Organisatie | Alphen aan den Rijn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Alphen aan den Rijn 2010, toelichting hoofdstuk 7 (versie 3) |
Citeertitel | Verordening individuele voorzieningen, toelichting hoofdstuk 7 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet maatschappelijke ondersteuning
Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning, toelichting hoofdstuk 7
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2014 | Onbekend | 24-05-2012 Week in Beeld in Witte Weekblad, d.d. 30 mei 2012 | 2012/9906 voorstel, 2012/9921 raadsbesluit |
Artikel 56 Cliëntenparticipatie
Dit artikel geeft globaal aan welke invulling het college geeft aan artikel 11 van de Wet.
Deze bepaling maakt het mogelijk alle bedragen, genoemd in het op de verordening gebaseerde Besluit maatschappelijke ondersteuning voorzieningen Gemeente Alphen aan den Rijn jaarlijks per 1 januari te indexeren.
Artikel 59 bepaalt dat het college in bijzondere gevallen ten gunste van de persoon met beperkingen of woningeigenaar kan afwijken van de bepalingen van deze verordening en dus niet van de in de Wet zelf genoemde bepalingen. Dit afwijken kan alleen maar ten gunste en nooit ten nadele van de betrokken persoon met beperkingen of de eigenaar van de woonruimte. Verder is met nadruk gemeld: in bijzondere gevallen. Het gebruik maken van de hardheidsclausule moet beschouwd worden als een uitzondering en niet als een regel. Het college moet in verband met precedentwerking dan ook duidelijk aangeven waarom in een bepaalde situatie van de verordening wordt afgeweken.
Artikel 60 Gevallen waarin de verordening niet voorziet
Deze restclausule biedt het college de mogelijkheid in alle niet-voorziene situaties te handelen naar bevind van zaken. Omdat ook deze beslissingen onderworpen zijn aan de voorgeschreven bezwaar- en beroepsprocedures, dient ook in deze gevallen de beslissing gemotiveerd genomen te worden.
Op grond van dit artikel dient het gemeentelijk beleid periodiek geëvalueerd te worden. Dat beleid omvat zowel het algemene beleid, zoals door de gemeenteraad neergelegd in de verordening, als het uitvoeringsbeleid, dat onder de bevoegdheid van het college is neergelegd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft, bijvoorbeeld omdat het voorzieningenniveau te hoog of te laag blijkt te zijn, dient de evaluatie te leiden tot aanpassing van de verordening.