Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Alphen aan den Rijn

Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Alphen aan den Rijn 2010, hoofdstuk 5 Vervoersvoorzieningen (versie 3)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlphen aan den Rijn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Alphen aan den Rijn 2010, hoofdstuk 5 Vervoersvoorzieningen (versie 3)
CiteertitelVerordening individuele voorzieningen, hoofdstuk 5 Vervoersvoorzieningen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet maatschappelijke ondersteuning

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning;

Beleidsregels individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning;

Protocol indicatiestelling hulp bij het huishouden Wmo.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-01-2014Onbekend

24-05-2012

Week in Beeld in Witte Weekblad, d.d. 30 mei 2012

2012/9906 voorstel, 2012/9921 raadsbesluit

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING INDIVIDUELE VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING, VERVOERSVOORZIENINGEN

 

 

HOOFDSTUK 5 VERVOERSVOORZIENINGEN

Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

gemeente Alphen aan den Rijn 2010 (versie 3)

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 46 Vormen van vervoersvoorzieningen

Het college kan een vervoersvoorziening verstrekken, bestaande uit:

  • 1.

    een voorziening in natura door middel van een collectief systeem van aanvullend openbaar vervoer eventueel in combinatie met een begeleiderspas;

  • 2.

    een voorziening in natura of een persoonsgebonden budget al dan niet ten behoeve van collectief gebruik verstrekt, in de vorm van:

    • a.

      een scootmobiel;

    • b.

      een ander verplaatsingsmiddel voor de korte en middellange afstand;

    • c.

      vergoeding voor de kosten voor onderhoud/reparati/aanpassing en indien nodig, een verzekering van de hiervoor onder a en b genoemde voorziening.

    • d.

      accessoires voor de onder a en b vermelde vervoersvoorzieningen.

  • 3.

    een financiële tegemoetkoming voor:

    a.aanpassing van een eigen auto;

    • b.

      onderhoud/reparatie en indien nodig, de (meer)kosten van een verzekering van de vervoersvoorziening zoals vermeld onder a.

    • c.

      gebruik van een eigen auto, een taxi of rolstoeltaxi.

  • 4.

    een financiële tegemoetkoming in de meerkosten van aanpassingen aan een algemeen gebruikelijk verplaatsingsmiddel.

Artikel 47 Begeleiderspas

Een begeleiderspas zoals bedoeld in artikel 46 lid 1 wordt slechts toegekend indien de persoon met beperkingen zonder begeleiding tijdens het vervoer geen gebruik kan maken van het collectief vervoer. De voorwaarde om in aanmerking te komen voor een begeleiderspas zijn door het college vastgelegd in beleidsregels.

Artikel 48 Kosten van keuring en van onderhoud/reparatie

Voor een voorziening als bedoeld in artikel 46, lid 2 onder a en b, verstrekt in de vorm van een persoonsgebonden budget, wordt door het College een financiële tegemoetkoming verstrekt voor de kosten van onderhoud en reparatie. De hoogte van de financiële tegemoetkoming is vastgesteld door de raad en opgenomen in het Besluit.

Bij voorzieningen als bedoeld in artikel 46, lid 2 onder a en b welke door de gemeente Alphen aan den Rijn in bruikleen zijn verstrekt komen de kosten voor onderhoud en reparatie en evt. verzekering voor rekening van de gemeente Alphen aan den Rijn.

Artikel 49 Primaat van collectief vervoer

Bij de keuze van de meest adequate vervoersvoorziening wordt het primaat gegeven aan het collectief vervoer.

Artikel 50 Recht op een vervoersvoorziening

1Een persoon met beperkingen kan voor een vervoersvoorziening als bedoeld in artikel 46, lid 1, in aanmerking komen wanneer aantoonbare beperkingen het onmogelijk maken om:

a begeleid of zelfstandig gebruik te maken van het openbaar vervoer of

b het openbaar vervoer te bereiken.

  • 2.

    In uitzondering van lid 1 komt een persoon met beperkingen voor een vervoersvoorziening als bedoeld in het vorige lid in aanmerking wanneer aantoonbare beperkingen het onmogelijk maken om zelfstandig gebruik te maken van het openbaar vervoer, maar wel zelfstandig gebruik gemaakt kan worden van het collectief vervoer.

  • 3.

    Een persoon met beperkingen kan voor een vervoersvoorziening als bedoeld in artikel 46 lid 2 in aanmerking komen, wanneer aantoonbare beperkingen het onmogelijk maken om:

    • a.

      begeleid of zelfstandig het openbaar vervoer te gebruiken, of

    • b.

      het openbaar vervoer te bereiken.

  • 4.

    Een persoon met beperkingen kan voor een vervoersvoorziening als bedoeld in artikel 46 lid 3 onder a, b en c in aanmerking komen wanneer aantoonbare beperkingen het onmogelijk maken om:

  • a.

    begeleid of zelfstandig het openbaar vervoer te gebruiken of te bereiken en

  • b.

    begeleid of zelfstandig gebruik te maken van een collectief systeem als bedoeld in artikel 46 lid 1.

  • 5.

    Een persoon met beperkingen kan voor een vervoersvoorziening als bedoeld in artikel 46 lid 4 in aanmerking komen wanneer aantoonbare beperkingen het gebruik van een algemeen gebruikelijke verplaatsingsmiddel onmogelijk maken.

  • 6.

    Het college houdt bij de verstrekking van een vervoersvoorziening rekening met de individuele vervoersbehoefte.

  • 7.

    Indien het inkomen hoger is dan 150% van het van toepassing zijnde sociaal minimum wordt geen voorziening als bedoeld in artikel 46 lid 1 respectievelijk artikel 46 lid 3 onder c verstrekt.

  • 8.

    Indien men uitsluitend op grond van lid 7 niet in aanmerking komt voor een voorziening in de vorm van een rolstoeltaxi, kan met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde waaronder ook uitdrukkelijk artikel 52, aan een persoon met beperkingen die afhankelijk is van rolstoelvervoer per taxi, een voorziening worden verstrekt ter hoogte van de meerkosten van een rolstoeltaxi ten opzichte van een gewone taxi.

Artikel 51 Omvang vervoersbehoefte

Bij de te verstrekken vervoersvoorziening wordt ten aanzien van de vervoersbehoefte ten behoeve van maatschappelijke participatie uitsluitend rekening gehouden met de verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag, tenzij zich een uitzonderingssituatie voordoet waarbij het gaat om een bovenregionaal contact, dat uitsluitend door de aanvrager zelf bezocht kan worden (dus geen tegenbezoek mogelijk!) terwijl het bezoek voor de aanvrager noodzakelijk is om dreigende vereenzaming te voorkomen.