Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Barendrecht

Wacht en storingsdienstregeling

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Barendrecht
Officiële naam regelingWacht en storingsdienstregeling
CiteertitelWacht en storingsdienstregeling
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vastgesteld en bekendgemaakt als onderdeel van het verzamelbesluit 'Regeling implementatie Wet elektronische bekendmaking 2012\ Burgemeester en College van burgemeester en wethouders'. 

Deze regeling vervangt de voorgaande regling, zoals vastgesteld op 20-05-2008.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Lokale Arbeidsvoorwaardenregeling, art. 3:3:1
  2. Lokale Arbeidsvoorwaardenregeling, art. 15:1:10 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-08-201201-01-201201-01-2012intrekking

05-07-2012

Blik op Barendrecht, 02-08-2012

Onbekend.
29-06-201201-01-2012nieuwe regeling

26-06-2012

Blik op Barendrecht, 28-06-2012

344248

Tekst van de regeling

Intitulé

Wacht en storingsdienstregeling

Burgemeester en wethouders van Barendrecht;

 

nadat met de commissie voor georganiseerd overleg overeenstemming is bereikt;

 

gelet op art. 3:3:1 jo art. 15:1:10 Lokale Arbeidsvoorwaardenregeling;

 

 

b e s l u i t e n :

 

 

vast te stellen de volgende WACHT- EN STORINGSDIENSTREGELING

HOOFDSTUK I WACHTDIENSTEN VOOR GLADHEIDSBESTRIJDING EN STORINGEN

Artikel 1 Instelling
  • 1.   Het afdelingshoofd Uitvoering stelt wachtdiensten in voor:

    • a.

      de gladheidbestrijding;

    • b.

      het verrichten van dringende werkzaamheden buiten de gebruikelijke werktijden om naar aanleiding van storingen, ongevallen of vernielingen;

    • c.

      de begraafplaats, sportparken en velden.

  • 2. Het gladheidseizoen loopt jaarlijks van 15 oktober tot 15 april.

Artikel 2 Roosters
  • 1. Het afdelingshoofd Uitvoering stelt jaarlijks voor iedere wachtdienst een apart rooster op.

  • 2. Het afdelingshoofd Uitvoering stuurt kopieën van de vastgestelde roosters voor de wachtdienst gladheidbestrijding en de wacht- en storingsdienst naar de groepscommandant van de politie.

  • 3. Medewerkers die deel uitmaken van de wachtdienst gladheidbestrijding stellen zich beschikbaar voor een geheel seizoen, tenzij de medewerker met het afdelingshoofd Uitvoering een andere afspraak heeft gemaakt.

  • 4. Medewerkers die deel uitmaken van de wacht- en storingsdiensten of de wachtdienst voor begraafplaats, sportparken en velden stellen zich beschikbaar voor één geheel jaar, tenzij de medewerker met het afdelingshoofd Uitvoering een andere afspraak heeft gemaakt.

  • 5. De wachtdienst wordt bij toerbeurt verricht, en begint in de regel op vrijdag om 16.15 uur en eindigt de volgende vrijdag om 16.15 uur

Artikel 3 Wachtdienst gladheidbestrijding
  • 1. Elke wachtdienstploeg bestaat uit een voorman en vier medewerkers.

  • 2. De voorman geeft leiding aan de wachtdienstploeg.

  • 3. De voorman bepaalt wanneer en waar er gestrooid moet worden. Hij stelt hiervan de medewerkers van zijn ploeg op de hoogte.

  • 4. Van de leden van de wachtdienstploeg wordt verwacht dat zij bij een oproep:

    • a.

      snel bereikbaar zijn;

    • b.

      zich met spoed naar de werkplaats begeven en

    • c.

      zich direct in verbinding stellen met de dienstdoende voorman voor nadere instructies.

Artikel 4 Wacht- en storingsdienst
  • 1. Zowel de wacht- en storingsdienst als de wachtdienst voor begraafplaats, sportparken en velden wordt door één medewerker bij toerbeurt verricht.

  • 2. Van de medewerker wordt verwacht dat hij bij een oproep:

    • a.

      snel bereikbaar is en

    • b.

      dat hij zo spoedig mogelijk de noodzakelijke maatregelen treft.

  • 3. De medewerker die storingsdienst heeft dient zelf ter plaatse te gaan kijken. Indien dan blijkt dat hij de noodzakelijke werkzaamheden niet zelf of niet alleen kan uitvoeren dan is hij bevoegd om assistentie te vragen van andere medewerkers van Plan en Uitvoering.

Artikel 5 Toelagen
  • 1. Voor iedere week dat een medewerker wachtdienst gladheidbestrijding of wacht- en storingsdienst heeft verricht ontvangt hij € 101,86. Voor iedere officiële feestdag, tijdens de periode waarin de medewerker wachtdienst gladheidbestrijding of wacht- en storingsdienst heeft gehad, ontvangt de medewerker een toeslag van € 18,86.

  • 3. Gedurende de periode dat de medewerker bij toerbeurt wachtdienst voor begraafplaats, sportparken en velden heeft verricht ontvangt hij €220,28 per maand. Indien de medewerker minder dan 26 weken wachtdienst heeft gehad wordt de vergoeding en het extra verlof naar evenredigheid gekort.

Artikel 6 Uitzondering op overwerkvergoedingsregeling
  • 1. De overwerkvergoeding voor de gladheidbestrijding wordt berekend op basis van de derde uitloop van schaal vier.

  • 2. Indien de voorman een hoger salaris geniet wordt de overwerkvergoeding, conform de gebruikelijke regeling (artikel 3:2:1 LAR), berekend op basis van zijn salaris.

HOOFDSTUK II WACHTDIENST RAMPENBESTRIJDING

Artikel 7 Instelling
  • 1. De teammanager Planvorming stelt een wachtdienst in, zodat de bereikbaarheid van de ambtenaar rampenbestrijding en diens plaatsvervangers buiten de gebruikelijke werktijden wordt gewaarborgd.

  • 2. De teammanager Planvorming zorgt ervoor dat de medewerker rampenbestrijding en diens plaatsvervangers via een semafoon kunnen worden opgeroepen.

Artikel 8 Rooster
  • 1. De teammanager Planvorming stelt tijdig een rooster op en stuurt een kopie naar de politie.

  • 2. De ambtenaar rampenbestrijding en diens plaatsvervangers stellen zich beschikbaar voor één geheel jaar, tenzij de medewerker met de teammanager Planvorming een andere afspraak heeft gemaakt.

  • 3. De ambtenaar rampenbestrijding en diens plaatsvervangers verrichten de wachtdienst bij toerbeurt. De wachtdienst begint in de regel op vrijdag om 15.30 uur en eindigt de volgende vrijdag om 15.30 uur.

Artikel 9 Wachtdienst
  • 1. De ingeroosterde ambtenaren rampenbestrijding zorgen ervoor dat ze na de oproep zo snel mogelijk doch uiterlijk binnen één uur in het gemeentehuis aanwezig zijn.

  • 2. Van de ambtenaar rampenbestrijding of diens plaatsvervangers wordt verwacht dat hij na een oproep zo spoedig mogelijk de noodzakelijke maatregelen treft.

Artikel 10 Toelage
  • 1. Gedurende de periode dat de medewerker bij toerbeurt wachtdienst rampenbestrijding heeft verricht ontvangt hij € 182,07 per maand.

  • 2. Indien de medewerker minder dan 26 weken wachtdienst heeft gehad wordt de vergoeding en het extra verlof naar evenredigheid gekort.

HOOFDSTUK III BEREIKBAARHEIDSREGELING

afdeling Gegevensbeheer
Artikel 11

Medewerkers van het team Gegevensbeheer ontvangen per bereikbaarheidsdag een vergoeding van € 14,57.

HOOFDSTUK IV SLOTBEPALING

Artikel 12
  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2011.

  • 2. Tegelijkertijd wordt de regeling ingetrokken, welke in werking is getreden op 1 juni 2008 en is vastgesteld op 20 mei 2008.

Ondertekening

Barendrecht; 17 augustus 2010

Burgemeester en wethouders van Barendrecht,

De gemeentesecretaris, de burgemeester,

Drs. M.J.A. van Bijnen, MBA drs. J. van Belzen

Historie

  • 1.

    Deze regeling is vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in de vergadering van 19 december 1995 en is in werking getreden op 1 januari 1996. Instemming van het GO is verkregen op 30 november 1995

  • 2.

    In het kader van de landelijke salarisaanpassing zijn de vergoedingen verhoogd met 1,25% met ingang van 1 augustus 1996 op basis van het collegebesluit van 23 juli 1996 en artikel 18 Bezoldigingsverordening.

  • 3.

    Naar aanleiding van het arbeidsvoorwaardenakkoord '97 tot '99 zijn de vergoedingen per 1 juni 1997 verhoogd met 3% (collegebesluit van 23 september 1997; adviesbladnummer 5106).

  • 4.

    Naar aanleiding van het arbeidsvoorwaardenakkoord '97 tot '99 zijn de vergoedingen per 1 april 1998 verhoogd met 2,25% (collegebesluit van 24 maart 1998).

  • 5.

    Naar aanleiding van het arbeidsvoorwaardenakkoord 1999-2000 zijn de vergoedingen per 1 april 1999 verhoogd met 2% (collegebesluit van 21 september 1999).

  • 6.

    Naar aanleiding van het arbeidsvoorwaardenakkoord 1999-2000 zijn de vergoedingen per 1 oktober 1999 verhoogd met 1% (collegebesluit van 21 september 1999).

  • 7.

    Naar aanleiding van het arbeidsvoorwaardenakkoord 1999-2000 zijn de vergoedingen per 1 augustus 2000 verhoogd met 1,5% (collegebesluit van 18 juli 2000; adviesbladnr. 2310).

  • 8.

    Naar aanleiding van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2000-2002 zijn de vergoedingen per 1 oktober 2000 verhoogd met 1,5% (collegebesluit van 5 december 2000; adviesbladnr. 4521).

  • 9.

    Op 9 januari 2001 heeft het college besloten de compensatie voor de afschaffing van de overhevelingstoeslag ook toe te passen op de wacht- en storingsdienstvergoedingen. Hiertoe zijn deze vergoedingen met ingang van 1 januari 2001 verhoogd met 1,9% (adviesbladnr. 89).

  • 10.

    Naar aanleiding van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2000-2002 zijn de vergoedingen per 1 mei 2001 verhoogd met 3,3% (collegebesluit van 1 mei 2001; adviesbladnr. 2932).

  • 11.

    Naar aanleiding van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2002-2003 zijn de vergoedingen met ingang van 1 februari en 1 oktober 2002 verhoogd met respectievelijk 3% en 0,5% (collegebesluit van 23 juli 2002; adviesbladnummer 2781).

  • 12.

    Naar aanleiding van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2003-2004 zijn de vergoedingen met ingang van 1 april 2003 verhoogd met 2% (collegebesluit van 29 juli 2003; adviesbladnr. 2998; circulaire 2003002215 van 17 juni).

  • 13.

    Op 25 november 2003 heeft het college de regeling aangepast (adviesbladnummer 5346). De tekst van het regeling is in overeenstemming gebracht met het mandateringsbesluit van november 2003 en de uitgangspunten van integraal management.

  • 14.

    Naar aanleiding van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2004-2005 zijn de vergoedingen per 1 juni 2005 verhoogd met 1% (collegebesluit van 15 november 2005; adviesbladnr. 14681). De door het college op 8 januari 2004 (adviesbladnummer 5896) vastgestelde bereikbaarheidsvergoeding voor de medewerkers van de afdeling Informatisering en Automatisering is tevens opgenomen in de regeling.

  • 15.

    Naar aanleiding van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2005-2007 zijn de vergoedingen per 1 februari 2006 verhoogd met 1,6% (collegebesluit van 31 januari 2006; adviesbladnr. 14681). De naam van de afdeling I&A is tevens gewijzigd in afdeling Informatiebeheer en Automatisering.

  • 16.

    Naar aanleiding van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2005-2007 zijn de vergoedingen per 1 februari 2007 verhoogd met 0,8% (collegebesluit van 13 februari 2007; adviesbladnr. 1343).

  • 17.

    Naar aanleiding van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2007-2009 zijn de vergoedingen per 1 juni 2007 verhoogd met 2,2% (collegebesluit van 8 april 2008; adviesbladnr. 42261).

  • 18.

    Naar aanleiding van het arbeidsvoorwaardenakkoord 2007-2009 zijn de vergoedingen per 1 juni 2008 verhoogd met 2,2% (collegebesluit van 20 mei 2008; adviesbladnr. 46489).

  • 19.

    Op 17 augustus 2010 heeft het college (adviesbladnummer 196410) de salarisverhoging van 0,5% per 1 januari 2011 vastgesteld, (CAO sector Gemeenten 2009-2011). De vergoedingen voor wacht- en storingsdiensten zijn geïndexeerd op basis van de algemene loonstijging uit de CAO voor gemeenteambtenaren. Naar aanleiding van de reorganisatie per 01-01-2009 is de benaming Afdelingshoofd Openbare Werken vervangen door Afdelingshoofd Uitvoering, de benaming Commandant van de Brandweer door Teammanager Planvorming en de afdeling Informatiebeheer & Automatisering door team Gegevensbeheer.