Organisatie | Stede Broec |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening langdurigheidstoeslag WWB 2012 |
Citeertitel | Verordening langdurigheidstoeslag WWB 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Verordening Individuele inkomenstoeslag Stede Broec 2015 komt in de plaats
Gemeentewet, art. 147, Wet werk en bijstand, artt. 8, lid 1 onder c en 36
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-04-2012 | 01-04-2012 | 01-01-2015 | Ingetrokken | 05-04-2012 De Middenstander, 18-04-2012 | Onbekend. |
De raad van de gemeente Stede Broec;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders gedateerd op 20 maart 2012;
gezien het advies van 13 maart 2012 van de Commissie Burger en Bestuur;
gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 8 lid 1 aanhef onder c en artikel 36 van de Wet werk en bijstand;
overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van langdurigheidstoeslag aan personen van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar bij verordening te regelen;
vast te stellen de volgende Verordening Langdurigheidstoeslag WWB 2012:
In deze verordening wordt verstaan onder:
inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede ‘een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan’ moet worden gelezen ‘de referteperiode’. Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet, voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen gezien.
niet-rechthebbende: een alleenstaande, alleenstaande ouder of gezinslid die op grond van de artikelen 11 of 13 lid 1 van de wet is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag.
Artikel 2 Langdurig laag inkomen
Aan de voorwaarde van het hebben van een langdurig laag inkomen als bedoeld in artikel 36 lid 1 van de wet is voldaan als het inkomen gedurende de referteperiode niet uitkomt boven 105 procent van de toepasselijke bijstandsnorm.
Voor de toepassing van het eerste en tweede lid is de situatie op de peildatum bepalend.
Het college stelt nadere beleidsregels vast met betrekking tot de invulling van het begrip ‘geen uitzicht op inkomensverbetering’ zoals bedoeld in artikel 36 lid 1 van de wet.
In gevallen waarin deze verordening niet of niet naar redelijkheid voorziet, beslist het college.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Langdurigheidstoeslag WWB 2012.