Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Oldebroek

Verordening marktgeld 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Oldebroek
Officiële naam regelingVerordening marktgeld 2011
CiteertitelVerordening marktgeld 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2012nieuwe regeling

08-11-2011

Huis-aan-huis krant: 22-11-2011 Internet: 22-11-2011

AVV+NK
01-01-201101-01-2012nieuwe regeling

10-11-2010

Huis-aan-huis krant en internet: 23-11-2010

AVV+NK
01-01-201001-01-2011nieuwe regeling

11-11-2009

Huis-aan-huis 24-11-2009 Internet 26-11-2009

AVV+NK
01-01-200901-01-2010nieuwe regeling

12-11-2008

Huis aan Huis, 25-11-2008 Internet, 25-11-2008

AVV+NK

Tekst van de regeling

Nr.

De raad van de gemeente Oldebroek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 september 2010;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de: 'Verordening marktgeld 2011'.

Artikel 1 Belastbaar feit

Marktgeld wordt geheven voor het door het gemeentebestuur ter beschikking stellen van een standplaats op de voor de markt aangewezen plaatsen en tijden, voor het uitoefenen van de markthandel en daarmee verband houdende handelingen en/of het gebruik van verstrekte hulpmiddelen.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig is degene aan wie de standplaats is toegewezen.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1.

    Het marktgeld bedraagt, voor een incidentele standplaats op de weekmarkt, per dag of gedeelte daarvan, gerekend naar de frontbreedte van de standplaats per strekkende meter: € 1,50.

  • 2.

    Het onder lid 1 bedoelde marktgeld wordt verhoogd met € 2,30 per standplaats per dag of gedeelte daarvan voor promotiedoeleinden.

  • 3.

    Het marktgeld bedraagt, voor een vaste standplaats op de weekmarkt, per kalenderkwartaal, gerekend naar de frontbreedte van de standplaats per strekkende meter: € 16,42.

  • 4.

    Het onder lid 3 bedoelde marktgeld wordt verhoogd met € 29,50 per standplaats per kalenderkwartaal voor promotiedoeleinden.

  • 5.

    Als een vaste standplaats op de weekmarkt in de loop van een kalenderkwartaal wordt toegewezen dan wordt het marktgeld tot het begin van het eerstvolgende kalenderkwartaal berekend naar het tarief van een incidentele standplaats.

  • 6.

    Het marktgeld op de jaarmarkt bedraagt voor een standplaats met een maximale diepte van 4 strekkende meters, per dag of gedeelte daarvan, gerekend naar de frontbreedte van de standplaats, per strekkende meter € 8,85.

    • 6.1.

      Het marktgeld voor de jaarmarkt bedraagt voor charitatieve, culturele of algemeen nut nastrevende instellingen 50% van het tarief in artikel 3, lid 6.

  • 7.

    Voor de berekening van het marktgeld geldt een gedeelte van een strekkende meter als een hele strekkende meter.

Artikel 4 Wijze van belastingheffing

  • 1.

    Het marktgeld zoals bedoeld in artikel 3, de leden 1, 2, 6 en 6.1 wordt opgelegd door het sturen van een nota.

  • 2.

    Het marktgeld als bedoeld in artikel 3, de leden 3 en 4 wordt opgelegd door het sturen van een aanslagbiljet.

Artikel 5 Tijdstip van verschuldigdheid en van betaling

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van de belastingplicht.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het op grond van artikel 3, leden 1 en 2 verschuldigde marktgeld worden betaald op het moment waarop de nota wordt afgegeven.

  • 3.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het op grond van artikel 3, leden 3 en 4 verschuldigde marktgeld worden betaald in één termijn. Die termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 4.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het op grond van artikel 3, leden 6 en 6.1 verschuldigde marktgeld worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van de nota.

  • 5.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden vermelde termijnen.

Artikel 6 Kwijtschelding

Bij de invordering van het marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 7 Teruggaaf

  • 1.

    Teruggaaf van het onder artikel 3, leden 3 en 4 bedoelde marktgeld vindt alleen plaats als de belastingplichtige ten minste drie achtereenvolgende marktdagen geen gebruik heeft gemaakt van de vaste standplaats.

  • 2.

    In geval van teruggaaf wordt het terug te betalen marktgeld berekend aan de hand van het aantal keren dat van de standplaats geen gebruik wordt gemaakt. Daarbij wordt gerekend dat er 13 marktdagen in een kalenderkwartaal zijn.

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven over de heffing en de invordering van het marktgeld.

Artikel 9 Overgangsrecht

De 'Verordening marktgeld 2010' van 10/11 november 2009 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2011. Die verordening blijft echter wel van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

    Aldus besloten in de openbare vergadering

    van de gemeenteraad van Oldebroek

    op 9 en 10 november 2010.

    , voorzitter.

    , griffier.