar 2008-2009.

Artikel 32: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2009.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de gemeenteraad van Oldebroek

op 3 maart 2009.

, voorzitter.

, griffier.