Inkomsten uit arbeid als bedoeld in artikel 31 lid 2 sub n en r van de Wet werk en bijstand, artikel 8 lid 2 en 5 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 8 lid 3 en 9 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen worden vrijgelaten.
3.Bij samenloop van vrijlating van inkomsten uit arbeid op grond van de wet en een premie volgens het eerste lid prevaleert de vrijlating van inkomsten uit arbeid.
4. Bij samenloop van een premie volgens eerste lid en een toeslag op grond van de verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand prevaleert de hoogste in bedrag.
Artikel 9 Premie onbetaald werken met behoud van uitkering
- 1.
De uitkeringsgerechtigde die in het kader van een traject onbetaalde arbeid verricht ontvangt een premie.
- 2.
Voorwaarden voor het verkrijgen van premie voor onbetaalde arbeid zijn:
- a.
de uitkeringsgerechtigde verleent alle medewerking aan het overeengekomen traject of aan anderszins met hem/haar overeengekomen of aan hem/haar opgelegde activeringsactiviteiten;
- b.
de activiteiten worden gedurende tenminste 12 uren per week verricht;
- c.
de activiteiten hebben gedurende ten minste drie aaneengesloten maanden plaats gevonden;
- d.
de uitkeringsgerechtigde heeft geen vergoeding ontvangen van de organisatie waarvoor het werk wordt verricht.
- 3.
De premie bedraagt € 125,00 per periode van drie maanden waarin de arbeid wordt verricht.
- 4.
De premie voor onbetaalde arbeid bedraagt per jaar maximaal € 500,00 per persoon.
5. Bij samenloop van een premie volgens artikel 9 lid 1 en een toeslag op grond van de verordening langdurigheidstoeslagen Wet werk en bijstand prevaleert de hoogste in bedrag.
Artikel 10 Samenvoeging
- 1.
Premies voor uitkeringsgerechtigde personen die op basis van de voorgaande artikelen worden toegekend, worden eens per kalenderjaar gelijktijdig uitbetaald.
- 2.
Premies uit artikel 9 van dit besluit voor uitkeringsgerechtigde personen die op basis van artikel 10a van de wet in een participatieplaats werkzaam zijn, worden 2 maal per kalenderjaar gelijktijdig uitbetaald.
- 3.
Maximaal kan per uitkeringsgerechtigde premie worden verstrekt gelijk aan het bedrag conform artikel 31, lid 2 sub j van de WWB dan wel artikel 27, lid 2 sub h van het inkomensbesluit Ioaw en artikel 2, lid 1 sub c van het inkomensbesluit Ioaz.
Artikel 11 Toekenning
- 1.
De premies voor uitkeringsgerechtigde personen worden ambtshalve toegekend, dan wel op aanvraag.
- 2.
De premies voor sw-geïndiceerde personen worden toegekend op aanvraag.
Hoofdstuk 5 Voorzieningen in het kader van een re-integratietraject
Onverkort de voorzieningen zoals genoemd in artikel 4 tot en met 9, stelt het college in het kader van re-integratietrajecten voor belanghebbenden extra voorzieningen ter beschikking.
Artikel 12 Arbeidsmarktgericht traject
- 1.
Het college kan een arbeidsmarktgericht traject aanbieden.
- 2.
Het arbeidsmarktgerichte traject bestaat in ieder geval uit:
- a.
diagnose leidende tot een individueel ontwikkelingsplan;
- b.
- c.
- d.
- 3.
Daarnaast kan ook aanbodversterking en werkervaring met behoud van uitkering of werkervaring in dienst van de werkgever worden ingezet.
- 4.
Aan het werken met behoud van uitkering zijn de volgende voorwaarden verbonden:
- a.
er wordt aan de uitkeringsgerechtigde geen loon betaald;
- b.
werkervaring met behoud van uitkering kan alleen ingezet worden indien door de plaatsing de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en indien door de plaatsing geen verdringing plaatsvindt;
- c.
de uitkeringsgerechtigde heeft ingestemd om in het kader van een re-integratietraject werkervaring met behoud van uitkering op te doen;
- d.
in het individueel ontwikkelingsplan (IOP) worden tenminste vastgelegd het doel van het werken met behoud van uitkering alsmede de wijze waarop de begeleiding plaatsvindt;
- e.
het IOP wordt ondertekend door de uitkeringsgerechtigde, het college en de uitvoerder van het re-integratietraject.
- 5.
De duur van een arbeidsmarktgericht traject wordt afgestemd op de afstand van de belanghebbende op de arbeidsmarkt, maar is met uitzondering van een traject voor alleenstaande ouders die op grond van artikel 9a van de wet ontheffing hebben van plicht tot arbeidsinschakeling, maximaal 2 jaar.
Artikel 13 Voortraject arbeidsinpassing
- 1.
Het college kan een belanghebbende die nog niet in staat is om een arbeidsmarktgericht traject naar werk te volgen, een voortraject arbeidsinpassing aanbieden.
- 2.
Het college kan een sw-geïndiceerde van de wachtlijst Wsw een voortraject arbeidsinpassing aanbieden om daarmee plaatsing bij een werkgever mogelijk te maken.
Artikel 14 Zelfstandige maatschappelijke activering
Vooralsnog worden deze trajecten op individuele basis ingezet.
Hoofdstuk 6 (On)betaald werk als instrument voor re-integratie
Artikel 15 Vrijwilligerswerk
- 1.
Vrijwilligerswerk kan een onderdeel zijn van een traject gericht op arbeidsinschakeling of, als dat vooralsnog niet mogelijk is, zelfstandige maatschappelijke participatie.
- 2.
Vrijwilligerswerk heeft als doel de belanghebbende, met behoud van uitkering, werkritme op te laten doen en/of behouden.
- 3.
Vrijwilligerswerk wordt alleen verricht bij organisaties zonder winstoogmerk.
Artikel 16 Work First
Work First kan een onderdeel zijn van een traject gericht op arbeidsinschakeling.
- 1.
Het traject Work First bestaat in ieder geval uit:
- a.
werken met behoud van uitkering;
- b.
- 2.
Aan het traject Work First zijn de volgende voorwaarden verbonden:
- a.
de duur van werken met behoud van uitkering in het kader van een traject is maximaal drie maanden;
- b.
er wordt aan de belanghebbende geen loon betaald;
- c.
de belanghebbende heeft ingestemd om in het kader van een re-integratietraject werkervaring met behoud van uitkering op te doen om daarmee de weg naar de arbeidsmarkt te bespoedigen;
- d.
het testen en achterhalen van competenties van de belanghebbende staan centraal;
- e.
in het diagnoseplan worden tenminste vastgelegd het doel van het werken met behoud van uitkering alsmede de wijze waarop de begeleiding plaatsvindt.
Artikel 17 Werkervaringsbaan
- 1.
De werkervaringsbaan kan een onderdeel zijn van een traject gericht op arbeidsinschakeling.
- 2.
Deze voorziening wordt ingezet wanneer door het college aan de hand van een onderzoek is vastgesteld dat de belanghebbende op korte of (middel)lange termijn een reëel perspectief heeft op regulier werk en werkervaring geïndiceerd is.
- 3.
De werkervaringsbaan duurt drie maanden en kan met maximaal drie maanden worden verlengd.
- 4.
Nadere invulling over de inhoud van de werkervaringsbaan wordt vastgelegd in een door het college opgestelde overeenkomst.
- 5.
Tijdens de duur van de werkervaringsbaan kan het college met de inlener afspraken maken over een eventuele inleenvergoeding.
- 6.
De hoogte van de inleenvergoeding wordt in overleg vastgesteld en vastgelegd in een
inleenovereenkomst.
Artikel 18 Proefplaatsing
- 1.
Een proefplaatsing kan een onderdeel zijn van een traject gericht op arbeidsinschakeling.
- 2.
Deze voorziening wordt ingezet wanneer een werkgever de intentie heeft de belanghebbende op korte termijn een reëel perspectief te bieden op regulier werk.
- 3.
Een proefplaatsing duurt een maand en kan met maximaal een maand worden verlengd indien de inlener hiervoor een inleenvergoeding aan het college betaald.
- 4.
Nadere invulling over de inhoud van de proefplaatsing wordt vastgelegd in een door het college opgestelde overeenkomst.
- 5.
De hoogte van de inleenvergoeding wordt in overleg vastgesteld en vastgelegd in een inleenovereenkomst.
Hoofdstuk 7 Slotbepalingen
Artikel 19 Overgangsrecht
- 1.
Besluiten die zijn genomen onder de werking van het uitvoeringsbesluit re-integratieverordening gemeente Wierden 2010 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van dit uitvoeringsbesluit, worden aangemerkt als besluiten krachtens dit uitvoeringsbesluit.
- 2.
Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van dit uitvoeringsbesluit een aanvraag om een beschikking op grond van het uitvoeringsbesluit re-integratieverordening gemeente Wierden 2010 is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop dit uitvoeringsbesluit toegepast.
Artikel 20 Inwerkingtreding
- 1.
Het uitvoeringsbesluit treedt in werking op 1 januari 2012.
- 2.
Het Uitvoeringsbesluit re-integratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Wierden 2010 wordt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2012 ingetrokken.
Artikel 21 Citeertitel
Dit uitvoeringsbesluit kan worden aangehaald als: Uitvoeringsbesluit re-integratieverordening gemeente Wierden 2012.
Burgemeester en wethouders van Wierden,
De secretaris, de burgemeester,
R.B. van den Brink ing J.H.M. Robben