Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Oldebroek

Verordening rechten gemeentelijke begraafplaatsen 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Oldebroek
Officiële naam regelingVerordening rechten gemeentelijke begraafplaatsen 2008
CiteertitelVerordening rechten gemeentelijke begraafplaatsen 2008
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229 eerste lid, aanhef en onderdelen a en b

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2012nieuwe regeling

08-11-2011

Huis-aan-huis krant: 22-11-2011 Internet: 22-11-2011

AVV+NK
01-01-201101-01-2012nieuwe regeling

10-11-2010

Huis-aan-huis krant en internet: 23-11-2010

AVV+NK
01-01-201001-01-2010nieuwe regeling

29-09-2009

Huis aan huis, 01-12-2009

AVV+NK
01-01-201001-01-2010nieuwe regeling

15-12-2009

Huis-aan-huis 22-12-2009 Internet 22-12-2009

AVV+NK
01-01-201001-01-2011nieuwe regeling

16-02-2010

Huis-aan-huis 9-03-2010 Internet 9-03-2010

Geen.
01-01-200901-01-200901-01-2010nieuwe regeling

30-09-2008

Huis aan Huis, 11-11-2008 Internet, 11-11-2008

AW+NK

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Oldebroek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van ;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de: "Verordening rechten gemeentelijke begraafplaatsen 2009".

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Deze verordening verstaat onder:

    • a

      begraafplaatsen: de vier gemeentelijke begraafplaatsen, gelegen aan respectievelijk de Stationsweg te Wezep, de Bovenheigraaf te Wezep, de Mheneweg Zuid te Oldebroek en de Oostendorperstraatweg te Oosterwolde;

    • b

      graf: een daartoe aangewezen gedeelte op een gemeentelijke begraafplaats waar één of twee grafruimten aanwezig zijn;

    • c

      grafruimte: een ruimte in een graf bestemd en geschikt tot:

      • -

        het doen begraven en begraven houden van één lijk of één asbus met of zonder urn;

      • -

        het doen verstrooien van de as van één overledene;

    • d

      eigen grafruimte: een grafruimte of (een gedeelte van) een grafkelder, waarvoor voor (on)bepaalde tijd aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om één stoffelijk overschot of asbus of urn in onder te brengen of as te verstrooien van één overledene;

    • e

      eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van één asbus met of zonder urn;

    • f

      algemene grafruimte: een grafruimte bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van één lijk of één asbus met of zonder urn;

    • g

      asbus: een bus voor de berging van de as van één overledene;

    • h

      urn: een voorwerp voor de berging van één asbus;

    • i

      verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

    • j

      grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, een urnennis of een verstrooiingsplaats;

    • k

      grafrecht: het te heffen bedrag voor het verlenen van het uitsluitend recht voor het laten begraven van één lijk, urn of asbus, of voor verstrooiing van de as van één overledene in een grafruimte of voor het bijzetten van één asbus of urn in een eigen urnennis;

    • l

      begraafrecht: het te heffen bedrag voor het begraven van een lijk, urn of asbus, voor het bijzetten van een urn of asbus of voor verstrooiing van de as van één overledene.

    • m

      onderhoudsrecht: het bedrag dat wordt geheven als evenredig deel in de kosten van het dagelijks onderhoud van de gehele begraafplaats, inclusief de graven en grafbedekking.

  • 2.

    De in deze verordening vermelde rechten en door of namens de gemeente te verrichten diensten worden geacht te zijn verleend en/of uitgevoerd op grond van de beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van rechten of diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene die het recht op het gebruik van een grafruimte of urnennis heeft en/of de dienst aanvraagt of voor wie de dienst wordt verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • 1.

    het begraven van het stoffelijk overschot van levenloos geboren of kort na de geboorte overleden kinderen, die in één kist met hun overleden moeder worden begraven als moeder en kind kort na elkaar zijn overleden;

  • 2.

    het op rechterlijk gezag opgraven en weer in dezelfde grafruimte begraven van een stoffelijk overschot.

Artikel 5 Grondslag van heffing en belastingtarief

De rechten worden geheven naar de grondslagen en de tarieven zoals opgenomen in de tarieventabel die bij deze verordening hoort.

Artikel 6 Ingangsdatum en heffing naar tijdsduur van het onderhoudsrecht

  • 1.

    Voor het onderhoudsrecht dat per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Voor het onderhoudsrecht dat is bedoeld in de artikelen 3.3 tot en met 3.6 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

  • 3.

    Het onderhoudsrecht is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, als dat later is, bij het begin van de belastingplicht.

  • 4.

    Als de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak begint, is het onderhoudsrecht per jaar verschuldigd over de in dat jaar resterende volledige kalendermaanden. De hoogte van de belasting wordt berekend door het tarief per belastingjaar te delen door twaalf en de uitkomst te vermenigvuldigen met het resterende aantal volledige kalendermaanden.

  • 5.

    Als de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat recht op ontheffing voor het onderhoudsrecht per jaar voor de in dat jaar resterende volledige kalendermaanden. De hoogte van de ontheffing wordt berekend door het tarief per belastingjaar te delen door twaalf en de uitkomst te vermenigvuldigen met het resterende aantal volledige kalendermaanden.

Artikel 7 Ingangsdatum van de overige rechten

Andere rechten dan het onderhoudsrecht zijn verschuldigd bij het begin van de dienstverlening of bij het begin van het recht op het gebruik van een grafruimte of urnennis op één van de gemeentelijke begraafplaatsen.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1.

    Het onderhoudsrecht wordt opgelegd door het sturen van een aanslagbiljet.

  • 2.

    De andere rechten worden opgelegd door het sturen van een nota.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    Het onderhoudsrecht moet, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, worden betaald in één termijn. Die termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    De andere rechten moeten, in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, worden betaald binnen één maand na dagtekening van de nota.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden vermelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de rechten gemeentelijke begraafplaatsen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven over de heffing en de invordering van de rechten gemeentelijke begraafplaatsen.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    De "Verordening rechten gemeentelijke begraafplaatsen 2008" van 30 september 2008 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2009. Die verordening blijft echter wel van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.

    Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

    van de gemeenteraad van Oldebroek op 30 september 2008.

    , voorzitter. , griffier.

    , de griffier van de gemeente Oldebroek.