Organisatie | Houten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en op begraven op eigen terrein in de gemeente Houten |
Citeertitel | Beheerverordening begraven |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | plattegrond. |
Geen
artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-11-2016 | wijziging artikel 12, 13, 23, 24 en de bijlage | 11-10-2016 | 2016-061 | ||
24-05-2012 | 03-11-2016 | nieuwe regeling | 17-04-2012 Houtens Nieuws | 2012-009 |
De raad van de gemeente Houten,
gelezen het voorstel van het college van 7 februari, nr. BWV12.0039, inzake de Beheerverordening begraven 2012;
gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING OP HET BEHEER EN GEBRUIK VAN DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN EN OP BEGRAVEN OP EIGEN TERREIN IN DE GEMEENTE HOUTEN
Hoofdstuk 2. Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.
Hoofdstuk 3. Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is doch uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van het personeel van de begraafplaats geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 8. Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.
Hoofdstuk 4. Indeling en uitgifte van de graven
Artikel 10. Indeling graven en asbezorging
Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:
Op de begraafplaats Oud Wulven kunnen voorts particuliere gedenkplaatsen worden uitgegeven, wanneer daarvoor naar het oordeel van het college een gewichtige reden aanwezig is, zoals langdurige vermissing of een geval waarin het lijk of de as van een in het buitenland overledene niet naar Nederland kan worden vervoerd.
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven.
Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Artikel 13 Moment van uitgifte
Op de gemeentelijke begraafplaatsen worden zowel graven uitgegeven voor directe begraving als voor reservering bij leven. Het reserveren van een graf is alleen mogelijk bij een particulier graf, niet bij een algemeen graf. Zodra een graf uitgegeven wordt, zijn grafrechten verschuldigd.
Artikel 14. Volgorde van uitgifte
Op begraafplaats Oud Wulven kan bij de overige particuliere graftypen bij reservering een rij uitgezocht worden waarin het graf zal komen te liggen. Bij daadwerkelijke ingebruikname van het graf wordt het graf aansluitend op de reeds bestaande graven in desbetreffende rij toegewezen. Ook is het mogelijk om een graf aan het begin of einde van een rij te reserveren.
Het college kan de uitgifte van een uitgezocht graf weigeren indien de uitgifte bezwaarlijk is om redenen die verband houden met het beheer van de begraafplaats. In ieder geval worden op een nog niet in gebruik genomen grafheuvel pas graven uitgegeven op een door burgemeester en wethouders nader te bepalen moment.
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 16. Termijnen particuliere graven
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van tien, twintig of dertig jaar recht op een particulier graf.
De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.
Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening door de gemeente doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden.
Artikel 18. Overschrijving van verleende rechten
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.
Artikel 19. Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 22. Onderhoud door rechthebbende of gebruiker
Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, waaronder wordt begrepen het rechtzetten, herstellen of vernieuwen, het verven van opschriften en het bijkleuren of schilderen van stenen en hekwerken en ornamenten, alsmede het regelmatig snoeien van (winterharde) gewassen en het verwijderen van dode beplanting, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende dertien weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring gedurende 13 weken bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
Het college kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.
Artikel 23. Niet-blijvende grafbeplanting en losse voorwerpen
Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert, kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de belanghebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 24. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.
Hoofdstuk 6. Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 25. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de belanghebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of belanghebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.
De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
Hoofdstuk 7. Gedeelte voor Kerkgenootschap
Artikel 26. Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven
Het college kan na overleg met het bestuur van een kerkgenootschap aan wie een deel van een begraafplaats ter beschikking is gesteld, nadere regels stellen voor dit deel van de begraafplaats ten aanzien van de openstelling, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking. Deze regels kunnen afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 11, tweede lid, 16 en 22, vierde lid, van deze verordening.
Hoofdstuk 10. Begraven op eigen terrein
AFDELING 2 Eisen ten aanzien van de aanvrager
Artikel 30. Over te leggen stukken
De aanvrager legt een haalbaarheidsonderzoek met betrekking tot de aanleg van een bijzondere begraafplaats over. Dit onderzoek geeft inzicht in de gemiddelde hoogste grondwaterstand, grondsoort en de aanwezigheid van kabels en leidingen. Verder moet een archeologisch advies ingewonnen worden bij de gemeente.
Artikel 31. Eigendom en binding grond
De aanvrager dient de wettelijke grafrust van 10 jaar na de laatste begraving te waarborgen. De aanvrager dient voor de toekomst te waarborgen dat de binding van de nabestaanden met de grond behouden blijft. Bij verkoop van het perceel dient een kettingbeding in de koopovereenkomst opgenomen te worden.
Artikel 36. Intrekking oude regeling
De Verordening begraven gemeente Houten, vastgesteld op 27 november 2007, wordt ingetrokken.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de oude Verordening begraven gemeente Houten (vastgesteld op 27 november 2007) is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
Hij die handelt in strijd met de artikelen 3, lid 3, of artikel 4, leden 3 en 4 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van uitgifte van het Houtens Nieuws waarin zij is bekendgemaakt.