Organisatie | Barendrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nota vrijstellingenbeleid Ruimtelijke Ordening |
Citeertitel | Nota vrijstellingenbeleid Ruimtelijke Ordening |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en bekendgemaakt als onderdeel van het verzamelbesluit 'Regeling implementatie Wet elektronische bekendmaking 2012\ Burgemeester en College van burgemeester en wethouders'.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-06-2012 | nieuwe regeling | 26-06-2012 Blik op Barendrecht, 28-06-2012 | 344248 |
In de rapportage van de VROM-inspectie van 2006 staat de aanbeveling om te komen tot
vrijstellingenbeleid. Deze nota legt het beleid, dat in de gemeente Barendrecht op het gebied van
vrijstellingen geldt, vast. Het opstellen van dergelijk beleid heeft een aantal voordelen:
Vrijstellingenbeleid staat overigens in directe relatie met het proces van bestemmingsplanherziening.
Het beleid anticipeert immers op ruimtelijk toelaatbare wensen die in één of meerdere
bestemmingsplannen nog niet zijn opgenomen. Het vrijstellingenbeleid vormt daarmee een
belangrijke onderlegger voor het opstellen van een nieuw bestemmingsplan. Te zijner tijd zal het
beleid hierdoor overbodig worden.
Met de Nota vrijstellingenbeleid wordt enerzijds een ruimtelijk kader vastgelegd voor het beoordelen
van bouwplannen die strijdig zijn met het geldende bestemmingsplan. Die vrijstellingen worden
thans doorgaans via een vrijstelling op grond van artikel 19, lid 3 of artikel 19, lid 2 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening verleend. Met de invoering van de Wro vervalt deze vrijstellingsbevoegdheid
voor een deel. In de Wro en het Besluit ruimtelijke ordening (nieuw) blijft een bevoegdheid bestaan
om voor zogenaamde kruimelgevallen ontheffing te verlenen. Hoewel deze regeling veel minder
mogelijkheden omvat dan het huidige artikel 20 BRO (in relatie met artikel 19, lid 3 WRO) kan de
Nota vrijstellingbeleid voor die gevallen als toetsingskader blijven dienen. Tevens kan de nota
gebruikt worden voor het bepalen of al dan niet ontheffing wordt verleend via een
projectbesluitprocedure (een procedure die vergelijkbaar is met artikel 19, lid 1 WRO).
Daarnaast dient de nota als onderlegger voor onder meer de bijgebouwenregeling in nieuw op te
stellen bestemmingsplannen. In dat kader wordt nog opgemerkt dat wij op dit moment onderzoeken
of de inhoud van de nota kan worden omgezet in een paraplubestemmingsplan. Dit houdt in dat één
bestemmingsplan wordt vastgesteld dat in één keer alle Barendrechtse bestemmingsplannen voor
een gedeelte herziet c.q. aanvult waardoor de inhoud van de onderhavige nota als binnenplanse
vrijstellingsbevoegdheid kan worden toegepast binnen (vrijwel) het hele Barendrechtse grondgebied.
In voornoemde zin blijft het beleid dus ook onder de werking van de Wro zijn waarde behouden.
Een verzoek om vrijstelling kan al dan niet gepaard gaan met een verzoek om bouwvergunning.
De toetsing van een verzoek om vrijstelling vindt plaats aan de hand van algemene en specifieke
toetsingscriteria. De algemene criteria gelden voor alle vrijstellingsverzoeken. De specifieke criteria
zijn alleen van toepassing voor bepaalde soorten of categorieën bouwwerken of gebieden.
De algemene en specifieke toetsingscriteria worden beschreven in respectievelijk paragraaf 3 en 4
Indien de gemeente wenst mee te werken aan een vrijstellingsverzoek, wordt bepaald welke
vrijstellingsprocedure gevolgd moet worden. Hierbij geldt dat omwille van efficiency altijd wordt
gekozen voor de minst zware procedure aan de hand van het onderstaande schema:
Vrijstellingsverzoeken Vrijstellingsverzoeken
(meer dan 5 jaar) ( minder dan 5 jaar)
Na de keuze voor de te volgen procedure kan deze worden gestart. De procedures zijn wettelijk
Het komt steeds vaker voor dat een dakvlak geschikt gemaakt wordt voor het gebruik als dakterras of
balkon. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt bestaat hier bezwaar tegen voor zover de belijning van de
architectuur van de gebouwen verstoord wordt. Medewerking aan verzoeken om vrijstelling voor een
balkon/dakterras wordt slechts verleend indien en slechts voor zover dit al in de bestaande
architectuur van het pand en/of bouwblok aanwezig is en/of tijdens de bouw als optie is
aangeboden. Tevens zal altijd rekening gehouden worden met burenrechtelijke bepalingen uit het
De aanwezigheid van zendmasten voor UMTS en GSM zorgt in veel gevallen voor de nodige
maatschappelijke onrust. Voor een deel vloeit deze voort uit het gebrekkige inzicht dat op dit
moment bestaat in de lange termijneffecten van GSM/UMTS zendmasten op de gezondheid.
Daarnaast bestaan er ook stedenbouwkundige en welstandsbezwaren tegen dergelijke masten. Om
deze reden wordt geen medewerking verleend aan een verzoek om vrijstelling ten behoeve van een
Thuiswerken wordt steeds populairder. Het aantal bedrijfjes dat in woningen gevestigd is neemt toe.
Thuiswerken kan een woonomgeving verlevendigen. Maar het uitoefenen van een beroep of een
bedrijf in een woning kan ook ongewenste situaties met zich meebrengen. Voor het starten van een
bedrijf aan huis is vaak meer nodig dan een vrijstelling van een bestemmingsplan. Voor wat betreft
vrijstellingen wordt alleen medewerking verleend aan verzoeken indien wordt voldaan aan de
Een aanbouw architectonisch ondergeschikt aan het hoofdgebouw. Daarnaast is een aanbouw ook in
bouwkundig opzicht aan het hoofdgebouw verbonden. De aanbouw kan vanuit het hoofdgebouw
Om voor vrijstelling in aanmerkingen te komen moet een aanbouw voldoen aan de volgende
Indien de aanbouw plaatsvindt achter de voorgevelrooilijn met het enkele doel om de
woning levensloopbestendig te maken dan wel gebeurt op basis van een indicatie, als
bedoeld in de Wet voorzieningen gehandicapten, dan kan worden afgeweken van de in deze
beleidsregels genoemd maten. Het perceel, het hoofdgebouw niet meegerekend, mag echter
Meewerking aan vrijstellingsverzoeken wordt slechts verleend voor aanbouwen achter de
voorgevelrooilijn. Deze kunnen aan de achterzijde van de woning worden geplaatst of aan de zijkant,
zoals hieronder is afgebeeld. Vrijstelling voor dergelijke aanbouwen is verder slechts mogelijk indien
voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Vrijstelling kan worden verleend onder de volgende voorwaarden:
Medewerking aan bouwen voor de voorgevelrooilijn wordt zeer beperkt toegestaan omdat dit in de
regel de stedenbouwkundige en architectonische opzet van het bouwwerk en de omgeving
verstoord. Vrijstelling wordt daarom slechts verleend indien de aanbouw voldoet aan de volgende
Sinds 2003 kunnen dakkapellen op achterdakvlakken en zijvlakken die niet zijn gericht naar de
openbare weg of het openbare groen, onder bepaalde voorwaarden vergunningsvrij worden
geplaatst. Eén van de randvoorwaarden is dat de afstand van de onderzijde van de dakkapel tot aan
de dakvoet maximaal één meter mag bedragen. Bij woningen met dakoverstekken is, omdat deze
maat veelal wordt overschreden, een bouwvergunning noodzakelijk. Deze aanvragen zijn in strijd met
het bestemmingsplan omdat hier vaak een maximale breedte is gedefinieerd die minder ver gaat dan
vergunningvrij mogelijk is. Woningen zonder dakoverstek hebben hier geen last van en er ontstaat
een onlogische inperking van bouwmogelijkheden voor burgers die toevallig een woning met
Meewerking aan vrijstelling voor dakkapellen wordt slechts verleend bij bouwaanvragen voor
dakkapellen die voldoen aan de randvoorwaarden voor vergunningsvrij bouwen behoudens de
bovengenoemde 1 metermaat en de overschrijding van de 1 metermaat is een gevolg van een
voor- en zij-erven van bedrijfsgebouwen op bedrijventerreinen
Op bedrijventerreinen laten de bestemmingsplannen op voor- en zijerven veelal geen bebouwing in
enige vorm toe. Uit de praktijk blijkt dat op deze erven behoefte is aan het plaatsen van
vlaggenmasten, banieren, reclamezuilen en hekwerken (ter beveiliging). Dit soort elementen is, mits
de architectuur en stedenbouwkundige situatie wordt gerespecteerd, aanvaardbaar. Om deze reden
wordt in dergelijke gevallen medewerking aan een vrijstellingsprocedure verleend onder de volgende
Vlaggenmasten en baniermasten:
Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe
verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in
architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
Een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat doorde vorm onderscheiden kan worden
van het hoofdgebouw,waarmee het niet in directe verbinding staat en dat in architectonisch opzicht
ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
De lijn die, behoudens toegelaten afwijkingen, bij het bouwen aan de wegzijde of aan de van de weg