Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Oldebroek

Legesverordening 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Oldebroek
Officiële naam regelingLegesverordening 2010
CiteertitelLegesverordening 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h
  2. Gemeentewet, art. 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-201001-01-2011nieuwe regeling

28-09-2010

Internet 29-9-2010 Huis-aan-huis krant 5-10-2010

Onbekend.
01-01-201001-10-2010nieuwe regeling

15-12-2009

Huis-aan-huis 22-12-2009 Internet 22-12-2009

AVV+NK
01-04-200901-01-2010nieuwe regeling

03-03-2009

Huis aan Huis, 10-03-2009

AVV+NK
01-04-200901-01-2010nieuwe regeling

03-03-2009

Huis aan Huis, 10-03-2009

AVV+NK
01-01-200901-01-2010nieuwe regeling

12-11-2008

Huis aan Huis, 25-11-2008

AVV+NK

Tekst van de regeling

Nr.

De raad van de gemeente Oldebroek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 augustus 2010;

gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

besluit vast te stellen de "Legesverordening 2010".

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

b. ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

c. ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

d. ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

e. 'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Leges worden geheven voor door of namens het gemeentebestuur verstrekte diensten die in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel staan.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of degene voor wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

a. het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen over inkomen en vermogen;

b. diensten waarvan de kosten volgens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

c. diensten over een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag gaat over een activiteit met betrekking tot een inrichting zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

1. De leges worden geheven volgens de maatstaven en tarieven, zoals opgenomen in de tarieventabel die bij deze verordening hoort, met inachtneming van het verder in dit artikel bepaalde.

2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit, zoals bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet is het tarief de som van de bedragen die volgens deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project. Dit, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

1. De leges worden geheven door middel van een mondelinge of gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Bij de mondelinge kennisgeving wordt na betaling een kassabon afgegeven. Schriftelijke kennisgeving gebeurt door het toesturen van een nota.

2. Als sprake is van een digitale aanvraag, waarbij vooraf het totale te betalen legesbedrag bekend is, moeten de leges, in afwijking van lid 1, elektronisch worden betaald.

3. In afwijking van de leden 1 en 2 worden de leges zoals bedoeld in titel 2 van de tarieventabel opgelegd door het sturen van een aanslagbiljet.

4. De uit titel 1, hoofdstukken 1 tot en met 10, 17 en 23, met uitzondering van artikel 1.23.4, van de tarieventabel voortvloeiende leges worden geheven zonder dat de verplichting daartoe bij beschikking is vastgesteld.

Artikel 7 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de via nota in rekening gebrachte leges worden betaald binnen 30 dagen na factuurdatum en de via aanslagbiljet opgelegde leges binnen één maand na dagtekening van het aanslagbiljet.

2. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de via mondelinge kennisgeving geheven leges betaald worden op het moment van het doen van de kennisgeving.

3. Als sprake is van een digitale aanvraag, waarbij vooraf het totale te betalen legesbedrag bekend is, moeten de leges, in afwijking van lid 1 en 2 en van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, gelijktijdig met de aanvraag van de dienstverlening worden betaald.

4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden vermelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend volgens een over die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, zoals bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

a. van zuiver redactionele aard zijn;

b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving en het gaat om de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel:

1. onderdeel 1.1.7 (akten burgerlijke stand);

2. hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

3. hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

4. onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);

5. hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

6. onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);

7. hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet al bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven over de heffing en de invordering van de leges.

De regels die gebaseerd zijn op artikel 11 van de ‘Legesverordening 2010’ van 15 december 2009 worden geacht ook gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze verordening.

Artikel 12 Inwerkingtreding

1. De "Legesverordening 2010" van 15 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van 1 oktober 2010. Die verordening blijft echter wel van toepassing op de belastbare feiten:

  • a.

    die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • b.

    waarop de Wet ruimtelijke ordening of de Woningwet zoals deze luidden voor inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht nog moeten worden toegepast.

    2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

    3. De datum van ingang van de heffing is 1 oktober 2010.

    Aldus besloten in de openbare vergadering

    van de gemeenteraad van Oldebroek

    op 28 september 2010.

    , voorzitter.

    , griffier.