Organisatie | Stede Broec |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaats in de gemeente Stede Broec 2012 |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Stede Broec 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Wet op de lijkbezorging, art. 35 Gemeentewet, art. 149
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-02-2012 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 12-01-2012 De Middenstander 25-01-2012 | Onbekend. |
De raad van de gemeente Stede Broec;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 2011;
gelet op artikel 35 van de Wet op de Lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
b e s l u i t: vast te stellen de volgende verordening;
VERORDENING OP HET BEHEER EN GEBRUIK VAN DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATS IN DE GEMEENTE STEDE BROEC 2012
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
HOOFDSTUK 2 OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze tenminste zes werkdagen van tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.
HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING
Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 9 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.
HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE DER GRAVEN
Artikel 11 Indeling graven en asbezorging
1. Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:
2. In één graf mogen ten hoogste twee lijken of één lijk en één asbus worden begraven. De lijken zullen boven elkaar worden geplaatst. Bijzetting van een asbus is alleen toegestaan in een particulier graf, mits in dat graf al een bloed‑ of aanverwant tot de eerste graad of van een daarmee overeenkomende relatie ligt begraven. Bijzetting van een asbus op het graf is niet toegestaan. In een particuliere urnennis mogen 2 asbussen worden bijgeplaatst.
Bij het begraven van lijken mag geen gebruik worden gemaakt van lijkkisten die gas en vocht afsluiten of niet geheel van vergankelijk materiaal zijn vervaardigd, van kunststofonderleggers, noch van lijkhoezen die geheel of gedeeltelijk uit kunststoffen bestaan, tenzij deze kunststoffen van dusdanig materiaal zijn, zulks ter beoordeling van het college, dat deze geheel worden afgebroken.
Artikel 15 Termijnen particuliere graven
1. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 20 jaar het recht op een particulier graf, een particulier kindergraf of een particuliere urnennis. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven. De termijn van een algemeen graf is tien jaar. De termijn begint te lopen op de datum waarop het algemeen graf is uitgegeven.
2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op verzoek van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van 10 jaren, mits de aanvraag vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. Een algemeen graf kan niet worden verlengd.
3. Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slecht aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 17, eerste lid. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Artikel 17 Overschrijving van verleende rechten
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen.
4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes maanden kan het college het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.
Artikel 18 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan betrokkene.
Artikel 19 Vergunning grafbedekking
zowel grafmonumenten, gedenktekens als beplanting mogen de hierna genoemde maten niet overschrijden:
2.00 m. in de lengte en 0.85 m. in de breedte;
0,59 m. in de breedte en 0,52 m. in de hoogte (honingraatmodel)
1.00 m. in de lengte en 0,85 m. in de breedte.
4. Het is niet toegestaan de naam van de leverancier of andere reclame op de grafbedekking aan te brengen, anders dan door middel van kleine koperen of bronzen naamplaatjes aangebracht op de achterkant van de grafbedekking.
Artikel 20 Onderhoud door de gemeente
Het college voorziet in het éénmaal per jaar schoonmaken van het gedenkteken en in de zorg voor de winterharde beplantingen.
Artikel 21 Onderhoud door de rechthebbende of gebruiker
1. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de
grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende
2. De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te
3. Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te
onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende
voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
4. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker
door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
5. Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een
beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde
termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college
het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de
Artikel 22 Niet-blijvende Grafbeplanting
Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de
beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op
schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij
verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke
voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de
rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de belanghebbenden
indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 23 Verwijdering grafbedekking
1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf door het college worden verwijderd.
2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
3. Indien de grafbedekking niet binnen dertien weken na de verwijdering is afgehaald, vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.
HOOFDSTUK 6 RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN
Artikel 24 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.
De rechthebbende op een particulier graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
HOOFDSTUK 8 IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING
1. Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.
2. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.
3. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.
Artikel 28 Intrekking oude regeling
De Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Stede Broec 2007, vastgesteld op 7 juni 2007, wordt ingetrokken.
1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Stede Broec 2007, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.
2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Stede Broec 2007 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
1. Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 en/of 4 wordt gestraft met een geldboete
2. Overtreding van artikel 4 van de verordening kan worden gestraft met openbaar-