Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Barendrecht

Container notitie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBarendrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingContainer notitie
CiteertitelContainer notitie
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vastgesteld en bekendgemaakt als onderdeel van het verzamelbesluit 'Regeling implementatie Wet elektronische bekendmaking 2012\ Burgemeester en College van burgemeester en wethouders'.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

APV

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-06-2012nieuwe regeling

26-06-2012

Blik op Barendrecht, 28-06-2012

344248

Tekst van de regeling

Intitulé

Container notitie

Het college van burgemeester en wethouders / gemeenteraad / stelt de volgende regeling vast.

Hoofdstuk 1. Inleiding

1.1 Aanleiding

In de gemeente Barendrecht zijn op diverse locaties niet vergunde (zee)containers te vinden. Deze “gevallen” dateren meestal uit een tijd dat burgers en bedrijven er nog van uit gingen dat wet- en regelgeving hierop niet van toepassing is. Ook nu bestaat er nog behoefte aan het plaatsen van al of niet tijdelijke containers en units. Dit blijkt enerzijds uit het nog steeds voorkomen van nieuwe illegale gevallen en anderzijds uit binnenkomende bouwaanvragen en andere verzoeken om toestemming voor plaatsing.

Hieruit is de behoefte ontstaan aan een notitie waarin beleid is omschreven hoe om te gaan met bestaande, nog niet gelegaliseerde, gevallen en nieuwe verzoeken voor het plaatsen van containers.

In de nota wordt met “container” tevens een unit of c a bin bedoeld.

1.2 Doel van notitie

Het doel van deze notitie is om een kader vast te stellen ten aanzien van de (on)mogelijkheden voor het plaatsen van containers en daarmee tevens handhavingskaders vast te stellen waarmee handvatten worden gegeven om bestaande ongewenste situaties op termijn te laten verdwijnen en om nieuwe ongewenste situaties zo veel als mogelijk te voorkomen.

1.3 Bestaande situaties

De met vergunning geplaatste containers worden buiten beschouwing gelaten. Illegale containers zullen in het kader van een onderzoek tot legalisering, ook al zijn zij eerder geplaatst dan de vaststellingsdatum van deze nota, aan het nieuwe beleid worden getoetst. Voor te legaliseren gevallen zal de overtreder gemotiveerd worden om alsnog een (bouw)vergunning aan te vragen. In andere gevallen zal overwogen worden of handhavend moet worden opgetreden. In een aantal gevallen kan wellicht een uitsterfregeling worden toegepast. Bij de afweging in hoeverre het realistisch cq. verantwoord dan wel noodzakelijk is om alsnog te handhaven, wordt er gekeken naar de mate van strijd met het beleid, de omvang van de overtreding, de tijd dat de illegale situatie reeds voortduurt en de mate waarin van de overtreding een (ongewenste) precedentwerking uitgaat.

1.4 Nieuwe aanvragen

Nieuwe aanvragen moeten passen binnen de in deze nota omschreven kaders.

1.5 Uitzonderingen

In deze notitie worden de containers en tijdelijke (kantoor)ruimten van de Nederlandse Spoorwegen ten behoeve van de realisatie van de Hoge Snelheidslijn en de Betuweroute wegens hun vaststaande tijdelijkheid in het vooruitzicht van het gereedkomen van projecten buiten beschouwing gelaten.

1.6 Bijzondere omstandigheden

Bijzondere omstandigheden kunnen aanleiding geven om af te wijken van in deze nota omschreven beleid.

Hoofdstuk 2. Inventarisatie

Bij inventarisatie is gebleken dat de meeste containers zijn geplaatst op of bij bedrijventerreinen. Sommigen daarvan staan op eigen terrein terwijl anderen op de openbare weg (parkeerplaatsen) staan.

Containers in woonwijken, hebben over het algemeen een relatie met werkzaamheden in de directe nabijheid van die containers dan wel voor inzameling ten behoeve van charitatieve doelen. Bij de inventarisatie is gebleken dat zeecontainers tot nu toe niet als berging bij woningen zijn geplaatst.

De inventarisatie is tevens bedoeld om te kunnen bepalen of en waar zich ongewenste situaties voordoen, hoe groot het probleem is en om ze in te delen in categorieën.

Hoofdstuk 3. Wet- en regelgeving

3.1 Landelijk

3.1.1 Woningwet

Artikel 40 van de Woningwet stelt dat het verboden is om te bouwen of te verbouwen zonder of in afwijking van een door het college van Burgemeester en Wethouders verleende bouwvergunning. Containers worden niet genoemd in het Besluit bouwvergunningvrije en lichtbouwvergunningplichtige bouwwerken (Bblb) en zijn dus vergunningplichtig. Dit wordt bevestigd in jurisprudentie. Als er sprake is van een gebruik met een plaatsgebonden karakter, is er sprake van een bouwwerk en is er dus een bouwvergunning vereist. Van een plaatsgebonden karakter is sprake als het bouwwerk gedurende langere tijd niet is verplaatst of waarvan door het doel van het bouwwerk en/of de verschijningsvorm daarvan kan worden verondersteld dat het bouwwerk gedurende langere tijd zal worden gehandhaafd.

p.s. Voor “een langere tijd” kan gelezen worden “ circa drie maanden”. Dit is geen wettelijke norm maar wordt vastgelegd door deze nota.

3.2 Gemeentelijk beleid

3.2.1 Welstandsbeleid

Het volgende tekstdeel is in de nota welstandsbeleid van de gemeente Barendrecht opgenomen en moet als medeverklarend worden beschouwd van het in deze nota omschreven beleid:

“Een bouwwerk is in ernstige mate in strijd met redelijke eisen van welstand indien sprake is van een exces, dat wil zeggen buitensporigheden in het uiterlijk die ook voor niet-deskundigen evident zijn. Vaak heeft dit betrekking op het afsluiten van een bouwwerk voor zijn omgeving, het ontkennen of vernietigen van architectonische bijzonderheden, armoedig materiaalgebruik, toepassing van felle of contrasterende kleuren, of een te grove inbreuk op wat in de omgeving gebruikelijk is”.

In de welstandsnota is een zogenaamde uitsterf-regeling opgenomen, wat inhoudt dat het verwijzen naar oudere gevallen waartegen niet is opgetreden niet meer op gaat.

3.2.2 Nota handhavingsbeleid

De onderstaande tekstdelen zijn in de nota handhavingsbeleid van de gemeente Barendrecht opgenomen en moeten als medeverklarend worden beschouwd van het in deze nota omschreven beleid:

“Op bedrijventerreinen, in het buitengebied en in woonwijken worden soms (zee)containers of verplaatsbare units geplaatst om te voldoen in ruimtebehoefte (b.v. opslagruimte, dierenverblijven, en dergelijke). Dergelijke gebouwen zijn in verband met het uiterlijk, planologisch en vanuit welstandsoogpunt onaanvaardbaar en passen veelal niet binnen de bestemmingsplanvoorschriften. Tegen dit soort bouwwerken zal handhavend worden opgetreden".

 

Onderscheid in tijdelijk of permanent gebruik:

 

"Er wordt onderscheid gemaakt tussen permanente containers en containers die tijdelijk b.v. bij een bedrijf staan opgesteld. Laatstgenoemde containers zijn vaak aanwezig in het kader van de reguliere bedrijfsvoering en hebben geen plaatsgebonden karakter. Dit soort containers evenals containers voor het ophalen van oud papier (bijv. verenigingen, kerken e.d.) die vaak tijdelijk op een bepaalde plaats staan, vallen buiten het voornemen tot handhaving. Voor inzamelcontainers dient vooraf toestemming te zijn verleend". Deze toestemming wordt geregeld in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).

 

Containers van verenigingen:

"Bij sport- of verenigingscomplexen worden soms (illegaal) containers geplaatst voor de opslag van (sport)artikelen. Argumenten voor de verenigingen zijn de lage prijs en de gewenste inbraakveiligheid. Het gemeentebestuur heeft hier begrip voor gezien het specifieke belang. Toch houdt het gemeentebestuur zich het recht voor om bij sportcomplexen handhavend op treden omdat in beginsel een permanente oplossing voor de opslag zou moeten worden nagestreefd, zodat na verloop van tijd de containers verdwijnen.

 

Eén en ander is afhankelijk van de mogelijke visuele inpassing van de container in de situatie. Bekleding met b.v. hout kan soms een oplossing bieden. Per situatie zal het gemeentebestuur zich een mening vormen over de inpasbaarheid van containers op sport- en verenigingscomplexen. Voor onbehandelde zeecontainers zullen alleen vergunningen voor bepaalde tijd (tijdelijk) worden overwogen".

 

Containers als bijgebouw bij woningen:

"In achter- en zijtuinen van woningen kunnen onder bepaalde randvoorwaarden bijgebouwen worden geplaatst zonder bouwvergunning. Soms gaat men ertoe over een (zee)container, een bouwkeet of een cabin te plaatsen. Dit soort bouwwerken hoort gezien de architectonische vormgeving (industrieel) niet thuis in tuingebieden binnen woonwijken. Het beeld en de beleving van de omgeving wordt in ernstige mate negatief beïnvloed. Dit is ook voor een niet-deskundige evident. Dergelijke bouwwerken worden dan ook beschouwd als een welstandsexces en de gemeente zal, ondanks het feit dat er soms geen bouwvergunning noodzakelijk is, handhavend optreden. Bekleden met bijvoorbeeld houten delen in een donkere kleur, kan een mogelijke oplossing zijn. Deze gevallen zullen overigens met grote terughoudendheid worden behandeld”.

3.2.3 Algemene Plaatselijke Verordening (APV)

In de APV van de gemeente Barendrecht is het volgende opgenomen (dat tevens gezien moet worden als medeverklarend voor het in deze nota omschreven beleid):

“Op grond van artikel 2.1.5.1 van de APV is het verboden om zonder vergunning van burgemeester en wethouders de weg of een weggedeelte te gebruiken anders dan overeenkomstig de bestemming daarvan. Een vergunning kan worden geweigerd:

Indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;

In het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak”.

Hoofdstuk 4. Beleidsuitgangspunten

4.1 Onderverdeling containers naar soort

4.1.1 Gesloten zeecontainers

Deze containers worden voor uiteenlopende doelen gebruikt door particulieren, bedrijven en verenigingen. Hierbij moet onderscheid worden gemaakt tussen containers die ter plaatse voor opslag worden gebruikt en (lege) containers die gestald staan om op een later tijdstip elders te worden ingezet.

De containers komen voor in verschillende afmetingen (in lengte meestal 20 feet, soms 40 feet) en hoedanigheden (open en gesloten), zowel solitair als gestapeld. Voor gestapelde containers wordt in beginsel geen (bouw)vergunning verleend. Per situatie (zie onderverdeling naar gebied) worden voorwaarden gesteld aan gebruik, locatie, afwerking en instandhoudingstermijn. In bijzondere gevallen, zoals op bouwplaatsen, kan gewerkt worden met werkterreinovereenkomsten.

4.1.2 Inzamelcontainers voor verenigingen

 

4.1.2.1 Op openbaar gebied

Containers op openbaar gebied, met name op de openbare weg, op openbare parkeervoorzieningen, op openbaargroen en op bij openbare gebouwen behorende gronden, voor inzameling van oud papier ten bate van charitatieve doelen kunnen op grond van artikel 5.1.5 lid 1 van de A.P.V. worden toegestaan mits ze niet langer dan 3 aaneengesloten dagen per maand aanwezig zijn. In andere gevallen kunnen burgemeester en wethouders op grond van artikel 5.1.5 lid 2 van de A.P.V. ontheffing verlenen. Uitgangspunt hierbij is dat een container nooit langer dan de helft van de tijd aanwezig is. Hierdoor zal bij herhaaldelijke plaatsing, naarmate de periode van aanwezigheid van een container langer wordt, ook de periode van afwezigheid langer worden. Inzamelcontainers moeten voldoen aan de bepalingen van de A.P.V..

4.1.2.2 Op privé-terrein

Plaatsing op andere dan openbare terreinen is onder voorwaarden toegestaan:

  • -

    Plaatsing op zichtlocaties en gevoelige locaties in het algemeen moet worden vermeden tenzij aannemelijk is gemaakt dat er geen goed alternatief is. In die gevallen moet er een voorziening worden getroffen waardoor de container aan het zicht vanaf de openbare weg wordt onttrokken;

  • -

    Een container en het gebruik daarvan moet voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit, de bepalingen van de Bouwverordening en aan de bepalingen van de A.P.V. en alle overige relevante niet met name genoemde wet- en regelgeving.

4.1.3 Afvalcontainers voor bedrijfsmatig gebruik

Uit inventarisatie is gebleken dat op de diverse bedrijventerreinen tal van afvalcontainers aanwezig zijn. Vanuit de milieuwetgeving moeten bedrijven hun afval zoveel mogelijk gescheiden aanbieden. Inzamelaars van bedrijfsafval zijn vaak, op grond van hun certificering, verplicht om voorwaarden te stellen aan de wijze van opslag en afvoer van bedrijfsafval. Daarnaast zijn de inzamelaars de afgelopen jaren steeds meer ingesteld op het uitsluitend via containers afvoeren van afval. Een en ander kan inhouden dat een bedrijf niet onder het gebruik van open of gesloten afvalcontainers uit kan.

Bij bedrijven kunnen, onder voorwaarden, containers voor het verzamelen van afval worden toegestaan. Tegen plaatsing zonder toestemming/vergunning van andere containers en tegen ander gebruik dan voor verzameling van bedrijfsafval zal handhavend worden opgetreden.

Afvalcontainers kunnen alleen worden toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • -

    Het gebruik van afvalcontainers moet aantoonbaar noodzakelijk zijn;

  • -

    Een container en het gebruik daarvan moet voldoen aan de bepalingen van de A.P.V. en aan de voorschriften uit wetgeving op het gebied van milieu, brandveiligheid, volksgezondheid en alle overige relevante niet met name genoemde wet- en regelgeving;

  • -

    Indien een container een of meer parkeerplaatsen in beslag neemt, dient te worden aangetoond dat desondanks wordt voldaan aan de parkeerbehoefte, anders dienen elders op eigen terrein compenserende parkeervoorzieningen te worden aangelegd;

  • -

    Een afvalcontainer mag niet op een andere plaats staan dan op het achterterrein tenzij voor plaatsing elders een acceptabele verklaring is, zoals het ontbreken van een achterterrein en er op acceptabele wijze wordt voorzien in een afscheiding die de container vanaf de openbare weg aan het oog onttrekt.

4.1.4. Opslagcontainers, afvalcontainers en units tijdens verbouwing/bouwwerkzaamheden

Meestal betreffen het hier containers ten behoeve van het (ver)bouwen van panden, groenwerken of het uitvoeren van infrastructurele werken. Soms wordt een werkterreinovereenkomst afgesloten. Als er sprake is van het plaatsen op openbaar gebied moet een werkterreinovereenkomst worden afgesloten. Hier wordt praktisch, naar bevind van zaken, mee omgegaan. Vaak worden dit soort containers in overleg met de buiteninspecteurs van bouw- en woningtoezicht geplaatst en een termijn afgesproken.

4.1.5. Tijdelijke huisvesting in verplaatsbare units

In voorkomende situaties kan, in afwachting van een goede permanente oplossing, een vergunning verleend worden voor tijdelijke instandhoudingstermijn. Vaak is een bestemmingsplanvrijstelling en dus een belangenafweging nodig. Een voorwaarde aan het verlenen van een tijdelijke vergunning is dat vaststaat dat binnen de looptijd van die tijdelijke vergunning een permanente situatie wordt gerealiseerd. Een tijdelijke vergunning kan geen langere looptijd hebben dan 5 jaren (art. 45 Woningwet). Er dient daarnaast ten minste aan de volgende randvoorwaarden te zijn voldaan:

  • -

    Vast moet staan dat aan de situatie binnen de termijn waarvoor de tijdelijke vergunning is verleend een einde komt;

  • -

    Een unit/container en het gebruik daarvan moet voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit, de bepalingen van de Bouwverordening en aan de bepalingen van de A.P.V. en alle overige relevante niet met name genoemde wet- en regelgeving;

  • -

    Indien een unit/container een of meer parkeerplaatsen in beslag neemt, dient te worden aangetoond dat desondanks wordt voldaan aan de parkeerbehoefte, anders dienen elders op eigen terrein compenserende parkeervoorzieningen te worden aangelegd;

  • -

    Het (tijdelijk) vergunnen van een unit/container mag niet kunnen leiden tot precedentwerking.

4.2 Onderverdeling naar gebied

4.2.1 Woongebieden

Meestal gaat het om containers ten behoeve van het (ver)bouwen van panden of het uitvoeren van infrastructurele werken. Soms wordt hierbij een werkterreinovereenkomst afgesloten. Hier wordt naar bevind van zaken mee omgegaan. Vaak worden dit soort containers in overleg met de buiteninspecteurs van bouw- en woningtoezicht geplaatst en een instandhoudingstermijn afgesproken.

In gevallen dat (zee)containers en units die als berging, onderkomen voor dieren etc. bij woningen al of niet vergunningvrij zouden kunnen zijn of worden geplaatst, moet gelet op onder andere het materiaalgebruik worden overwogen of er sprake is van een welstandsexces. Is dat het geval, dan is legalisatie cq vergunning verlening niet mogelijk. Bij plaatsing van zulke containers en units wordt altijd opgetreden.

Permanente (zee)containers en units kunnen alleen worden toegestaan als die er qua uiterlijk uitzien als ter plaatse gebouwd, bijvoorbeeld doordat de gevels zijn bekleed met hout en onder de voorwaarde dat kleur, materialen, detaillering en situering zijn afgestemd op de bestaande bebouwing en als ze voldoen aan planologische en technische eisen.

4.2.2 Bedrijventerreinen

Op bedrijventerreinen blijken containers op eigen terrein, maar soms ook op openbaar terrein (vaak openbaar groen, openbare weg cq. openbare parkeerplaatsen) te staan. Plaatsing op openbaar terrein is onaanvaardbaar. Op openbaar terrein is dit veelal op openbare parkeerplaatsen. De containers voldoen over het algemeen niet aan de voorschriften van het bestemmingsplan, aan bouwkundige- en welstandseisen.

De containers worden voor uiteenlopende doelen gebruikt, zoals voor opslag van materialen, grondstoffen en afval en het onderbrengen van installaties. Ook komt het gebruik als fietsenstalling voor. Daarnaast vindt ook stalling van lege containers plaats. Er moet dus onderscheid worden gemaakt tussen het hebben van een container voor gebruik ter plaatse en voor het tijdelijk stallen van lege containers in afwachting van toepassing elders. De containers komen voor in verschillende afmetingen (in lengte meestal 20 feet, soms 40 feet) en hoedanigheden (open en gesloten), zowel solitair als gestapeld. Het stapelen van gesloten containers wordt tegengegaan. Indien stapeling aantoonbaar onontkoombaar is, dient dit zich te beperken tot achterterreinen van bedrijven en dan alleen nog bij beperkte zichtbaarheid vanaf de openbare weg en indien zich de stapeling beperkt tot maximaal twee lagen.

Voor containers voor opslag kan echter, in afwachting van een goede permanente oplossing, een vergunning verleend worden voor tijdelijke instandhoudingstermijn. Deze tijdelijke vergunning mag alleen tot doel hebben dat binnen de looptijd een permanente situatie wordt gerealiseerd waarbij ten minste aan de volgende randvoorwaarden te voldoen:

  • -

    Vast moet staan dat aan de situatie binnen de termijn waarvoor de vergunning is verleend een einde komt;

  • -

    De maximale instandhoudingstermijn bedraagt 2 jaar;

  • -

    Een container en het gebruik daarvan moet voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit, de bepalingen van de Bouwverordening en aan de bepalingen van de A.P.V. en alle overige relevante niet met name genoemde wet- en regelgeving;

  • -

    Indien een container een of meer parkeerplaatsen op eigen terrein in beslag neemt, dient te worden aangetoond dat desondanks wordt voldaan aan de parkeerbehoefte, anders dienen elders op eigen terrein compenserende parkeervoorzieningen te worden aangelegd;

  • -

    Een container moet architectonisch en stedenbouwkundig worden ingepast in zijn omgeving;

  • -

    Het (tijdelijk) vergunnen van een container kan niet leiden tot precedentwerking.

4.2.3 Buitengebieden

Er wordt onderscheid gemaakt tussen containers bij burgerwoningen, agrarische- of andere bedrijven en containers ten behoeve van de uitvoering van bouw- en infrastructurele werken.

4.2.3.1 Burgerwoningen

Bestemmingsplannen bieden in situaties met burgerwoningen niet zelden mogelijkheden voor het bouwen van bijgebouwen en dus voor het plaatsen van containers. De toepassing van (zee)containers en al dan niet tijdelijke units die als berging bij woningen al of niet vergunningvrij zouden kunnen worden geplaatst, moeten gelet op onder andere het materiaalgebruik worden gezien als welstandsexces. Hiertegen wordt altijd opgetreden. Units die er qua uiterlijk uitzien als ter plaatse gebouwd, bijvoorbeeld doordat de gevels zijn bekleed met hout, kunnen onder voorwaarden (kleur, materialen, situering, afstemming op overige bebouwing enz.) kunnen worden toegestaan cq. worden vergund.

4.2.3.2 Bedrijven

In het buitengebied zijn veel (agrarische of daar aan verwante) bedrijven aanwezig waar voor de bedrijfsvoering containers worden gebruikt. Containers worden voor uiteenlopende doelen gebruikt, zoals voor het onderbrengen van dieren, opslag van materialen, grondstoffen en afval en soms voor het onderbrengen van installaties. De containers komen voor in verschillende afmetingen (in lengte meestal 20 ft, soms 40 ft) en hoedanigheden (open en gesloten).

Een afvalcontainer mag niet op een andere plaats staan dan op het achterterrein tenzij voor plaatsing elders een acceptabele verklaring is, zoals het ontbreken van een achterterrein en er op acceptabele wijze wordt voorzien in een afscheiding die de container vanaf de openbare weg aan het oog onttrekt.

Voor containers voor opslag kan echter, in afwachting van een goede permanente oplossing, een vergunning verleend worden voor tijdelijke instandhoudingstermijn. Deze tijdelijke vergunning mag alleen tot doel hebben dat binnen de looptijd een permanente situatie wordt gerealiseerd waarbij ten minste aan de volgende randvoorwaarden te voldoen:

  • -

    Vast moet staan dat aan de situatie binnen de termijn waarvoor de vergunning is verleend een einde komt;

  • -

    De maximale instandhoudingstermijn bedraagt 2 jaar;

  • -

    Een container en het gebruik daarvan moet voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit, de bepalingen van de Bouwverordening en aan de bepalingen van de A.P.V. en alle overige relevante niet met name genoemde wet- en regelgeving;

  • -

    Indien een container een of meer parkeerplaatsen op eigen terrein in beslag neemt, dient te worden aangetoond dat desondanks wordt voldaan aan de parkeerbehoefte, anders dienen elders op eigen terrein compenserende parkeervoorzieningen te worden aangelegd;

  • -

    Een container moet architectonisch en stedenbouwkundig worden ingepast in zijn omgeving;

  • -

    Het (tijdelijk) vergunnen van een container kan niet leiden tot precedentwerking.

4.2.3.3 Bouw- en infrastucturele werkzaamheden

Containers ten behoeve van het uitvoeren van deze werkzaamheden mogen niet in strijd zijn met eisen van het Bouwbesluit, de bepalingen van de Bouwverordening en aan de bepalingen van de A.P.V. en alle overige relevante niet met name genoemde wet- en regelgeving;

4.2.4 Sportterreinen

In de nota handhavingsbeleid van Barendrecht worden voorwaarden omschreven waaronder containers op sportterreinen mogen worden geplaatst. Ook hier wordt onderscheid gemaakt tussen tijdelijke situaties en situaties voor onbepaalde tijd. In het gevoerde welstands- en handhavingsbeleid wordt gestreefd naar een permanente oplossing. Vanuit de gemeente wordt onderkend dat de containers en units een goedkope oplossing zijn voor verenigingen. Vanuit het oogpunt van ruimtelijke ordening en welstand worden eisen aan bouwwerken gesteld. Sportterreinen mogen daarop geen uitzondering zijn. Als men de voorkeur heeft voor containers of units, dan moeten deze daarom niet zondermeer worden toegestaan;

Permanente situaties

  • -

    Een container en het gebruik daarvan moet voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit, de bepalingen van de Bouwverordening en aan de bepalingen van de A.P.V.;

  • -

    Indien een container een of meer parkeerplaatsen in beslag neemt, dient te worden aangetoond dat desondanks wordt voldaan aan de parkeerbehoefte, anders dienen elders op eigen terrein compenserende parkeervoorzieningen te worden aangelegd;

  • -

    Een container moet architectonisch en stedenbouwkundig worden ingepast in zijn omgeving. Bekleding met bijvoorbeeld houten delen en afwerking in donkere kleuren zijn hierbij vereist;

  • -

    De afwerking van de container dient door materiaal, kleur- en detailtoepassing de suggestie te wekken dat het een ter plaatse gebouwd bouwwerk is;

  • -

    Het vergunnen van een container kan niet leiden tot precedentwerking.

Tijdelijke situaties

  • -

    Vast moet staan dat aan de situatie binnen de termijn waarvoor een vergunning wordt verleend, een einde komt;

  • -

    De maximale instandhoudingstermijn bedraagt 2 jaar;

  • -

    Een container dient zodanig te worden afgeschermd dat deze vanaf openbaar gebied aan het zicht is onttrokken;

  • -

    Een container en het gebruik daarvan moet voldoen aan de eisen de eisen van het Bouwbesluit, de bepalingen van de Bouwverordening en aan de bepalingen van de A.P.V. en alle overige relevante niet met name genoemde wet- en regelgeving;

  • -

    Indien een container een of meer parkeerplaatsen in beslag neemt, dient te worden aangetoond dat desondanks wordt voldaan aan de parkeerbehoefte, anders dienen elders op eigen terrein compenserende parkeervoorzieningen te worden aangelegd;

In enkele situaties, met name op Sportpark De Bongerd, zijn voor zeecontainers tijdelijke bouwvergunningen verleend. Deze zullen door het verstrijken van de vergunningtermijn te zijner tijd verdwijnen en mogelijk plaats maken voor (nog te vergunnen) permanente bouwwerken. Daar waar units zijn geplaatst (in enkele gevallen op de Bongerd) is dit met bouwvergunning voor onbepaalde tijd gebeurd.

4.2.5 Gecombineerde situaties

Bij combinatie van situaties gelden in beginsel de regels met de zwaarste eisen.

Hoofdstuk 5. Samenvattend schema beleidskaders

Soort container

Situatie

Gesloten (zeecont.)

4.1.1

Inzamel tbv. veren. e.d.

4.1.2

Afval

Bedrijven

4.1.3

(Ver)bouw en

infra

4.1.5

Tijdelijke huisvesting

4.1.6

 

 

 

 

 

 

Woongebied openbaar gebied 4.2.1

a

d

c

a, e

a

Woongebied particulier terr. perm. 4.2.1

a

d

a, b

e

nvt

Woongebied particulier terrein tijd. 4.2.1

a

d

a

e

a, f

 

 

 

 

 

 

Bedrijvengebied openbaar gebied 4.2.2

a

d

a

nvt

a

Bedrijvengebied niet openbaar gebied 4.2.2

c, d

c

c

nvt

a

 

 

 

 

 

 

Buitengebied burgerwoningen 4.2.3.1

a

a

a

e

a, f

Buitengebied bedrijven 4.2.3.2

c, d

b, d

c

e

a

Buitengebied openbaar terrein

a

b

a

a

a

 

 

 

 

 

 

Bouwterreinen/infra. werk 4.2.3.3

e

nvt

e, f

e

a

 

 

 

 

 

 

Sportterreinen tijdelijk 4.2.4

f

d

d

e

a

Sportterreinen permanent 4.2.4

a, f

d

a

a

a

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

a = niet toegestaan, in voorkomende gevallen handhaven

b = tegengaan, in voorkomende gevallen kritisch behandelen

c = in principe op voorhand niet onmogelijk, wel vergunning aan laten vragen

d = in principe mogelijk, onder voorwaarden akkoord (gedogen cq. ontheffing verlenen)

e = regelen in werkterreinovereenkomst

f = aanvrager middels het laten aanvragen van een eenmalige tijdelijke vergunning sturen in de richting van een permanente bouw ipv een container

Aldus vastgesteld in de vergadering.