Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Arnhem

subsidieregeling Arnhems Fonds Samenlevingsbeleid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieArnhem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingsubsidieregeling Arnhems Fonds Samenlevingsbeleid
Citeertitelsubsidieregeling Arnhems Fonds Samenlevingsbeleid
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. art. 4:23 Algemene wet bestuursrecht
  2. art. 4 Algemene subsidieverordening Arnhem 2002
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-01-200917-02-2015Onbekend

06-01-2009

Arnhemse Koerier, 14 januari 2009

2008.0.110.838

Tekst van de regeling

Intitulé

subsidieregeling Arnhems Fonds Samenlevingsbeleid

 

 

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

Voor toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Instelling: een organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit of een wijkplatform zonder rechtspersoonlijkheid, die zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten ten behoeve van de ingezetenen van de gemeente Arnhem

  • b.

    Integratie: maatschappelijke participatie van allochtone inwoners

  • c.

    Herkomstlanden: Turkije, Suriname, Marokko en de Nederlandse Antillen

  • d.

    Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem

  • e.

    Activiteit: een met gebruikmaking van de subsidie te leveren product, prestatie of dienst

  • f.

    De wet: de Algemene Wet Bestuursrecht

Artikel 2: Subsidiëring

  • 1.

    Het college kan op aanvraag aan een instelling subsidie verstrekken als bijdrage in de kosten van een activiteit die een bijdrage levert aan de integratie van allochtone burgers in de Arnhemse samenleving of van een activiteit gericht op relaties met de herkomstlanden.

  • 2.

    Reis- en verblijfskosten komen niet in aanmerking voor subsidiëring.

  • 3.

    Een activiteit die plaatsvindt in religieuze of politieke accommodaties komt niet voor subsidiëring in aanmerking.

  • 4.

    Een activiteit die heeft plaatsgevonden voordat de aanvraag om subsidie is beoordeeld ingevolge lid 6 van dit artikel, komt niet voor subsidiëring in aanmerking.

  • 5.

    De in het eerste lid bedoelde activiteit mag een looptijd van maximaal 2 jaar hebben.

artikel 3: Subsidieplafond

Het college stelt de subsidieplafonds vast voor de subsidiëring van de activiteiten van de periodes 1 januari tot 1 juli en 1 juli tot 1 januari.

Artikel 4: De aanvraag

  • 1.

    Voor een activiteit die plaatsvindt in de periode van 1 januari tot 1 juli dient de aanvraag vóór 1 oktober van het voorafgaande kalenderjaar te worden ingediend.

  • 2.

    Voor een activiteit die plaatsvindt in de periode van 1 juli tot 1 januari dient de aanvraag vóór 1 maart te worden ingediend.

  • 3.

    Wordt een aanvraag niet voor de indieningsdata die het eerste en tweede lid zijn vermeld ingediend dan kan deze buiten behandeling worden gelaten.

  • 4.

    De subsidieaanvrager maakt bij de indiening van de aanvraag gebruik van het daarvoor door het college verstrekte formulier.

  • 5.

    De subsidieaanvrager dient bij de aanvraag een plan in waarin is opgenomen:

    • a.

      Een opgave van de startdatum en de duur van de activiteit;

    • b.

      Een beschrijving van de doelstellingen en beoogde resultaten van de activiteit;

    • c.

      Een beschrijving van de te bereiken doelgroep, in kwalitatieve en kwantitatieve termen;

    • d.

      Een beschrijving van de uit te voeren activiteit, alsmede een tijdpad waarbinnen deelactiviteiten uitgevoerd moeten zijn;

    • e.

      Een beschrijving van de wijze waarop aan de activiteit bekendheid wordt gegeven;

    • f.

      Een beschrijving van de wijze waarop de resultaten van de activiteit geëvalueerd worden;

    • g.

      Informatie over de subsidieaanvrager en de overige participanten in de activiteit;

    • h.

      De verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen de subsidieaanvrager en de overige organisatoren van de activiteit.

  • 6.

    Het plan, bedoeld in het vierde lid, gaat vergezeld van een begroting met financieringsplan.

  • 7.

    De beslissing op de subsidieaanvraag wordt uiterlijk binnen 3 maanden na verstrijken van de indieningdata genoemd in de leden 1 en 2, genomen. Het college maakt deze beslissing schriftelijk bekend aan de aanvrager binnen 3 weken nadat zij is genomen.

Artikel 5: Eisen

Om voor subsidieverstrekking in aanmerking te komen moet een instelling tenminste aan de volgende eisen voldoen:

  • a.

    de activiteit is op de Arnhemse samenleving gericht of in geval de activiteit betrekking heeft op relaties met de herkomstlanden dient de activiteit uitstraling te hebben naar de Arnhemse samenleving;

  • b.

    bij de uitvoering van de activiteit moeten instellingen met leden van minimaal 2 verschillende etnische achtergronden samenwerken;

  • c.

    de activiteit bereikt Arnhemse burgers van minimaal 2 verschillende etnische achtergronden;

  • d.

    het Nederlands is de voertaal binnen de organisatie en binnen de uitvoering van de activiteit;

  • e.

    vrijwilligers(organisaties) zijn actief betrokken bij de uitvoering van de activiteit;

  • f.

    in redelijkheid worden geen personen om religieuze, politieke, sekse, seksuele voorkeur of andere aan de persoon gerelateerde kenmerken uitgesloten van deelname aan de activiteit;

  • g.

    in geval de activiteit betrekking heeft op relaties met de herkomstlanden dient deze gericht te zijn op wederzijdse kennis, begrip en inzicht van elkanders cultuur.

Artikel 6: Verdeling subsidie

  • 1.

    Het college wordt bij de beoordeling van de aanvragen geadviseerd door een beoordelingsgroep.

  • 2.

    a. De beoordelingsgroep bestaat uit maximaal 3 leden met verschillende achtergronden van buiten Arnhem.

    • b.

      De beoordelingsgroep wordt ambtelijk vanuit de gemeente Arnhem ondersteund.

    • c.

      De leden van de beoordelingsgroep worden iedere ronde door het college aangewezen.

  • 3.

    De aanvragen worden in onderlinge samenhang gewogen op grond van de volgende criteria:

    • a.

      de mate van actieve betrokkenheid van de doelgroepen in de uitvoering en evaluatie van de activiteit;

    • b.

      de mate van het verbeteren van de wijze van samenleven tussen groepen Arnhemse burgers van verschillende etnische achtergronden;

    • c.

      de mate waarin de activiteit vernieuwend/onderscheidend is;

    • d.

      de mate waarin de activiteit gericht is op allochtone ouderen en/of vrouwen;

    • e.

      het aantal te bereiken Arnhemse burgers;

    • f.

      de mate waarin gefinancierd wordt door middel van een eigen bijdrage;

    • g.

      de mate waarin de activiteit plaatsvindt op een locatie die voor de gehele Arnhemse bevolking geen belemmering oplevert;

  • 5.

    De subsidie bedraagt maximaal het tekort in de begroting en kan maximaal € 5.000,- bedragen.

6. a. Op grond van de mate waarin de instellingen voldoen aan de in het lid 3 weergegeven criteria stelt de beoordelingsgroep een rangorde samen van de instellingen.

b.Het college stelt op advies van de beoordelingsgroep de uiteindelijke rangorde vast. De instellingen die het hoogst in rangorde staan komen in aanmerking voor subsidie tot en voor zover het subsidieplafond ex artikel 3 van deze regeling is bereikt. De subsidieverstrekking wordt geweigerd aan instellingen die lager in rangorde zijn geplaatst

Artikel 7: Bevoorschotting

  • 1.

    Het voorschot bedraagt maximaal 80% van de verleende subsidie.

  • 2.

    Het voorschot wordt binnen 6 weken na de subsidieverlening betaalbaar gesteld.

Artikel 8: Weigeringsgronden

Subsidie kan, naast de in artikel 4:25 en 4:35 van de wet genoemde gevallen, in ieder geval geweigerd worden indien gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

  • a.

    de activiteiten van de aanvrager niet in voldoende mate in het algemeen gemeentelijk belang zijn;

  • b.

    de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • c.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

  • d.

    de aanvrager zonder subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

  • e.

    de activiteiten blijkens de ingediende begroting een onvoldoende betrouwbare financiële basis hebben;

  • f.

    de activiteiten een politiek, godsdienstig of levensbeschouwelijk karakter hebben.

Artikel 9: Verplichtingen

Bij een besluit tot subsidieverlening worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    de subsidieontvanger verleent alle medewerking aan evaluatie en monitoring van de activiteit;

  • b.

    de subsidieontvanger meldt iedere wijziging ten opzichte van de gegevens die bij de gemeente bekend zijn;

  • c.

    het college dient uitgenodigd te worden voor de activiteiten die uitgevoerd worden.

Artikel 10: De vaststelling

  • 1.

    De subsidieontvanger dient uiterlijk 3 maanden na afloop van de activiteit een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in bij het college.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling dient vergezeld te gaan van een financieel verslag en een inhoudelijk verslag.

  • 3.

    De subsidieontvanger maakt bij de indiening van de aanvraag tot subsidievaststelling gebruik van het daarvoor door het college verstrekte formulier.

  • 4.

    Het college stelt de subsidie vast uiterlijk 3 maanden na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling. Het college maakt deze beslissing schriftelijk bekend aan de aanvrager binnen drie weken nadat zij is genomen.

Artikel 11: Afwijkingsmogelijkheid

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een aanvrager afwijken van één of meerdere bepalingen van deze regeling.

Artikel 12: Evaluatie en monitoring

Deze regeling wordt om de vier jaar geëvalueerd.

Artikel 13: Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

Artikel 14: Citeerregel

Deze regeling wordt aangehaald als: Arnhems Fonds Samenlevingsbeleid.

Toelichting op het Arnhems Fonds Samenlevingsbeleid

Achtergrond

Op 13 oktober 2003 is door de gemeenteraad de nota ‘Visie op samenlevingsbeleid Arnhem’ vastgesteld. In deze nota worden allerlei onderdelen van het samenlevingsbeleid uiteen gezet.

Eén van de onderdelen van het samenlevingsbeleid is het Arnhems Fonds Samenlevingsbeleid. Hoofddoel van dit fonds is het bevorderen van integratie van allochtone inwoners en het verbeteren van het samenleven tussen autochtone en allochtone inwoners in Arnhem.

De nota stelt vast dat de samenleving is veranderd en daarmee ook de relatie van de overheid t.o.v. de zelforganisaties. De huidige subsidievoorwaarde voor de zelforganisaties, het organiseren van ontmoeting, is niet meer toereikend. Daarom wordt de regeling ‘stelpost ondersteuning migrantenorganisaties’ afgebouwd.

De subsidieaanvrager (art. 1)

De subsidieaanvrager dient een rechtspersoon (bijvoorbeeld stichting of vereniging) te zijn. Wijkplatforms zonder rechtspersoonlijkheid vormen een uitzondering op deze eis. Ook professionele organisaties kunnen dus een subsidieaanvraag indienen, mits zij in de uitvoering samenwerken met vrijwilligers(organisaties). Er wordt gestreefd naar diversiteit in gehonoreerde subsidieaanvragen.

De aanvraag (art. 2 , 3, 4 en 7)

Binnen deze regeling kunnen aanvragen ingediend worden die gericht zijn op het bevorderen van de integratie. Integratie wordt gedefinieerd als maatschappelijke participatie, dit betekent het deelnemen aan de samenleving. Het gaat dan bijvoorbeeld om deelname aan het onderwijs, aan de arbeidsmarkt, maar ook sociaal-cultureel zoals vrijwilligerswerk, wijkverenigingen, sportclubs etc. Binnen dit fonds dient deze maatschappelijke participatie uiteindelijk te leiden tot een verbetering in de verhoudingen tussen autochtone en allochtone inwoners van Arnhem.

De internationale relaties met de herkomstlanden hebben als doelstelling het verbeteren van het samenleven van autochtone en allochtone burgers door wederzijdse kennis en begrip van elkaars achtergronden; hoe wordt er vanuit verschillende culturen gedacht en gehandeld?

In eerste instantie zal vooral het achterliggende idee van een aanvraag getoetst worden. Voor het uitwerken van een idee respectievelijk het opstellen van een plan kan ook hulp gezocht worden bij de gemeente Arnhem of bij de migrantenwerker(s) van Rijnstad.

Om lange wachttijden te voorkomen en om in te kunnen spelen op actuele ontwikkelingen, zijn er twee subsidierondes per jaar. Het totale budget wordt over deze twee rondes verspreid. Aanvragen kunnen ingediend worden vóór 1 april en vóór 1 oktober. Per aanvraag is er maximaal € 5.000,- beschikbaar. Er wordt na subsidieverlening maximaal 80% bevoorschot. Het restbedrag wordt overgemaakt na de subsidievaststelling

Voorwaarden en criteria (art. 4, 5, 6, 8 en 9)

Om de samenleving uit te dagen om met creatieve ideeën te komen is de regeling bewust zo open mogelijk gehouden. Dit neemt niet weg dat er wel voorwaarden geformuleerd zijn waaraan aanvragen dienen te voldoen. Verder zijn er nog een aantal aanvullende criteria geformuleerd. Op basis van het voldoen aan deze criteria wordt een rangorde gemaakt van de binnengekomen subsidieaanvragen. Het niet voldoen aan deze aanvullende criteria betekent dus niet dat een project geen subsidie krijgt, het project zal wel wat lager scoren in de rangorde die gemaakt wordt.

Het college neemt het uiteindelijke besluit over een subsidieaanvraag, en wordt hierbij voorafgaand geadviseerd door een beoordelingsgroep. Deze beoordelingsgroep zal bestaan uit maximaal 3 leden met verschillende achtergronden (zoals etniciteit en beroep) van buiten Arnhem, die gevraagd worden op basis van hun deskundigheid op het gebied van migrantenvraagstukken. Deze mensen worden van buiten Arnhem gevraagd, omdat zij onafhankelijk zijn en er op deze manier ook inspiratie van buiten binnengehaald kan worden. Een beoordelingsgroep kan breder kijken en zorgen voor een groter draagvlak voor de beslissingen die genomen worden over de subsidieaanvragen.

Voorwaarden waaraan een aanvraag moet voldoen

  • -

    Er moet een plan ingediend worden, waarin de doelstellingen en doelgroepen duidelijk beschreven worden (zowel aantallen als kenmerken), alsmede hoe men deze doelstellingen denkt te gaan bereiken. Tevens wordt in dit plan ook beschreven hoe men bekendheid gaat geven aan de activiteit(en). Het plan gaat vergezeld van een begroting met financieringsplan. De subsidieaanvraag mag niet ten doel hebben een algemeen tekort van de organisatie weg te werken. Voor het indienen van een aanvraag maakt de subsidieaanvrager gebruik van het aanvraagformulier, dat bij de gemeente Arnhem op te vragen is en vanaf de internetsite (www.arnhem.nl) te downloaden is.

  • -

    Bij de uitvoering van de activiteit(en) dienen organisaties met leden van minimaal 2 verschillende etnische achtergronden samen te werken. Tevens dienen de bereikte Arnhemse burgers van minimaal 2 verschillende etnische achtergronden afkomstig te zijn. Hiervoor is gekozen, omdat dit fonds gaat over samenleven, hierbij gaat het dan om het samenleven van verschillende groepen in de Arnhemse samenleving. De ervaring leert dat migrantenorganisaties niet makkelijk gaan samenwerken, daarom is gekozen dit als voorwaarde te stellen. Het uiteindelijke doel van het fonds is dat er beter wordt samengeleefd en meer maatschappelijk geparticipeerd. Hierdoor wordt ook de eis gesteld dat er in het bereik van de activiteit(en) Arnhemse burgers van minimaal 2 verschillende etnische achtergronden deelnemen.

  • -

    Bij de uitvoering van de activiteit(en) dienen vrijwilligers actief betrokken te zijn. Professionele organisaties kunnen wel aanvragen indienen, mits zij bij de uitvoering van de activiteit(en) maar samenwerken met vrijwilligers(organisaties).

  • -

    Het college kan ten allen tijde de voortgang van de activiteit(en) opvragen en dient uitgenodigd te worden voor de activiteiten die georganiseerd worden.

  • -

    In redelijkheid moeten de activiteiten openstaan voor iedereen die kan/wil deelnemen en mag dus op voorhand niemand worden uitgesloten.

Aanvullende Criteria

  • -

    Er wordt gekeken naar de actieve betrokkenheid van de deelnemers van de activiteit(en). Het bijwonen van een voorlichtingsavond is een voorbeeld van passieve deelname. Het actief deelnemen aan een reeks discussieavonden om bepaalde zaken bespreekbaar te maken is hierentegen een voorbeeld van actieve betrokkenheid. Het gaat er dus om dat deelnemers zelf een steentje kunnen bijdragen.

  • -

    Ook wordt gekeken of het idee nieuw is of heel anders dan voorgaande ideeën. Is men creatief, probeert men problemen/activiteiten op een andere manier te benaderen?

  • -

    Allochtone ouderen en vrouwen zijn veelal moeilijker te bereiken. Initiatieven op dit gebied zullen positief gewaardeerd worden.

  • -

    Er wordt vanuit gegaan dat er naar cofinanciering gezocht wordt (andere fondsen, provincie etc.) en dat er entree geheven wordt. Deze zaken mogen echter geen onoverkomelijke drempel zijn. Bijvoorbeeld mensen in de bijstand of 65+ers kunnen vrijgesteld worden van het betalen van een eigen bijdrage.

Activiteiten waarbij redelijkerwijs verwacht kan worden dat ze niet uitvoerbaar/haalbaar zijn, kunnen worden afgewezen. Doelstellingen dienen dus wel realistisch en haalbaar te zijn.

Religieuze organisaties die samen iets voor de eigen achterbannen organiseren, komen niet in aanmerking voor subsidie. Hierbij geldt zowel het uitgangspunt dat de overheid geen subsidie verstrekt aan religieuze organisaties als het gegeven dat niet-gelovigen worden uitgesloten en voorwaarde is dat niemand op voorhand mag worden uitgesloten. Wel kunnen religieuze organisaties activiteiten uitvoeren die gericht zijn op de hele Arnhemse samenleving. Het uitdragen van de religie mag evenwel geen doelstelling zijn. Bovenstaande geldt eveneens voor politieke organisaties.

Ook de accommodatie waar activiteiten georganiseerd worden mag geen belemmeringen opleveren voor Arnhemse burgers om deel te nemen. Activiteiten moeten dus buiten religieuze gebouwen georganiseerd worden.

De subsidieontvanger is verplicht tussentijdse wijzigingen in gegevens door te geven aan de gemeente. Tenslotte dient de subsidieontvanger ten allen tijde op verzoek van het college gegevens te overleggen voor evaluatie en monitoring en het college uit te nodigen voor de uitvoering van de activiteit(en).

De subsidievaststelling (art. 10)

Na afloop van de activiteit(en) dient binnen maximaal 3 maanden een aanvraag tot subsidievaststelling ingediend te worden. Hiervoor maakt de subsidieaanvrager gebruik van het vaststellingsformulier, dat verkrijgbaar is bij de gemeente Arnhem of te downloaden is van www.arnhem.nl.

Indien de vaststelling akkoord is, zal de overige 20% van de subsidie overgemaakt worden.