Organisatie | Harderwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Re-integratieverordening gemeente Harderwijk 2009 |
Citeertitel | Re-integratieverordening gemeente Harderwijk 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Re-integratieverordening Participatiewet 2015 gemeente Harderwijk.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-07-2015 | 11-07-2015 | intrekking | 02-07-2015 Elektronisch Gemeenteblad, 10-07-2015 | I15.005009 | |
23-08-2012 | 01-01-2012 | 11-07-2015 | art. 10a, 10b | 02-02-2012 Het Kontakt, 22-08-2012 | 11.01074 |
06-01-2011 | 01-03-2009 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 10-09-2009 Het Kontakt, 29-12-2010 | Dossiercode 309128 |
De raad van de gemeente Harderwijk;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 augustus 2009
gelet op Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers(Ioaw) en de Wet inkomensvoorziening ouder en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen(Ioaz)
overwegende dat op grond van artikel 8, eerste lid, onder a Wwb, artikel 35 Ioaw en artikel 35 Ioaz de gemeenteraad bij verordening regels stelt met betrekking tot artikel 7 Wwb, artikel 34 Ioaw en artikel 34 Ioaz over het bieden van ondersteuning bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling.
1. De Re-integratieverordening gemeente Harderwijk 2004 met ingang van 1 maart 2009 in te trekken,
2. De Re-integratieverordening gemeente Harderwijk 2009 op 11 september 2009 vast te stellen en in werking laten treden met ingang van 1 maart 2009
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
trajectplan: een beschrijving van opeenvolgende activiteiten (door de klant mede ondertekend), die in het kader van activering of re-integratie nodig zijn om de belanghebbende duurzaam naar algemeen geaccepteerde arbeid, regulier werk zonder begeleiding, regulier werk met begeleiding (begeleid werk) te leiden of zelfstandig maatschappelijke participatie mogelijk te maken;
Hoofdstuk 2 Beleid en financiën
Artikel 3 Aanspraak op ondersteuning
Belanghebbenden hebben aanspraak op ondersteuning bij het vinden van algemeen geaccepteerde arbeid of als dat doel niet bereikbaar is, bij zelfstandige maatschappelijke participatie. Voorwaarde voor de anw-er en nugger is dat deze minimaal 12 uren per week beschikbaar is voor algemeen geaccepteerde arbeid.
De voorzieningen, genoemd in deze verordening, kunnen onderdeel uitmaken van of aanvullend zijn op een inburgeringsplan, waartoe de klant op grond van de Wet inburgering is verplicht, dan wel op grond van de rechtsopvolger van deze wet.
Artikel 9 Loon boven uitkering
Het college kan aan belanghebbenden een tijdelijk dienstverband aanbieden in plaats van een uitkering.
Het college draagt er zorg voor dat:
Met inachtneming van de persoonlijke verantwoordelijkheid van belanghebbende, voldoende voorzieningen zijn getroffen om het voor belanghebbende redelijkerwijze mogelijk te maken algemeen geaccepteerde arbeid te vinden of, als dat doel niet bereikbaar is, zelfstandige maatschappelijke participatie te realiseren en te behouden.
Hoofdstuk Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 12 Beslissing college in gevallen waarin de verordening niet voorziet
In individuele gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college, voor zover dit mogelijk is binnen de door de verordening aangegeven grenzen.
Artikel 13 Intrekking oude regeling
De Re-integratieverordening Wet werk en bijstand gemeente Harderwijk 2004 wordt met ingang van 1 maart 2009 ingetrokken.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Harderwijk in zijn openbare vergadering van 10 september 2009, onder nummer 66.
de heer J.C.G.M. Berends de heer H.R. Lanning
voorzitter raadsgriffier
Met de re-integratieverordening geeft de gemeenteraad inhoudelijk invulling aan de ondersteuning die de gemeente Harderwijk biedt bij de arbeidsinschakeling van werklozen die behoren tot de verantwoordelijkheid van de gemeente. De opdracht om die ondersteuning te bieden is geregeld in artikel 7 van de Wet werk en bijstand, artikel 34 van de Ioaw en artikel 34 van de Ioaz. Het voorschrift om een verordening vast te stellen waarin deze ondersteuning nader wordt vormgegeven volgt uit artikel 8 van de Wet werk en bijstand, artikel 35 van de Ioaw en artikel 35 van de Ioaz.
In artikel 14 van de Invoeringswet Wet Werk en Bijstand is geregeld dat er, ondanks het vervallen van de Wet inschakeling werkzoekenden en het Besluit ID-banen, geen wijzigingen plaatsvinden in de rechtspositie van personen met een WIW-dienstbetrekking of een betrekking in het kader van het Besluit ID-banen.
Op grond van artikel 7, lid 1 sub a van de Wet werk en bijstand, artikel 34, lid 1 sub a. van de Ioaw en artikel 34, lid 1 sub a. van de Ioaz is het college verantwoordelijk voor het bieden van ondersteuning bij de arbeidsinschakeling aan personen die algemene bijstand ontvangen, personen met een anw-uitkering, niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers) en de personen als bedoeld in artikel 10 lid 2 van de Wet Werk en Bijstand. Deze laatste groep omvat personen die vanwege een voorziening gericht op de arbeidsinschakeling niet tot een van de eerder genoemde groepen behoort. Personen met een WIW-dienstbetrekking of een ID-baan kunnen dus ook aanspraak maken op ondersteuning bij re-integratie.
Met ingang van 1 januari 2009 is de Wet participatiebudget (Staatsblad 588, 2008) in werking getreden. Met het participatiebudget worden de gemeentelijke middelen voor re-integratie (WWB-werkdeel), inburgering en volwasseneneducatie gebundeld in één specifieke uitkering voor gemeenten. Gemeenten kunnen met het Participatiebudget re-integratievoorzieningen, inburgeringsvoorzieningen, educatie-opleidingen en combinaties van deze voorzieningen financieren voor een brede doelgroep van iedereen van 18 jaar en ouder.
Behalve voor iedereen van 18 jaar en ouder kan het participatiebudget ook worden ingezet voor 16- en 17-jarigen die zijn ontheven van de kwalificatieplicht of die al aan de kwalificatieplicht hebben voldaan. Daarnaast is het participatiebudget ook inzetbaar voor jongeren van 16 of 17 jaar voor wie schooluitval dreigt, maar die door een leer-werktraject alsnog een startkwalificatie kunnen behalen.
Samengevat is doelgroep in het kader van de Wet participatiebudget:
1°. iedere in Nederland woonachtige Nederlander van achttien jaar of ouder,
2°. iedere in Nederland woonachtige vreemdeling van achttien jaar of ouder die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8, onderdelen a tot en met e dan wel l, van de Vreemdelingenwet 2000, en
3°. iedere in Nederland woonachtige persoon van zeventien jaar of jonger die heeft voldaan aan de kwalificatieplicht, bedoeld in paragraaf 2a van de Leerplichtwet 1969, dan wel aan wie een vrijstelling van die kwalificatieplicht is verleend;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit artikel worden omschrijvingen gegeven van begrippen die in de verordening voorkomen, en waarvan het van belang is dat er telkens hetzelfde onder wordt verstaan. Bij het omschrijven van de begrippen wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen in de Wet werk en bijstand.
Het college stelt een beleidsplan op waarin, binnen de kaders van de re-integratieverordening, het beleid voor het komende jaar of komende jaren wordt beschreven.
Bij het opstellen van het beleidsplan wordt de cliëntenraad betrokken conform de daarvoor opgestelde verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand.
Artikel 3 Aanspraak op ondersteuning
In dit artikel wordt aangesloten op de Wet werk en bijstand, waarin staat aangegeven dat een belanghebbende aanspraak maakt op ondersteuning bij arbeidsinpassing, maar niet op een specifieke voorziening. Ondersteuning hoeft niet altijd te bestaan uit een door derden uitgevoerde voorziening, maar kan ook bestaan uit advies of doorverwijzing naar andere instanties.
Voorzieningen worden alleen ingezet als zonder die inzet het vinden van algemeen geaccepteerde arbeid niet mogelijk is. De ondersteuning is primair gericht op arbeidsinpassing. Dit kan ook betekenen het toeleiden naar zelfstandigheid. Indien arbeidsinpassing binnen afzienbare tijd niet tot de mogelijkheden behoort, kan maatschappelijke participatie een doel van de inzet van voorzieningen zijn.
De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de inhoud van een voorziening ligt bij het college. Binnen de grenzen van die verantwoordelijkheid, wordt rekening gehouden met de wensen van de belanghebbende. De voorziening wordt vastgelegd in een trajectplan dat zowel door het college als door de belanghebbende ondertekend moet worden.
Het college houdt bij het aanbieden van een voorziening in ieder geval rekening met de mate waarin de persoon arbeid en zorgtaken kan combineren. Dit komt overeen met de WWB waarin verwoord staat dat de beschikbaarstelling voor de arbeidsmarkt van alleenstaande ouders in de bijstand aan een aantal voorwaarden dient te voldoen. Het gaat hierbij om passende kinderopvang en de aansluiting op schooltijden. Het bovenstaande geldt, conform de WWB.
Per 1 januari 2007 is de Wet inburgering nieuwkomers overgegaan in de Wet inburgering. Het inburgeringsplan zoals genoemd in dit artikel kan onderdeel uitmaken van het re-integratiedossier.
Artikel 5 Budget- en subsidieplafonds re-integratievoorziening
De wet stelt dat het ontbreken van financiële middelen alleen geen reden kan zijn voor de afwijzing van een aanvraag. De gemeente dient na te gaan welke andere, goedkopere alternatieven er beschikbaar zijn. Dit houdt dus in dat er geen algemeen plafond ingesteld kan worden. Wel kan per voorziening een plafond ingebouwd worden; dit laat de mogelijkheid open dat er naar een andere voorziening wordt uitgeweken.
De aan het college gegeven mogelijkheid om een subsidie- of budgetplafond vast te stellen, is ingesteld om ongewenste overschrijding van de beschikbare middelen te voorkomen. Dat is nodig om dat vooraf niet exact bepaald kan worden hoe groot de instroom in de uitkering zal zijn, hoe effectief het re-integratiebeleid zal zijn, en wat de uitgaven zullen zijn die daar het gevolg van zijn.
Een subsidieplafond geldt voor voorzieningen die subsidies inhouden. Een budgetplafond geldt voor de overige uitgaven die het college doet in het kader van voorzieningen. De subsidie- en budgetplafonds moeten door het college per voorziening worden vastgesteld. Een door het college ingesteld subsidie- of budgetplafond vormt een weigeringsgrond bij de aanspraak op de desbetreffende voorziening.
Indien er geen budget- of subsidieplafond kan worden vastgesteld, kan het college besluiten een plafond in te stellen aan het aantal personen dat gebruik kan maken van de subsidie.
Artikel 6 Verplichtingen van de belanghebbende
Deelname aan re-integratie is niet vrijblijvend. Aansluitend op hetgeen in de Wet werk en bijstand, Ioaw en Ioaz reeds bepaald is over verplichtingen, worden hier nog enkele nadere bepalingen weergegeven.
De hoogte van de maatregelen die bij het niet nakomen van de verplichtingen kunnen worden opgelegd, staan beschreven in de Afstemmingsverordening, voor de IOAW en IOAZ geldt het Maatregelbesluit. De maatregelen bestaan uit het verlagen van de uitkering met een bepaald percentage (afhankelijk van de gedraging). Echter, voor personen zonder uitkering (nuggers) en anw-ers, kan de gemeente de uitkering niet verlagen als maatregel. Daarom is in het derde lid de mogelijkheid opgenomen dat in die gevallen de gemeente (een deel van) de kosten die gemaakt zijn terug kan vorderen.
Tegen beslissingen op grond van de Afstemmingsverordening staat bezwaar en beroep open op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het recht op inzage in gegevens en zonodig correctie daarvan is geregeld in de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).
De wijze waarop wordt vastgesteld of een nugger of anw-er moet bijdragen in de kosten van de voorziening en de hoogte van de eigen bijdrage, kan in het uitvoeringsbesluit worden vastgelegd.
In dit artikel zijn voorwaarden gesteld waaraan bij de inzet van voorzieningen moet worden voldaan. Het eerste lid benadrukt dat er sprake moet zijn van traject dat is afgestemd op de mogelijkheden van de belanghebbende. Er worden geen voorzieningen aangeboden die geen meerwaarde hebben in relatie tot het voor belanghebbende te realiseren doel.
In dit artikel is onder lid 4 tevens opgenomen dat en wanneer het college kan besluiten de deelname aan een bepaalde voorziening te beëindigen.
Aan de verschillende voorzieningen kan het college nadere regels verbinden. Deze stelt het college vast in een uitvoeringsbesluit. In het uitvoeringsbesluit komen in ieder geval de elementen zoals genoemd onder het vierde lid naar voren. Tevens kan het college bij uitvoeringsbesluit nieuwe voorzieningen in het leven roepen ofwel een bestaande voorziening beëindigen.
Artikel 9 Loon boven uitkering
Het college kan belanghebbenden door inzet van uitkeringsmiddelen (het zogenaamde Inkomensdeel) een baan aanbieden in plaats van een uitkering. In het uitvoeringsbesluit zal dit nader worden geregeld.
Met dit artikel worden de rechten van de belanghebbende bij de gebruikmaking van voorzieningen geregeld. Bij de inkoop van voorzieningen bij derden, dient het college expliciete aandacht te besteden aan de continuïteit en de kwaliteit van de voorziening. Tevens dient het college voorzieningen, zoals kinderopvang, te treffen die het de belanghebbende mogelijk maken deel te nemen aan een traject.
Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
Artikel 12 Beslissing college in gevallen waarin de verordening niet voorziet
Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
Artikel 13 Intrekking oude regeling
Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.
Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.