Organisatie | Barendrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Richtlijnen Bijzondere Bijstand januari 2012 |
Citeertitel | Richtlijnen Bijzondere Bijstand januari 2012 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Handboek Schulinck Hoofdstuk 7 Bijzondere Bestanddelen |
Deze regeling is vastgesteld en bekendgemaakt als onderdeel van het verzamelbesluit 'Regeling implementatie Wet elektronische bekendmaking 2012\ Burgemeester en College van burgemeester en wethouders'.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-06-2012 | 11-06-2015 | nieuwe regeling | 26-06-2012 Blik op Barendrecht, 28-06-2012 | 344248 |
Door de gemeente wordt de Wet Werk en Bijstand uitgevoerd. Op basis van deze Wet wordt naast de reguliere bijstand voor levensonderhoud ook de zogenaamde “bijzondere bijstand” verstrekt aan inwoners van Barendrecht die daar recht op hebben. Het college heeft de mogelijkheid lokaal invulling te geven aan het te voeren beleid voor bijzondere bijstand. Het actuele beleid bijzondere bijstand is vastgelegd in Richtlijnen Bijzondere bijstand, en geïntegreerd in het digitaal Handboek WWB (Schulinck, Hoofdstuk 7. Bijzondere Bijstand).
Per 1-1-2012 gaan enkele Wetswijzingen in de Wet werk en bijstand (WWB) in. Een belangrijke wijziging die van invloed is op het Minimabeleid in het algemeen, en de bijzondere bijstand in het bijzonder, betreft hetgeen tot de middelen wordt gerekend. Uitgangspunt is per 1-1-2012 het gezinsinkomen en de huishoudinkomenstoets. Dat is ook het uitgangspunt voor het Minimabeleid, en is van invloed op ondere andere de bepaling van de beschikbare middelen van een aanvrager van bijzondere bijstand.
Een andere wijziging per 1-1-2012 betreft de doelgroep waaraan categoriale bijzondere bijstand mag worden verstrekt. Dit is beperkt tot huishoudens met een inkomen tot maximaal 110% van de bijstandsnorm. Barendrecht heeft ervoor gekozen om geen lagere grens dan 110% te hanteren.
De raad heeft 20 december ingestemd met het nieuwe Minimabeleid, zoals deze is verwoord in de kadernota “Sociale Zekerheid in Barendrecht - Meedoen naar vermogen”. De ingangsdatum van het beleid is 1-1-2012. In dit nieuwe beleid wordt:
Het beleid dient echter vertaald te worden in de Richtlijnen bijzondere bijstand.
De hierna volgende richtlijnen voorziet daarin (binnen de kaders van de WWB en de jurisprudentie die in het algemene deel van Hoofdstuk 7 van het Schulinck-handboek beschikbaar is). Met deze nieuwe richtlijnen vervallen alle voorgaande versies.
Daarnaast was een enkele richtlijnen gedateerd (computers), of niet volledig (eerste huur) ingevuld. Deze versie heeft waar nodig richtlijnen aangepast, waarbij de beginselen van het nieuwe Minimabeleid als uitgangspunt zijn genomen.
Wijzingingen in beleid, en nieuwe inzichten vanuit de praktijk maken het echter noodzakelijk om deze Richtlijnen steeds weer daarop af te stemmen.
Naar verwachting treedt per 1 januari 2013 de Wet werken naar vermogen in werking (Wwnv). Deze heeft vooral betrekking op uitbreiding van de doelgroep, en een andere, voor verschillende doelgroepen gelijke, bepaling van de uitkeringsnorm. De Wwnv lijkt in het algemeen geen invloed te hebben op de Richtlijnen voor de vaststelling van bijzondere bijstand. Daarom zijn deze Richtlijnen ook van toepassing na invoering van de Wwnv. Daar waar nu WWB staat vermeld dient dan Wwnv te worden gelezen.
De genoemde richtprijzen zijn te hanteren maxima. Voor veel kostensoorten zijn deze toereikend om te voorzien in de goedkoopst adequate oplossing. Dat betekent niet dat daarmee persé alles nieuw aangeschaft kan worden. Maar we gaan er vanuit dat iemand die let op aanbiedingen, prijzen van winkels met elkaar vergelijkt, en zich richt op noodzakelijke specificaties, binnen de marges van de richtprijzen kan blijven. Het is de kunst van de klantmanager om de klant te helpen verstandige keuzes te maken.
Maatwerk blijft ondanks richtlijnen van groot belang. Er bestaat immers aanspraak op bijzondere bijstand indien er sprake is van bijzondere omstandigheden in het individuele geval. Dit betekent dus, dat niet de eisen van de samenleving in relatie tot de aard van de kosten bepalend zijn, welke soms in een richtlijn verwoord worden, maar de omstandigheden in het individuele geval. Het is derhalve niet mogelijk om bijzondere bijstand te weigeren voor kosten die naar de eisen van de samenleving in het algemeen niet als noodzakelijk worden beschouwd. Het is alleen van belang of zich in het concrete geval bijzondere omstandigheden voordoen die de kosten noodzakelijk maken.
Tot slot wordt nog opgemerkt dat het karakter van de bijzondere bijstand met zich meebrengt dat niet alle voorkomende kosten en situaties in richtlijnen kunnen worden gevangen. In die situaties waarin deze richtlijnen niet voorzien gelden altijd de verplicht te beantwoorden vragen voor het vaststellen van het recht op bijzondere bijstand, te weten (Handboek WWB, Hoofdstuk 7.2.):
In het huidige Minimabeleid zijn op het gebied van de afstemming op voorliggende voorzieningen (zorgverzekering: basis- en aanvullende verzekering), het hanteren van een financiële drempel, de afstemming op de prijslijsten van het NIBUD, andere keuzen dan voorheen gemaakt. Door middel van verschillende media, en tijdens de contacten met de klanten, zullen we hieraan de komende tijd aandacht besteden. De (potentiële) klant dient immers zijn verwachtingen, keuzen en gedragingen af te kunnen stemmen op het nieuwe beleid en beleidsregels. In verband met de veranderingen in de collectieve zorgverzekering is daar inmiddels al een start mee gemaakt.
De nummering van de richtlijnen loopt niet van 1 tot …maar komt overeen met de nummering in het Schulinck-handboek. Bij de richtlijnen wordt verwezen naar het betreffende hoofdstuk in het handboek waarin algemene bepalingen en jurisprudentie zijn opgenomen, zodat de klantmanagers daarmee bij het al dan niet toekennen van bijzondere bijstand rekening kunnen houden.