Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Algemeen verbindend voorschrift van Provinciale Staten van de provincie Groningen houdende tarieven grondwater Grondwaterheffingsverorderning Groningen |
Citeertitel | Grondwaterheffingsverorderning Groningen |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Grondwaterheffing |
Geen.
Wtw
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-07-2016 | art. 3 | 06-07-2016 | 627502 | ||
01-01-2013 | 12-07-2016 | art. 5 | 12-12-2012 Provinciaal blad, 2012, 25 | Voordracht 2012, 36 | |
11-02-2010 | 22-12-2009 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 16-12-2009 Provinciaal blad, 2009, 45 | Voordracht 2009, 34 |
Onder naam 'grondwaterheffing' wordt bij wijze van provinciale belasting een heffing ingesteld als bedoeld in artikel 7.7 van de Waterwet, overeenkomstig de navolgende bepalingen.
Onverminderd het overigens in de Provinciewet of in deze verordening bepaalde geschiedt de heffing en invordering met toepassing van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990 en de Kostenwet invordering rijksbelastingen.
Het hoofd van de afdeling Landelijk Gebied & Water van de provincie Groningen is de provincieambtenaar die is belast met de heffing van belasting op grond van deze verordening. Het hoofd van de afdeling Financiën & Control is de provincieambtenaar die is belast met de invordering van belasting op grond van deze verordening.
Heffingsplichtig is de houder van een inrichting die is ingeschreven in het in artikel 3.21 van de Omgevingsverordening provincie Groningen 2016 genoemde register.
Indien in een directe relatie met een onttrekking van grondwater, ingevolge een vergunning door middel van een inrichting of werk water wordt geïnfiltreerd in hetzelfde watervoerende pakket waaraan het grondwater wordt onttrokken, wordt het aantal kubieke meters geïnfiltreerd water in mindering gebracht op de onttrokken hoeveelheid grondwater, bedoeld in het eerste lid.
Het tarief, vastgesteld op grond van artikel 4, bedraagt 1,68 eurocent per kubieke meter onttrokken grondwater.
Jaarlijks doen de heffingsplichtigen aan wie een aangiftebiljet is gezonden, binnen een door het hoofd van de afdeling Landelijk Gebied & Water te stellen termijn van ten minste vier weken na de dag van toezending of uitreiking van het aangiftebiljet opgave van de voor de berekening van de aanslag gevraagde gegevens.
De heffingplichtige, aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar een aanslag is opgelegd, dan wel geen aangiftebiljet is uitgereikt, is gehouden binnen vier weken na afloop van die zes maanden bij het hoofd van de afdeling Landelijk Gebied & Water een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.