Overheidsorganisatie | Gemeente Oldebroek |
---|---|
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie |
Citeertitel | Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie |
Vastgesteld door | geattribueerde functionaris |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 15-12-2015 Gemeenteblad: 18-12-2015 | 231844 / 231845 | |
01-01-2015 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 05-12-2014 Gemeenteblad: 5-12-2014 | AVV+NK | |
01-01-2014 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 12-12-2013 Huis aan Huis en internet: 31-12-2013 | AVV+NK | |
01-01-2013 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 11-12-2012 Huis aan Huis en internet: 27-12-2012 | AVV+NK | |
01-01-2011 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 14-12-2010 Huis aan Huis: 28-12-2010 Internet: 28-12-2010 | AVV+NK | |
15-12-2009 | 01-01-2011 | nieuwe regeling | 15-12-2009 Huis aan Huis, 22-12-2009 Internet, 22-12-2009 | Extern werkend | |
14-01-2009 | 15-12-2009 | nieuwe regeling | 13-01-2009 Huis aan Huis, 27-01-2009 Internet, 27-01-2009 | Extern werkend |
Nr. 231844 / 231845
De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar van Oldebroek;
gelet op het bepaalde in:
artikel 1 van de verordening onroerende-zaakbelastingen 2016;
artikel 3 van de verordening afvalstoffenheffing 2016;
artikel 3 van de verordening rioolheffing 2016;
artikel 2 van de verordening forensenbelasting 2016.
B E S L U I T:
vast te stellen de volgende:
In sommige gevallen kunnen volgens de wettelijke regels meerdere personen belastingplichtig zijn voor één belastingobject (onroerende zaak of perceel). In die gevallen mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. Daarvoor gebruikt de gemeente Oldebroek een voorkeursvolgorde die is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige en doeltreffende heffing en invordering. Toepassing vindt plaats voor zover de gegevens aanwezig of te achterhalen zijn.
De in de voorkeursvolgorde opgenomen normen bevatten geen volledige opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.
Eigendom: | het meest volkomen recht om over een zaak te beschikken. |
Bezit: | het beschikken over de feitelijke macht over een zaak, met uitsluiting van anderen, met de wil de macht over die zaak voor zichzelf uit te oefenen. |
Beperkt recht: | een recht dat geldt naast het eigendomsrecht. Voorbeelden zijn: vruchtgebruik, opstal en erfpacht. |
Recht van vruchtgebruik: | het beperkte recht om van andermans zaak de vruchten te hebben, alsof men zelf eigenaar is. Dit recht eindigt door de dood van de vruchtgebruiker of door verloop van tijd. |
Recht van gebruik en bewoning: | het beperkte recht om een onroerende zaak te gebruiken die men niet in eigendom heeft. Het eindigt op dezelfde manier als vruchtgebruik. |
Recht van opstal: | het beperkte recht om gebouwen, werken of beplantingen op andermans grond in eigendom te hebben. |
Recht van erfpacht: | het beperkte recht om gedurende een bepaalde of onbepaalde tijd het genot over een onroerende zaak te hebben. |
Appartementsgerechtigde:: | de juridische benaming voor de eigenaar van een appartement. |
Natuurlijke persoon: | de mens als rechtssubject. Een rechtssubject is een zelfstandige drager van rechten, verplichtingen en bevoegdheden. |
Niet-natuurlijke persoon: | o.a. bedrijf, school, ziekenhuis, instelling, overheid en vrij beroep. |
Voor één onroerende zaak kunnen er verschillende soorten genothebbenden zijn. Voor de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden door eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag dan in onderstaande volgorde gesteld op naam van:
de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:
de vruchtgebruiker of gerechtigde door recht van gebruik en bewoning;
de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht of een opstalrecht voor de aanleg en het onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft;
de erfpachter;
de eigenaar of appartementsgerechtigde;
degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, waaronder de bezitter.
Voor de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden door eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld op naam van:
degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;
degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt;
degene die in de gemeente Oldebroek woont of is gevestigd;
een natuurlijke persoon boven een niet-natuurlijke persoon;
bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd.
Voor het gebruikersgedeelte van de onroerende-zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld op naam van:
degene die in de basisregistratie personen het langst staat ingeschreven op het betrokken adres;
de oudste in leeftijd;
degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject naar voren komt.
Voor de forensenbelasting wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld op naam van:
degene die, al dan niet op grond van deze beleidsregels, ook als genothebbende door eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt, als deze ook gebruiker is;
de oudste in leeftijd;
degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject naar voren komt.
Als aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingen worden samengevoegd op één aanslagbiljet, worden deze in onderstaande volgorde op naam gesteld van de belastingplichtige die:
6.1 volgens de onderdelen 2 en 3 kan worden aangewezen;
6.2 volgens onderdeel 4 kan worden aangewezen.
De onderdelen 2 tot en met 6 worden niet toegepast als:
de aanslag kan worden opgelegd aan degene die voor het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is;
één van de mogelijke belastingplichtigen schriftelijk heeft verzocht om de betrokken aanslag op zijn/haar naam te zetten. Dit mag niet leiden tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald of ingevorderd.
Als de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde de situatie bij het begin van dat tijdvak beslissend. Als dit later is, is de situatie bij het begin van de belastingplicht beslissend.
Omdat de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.
Als al een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd, kunnen wijzigingen pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.
De onderdelen 1 tot en met 10 zijn ook van toepassing als een belasting op andere wijze dan via aanslag wordt geheven.
1. Het besluit tot vaststelling van Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie van 5 december 2014, vastgesteld door de heffingsambtenaar, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2016. Dat besluit blijft echter wel van toepassing op de periode voor die datum.
2. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2016.
Oldebroek, 15 december 2015.
De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar,
J.E. Dokter.