Organisatie | Borger-Odoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening |
Citeertitel | Financiële verordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet art. 212
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2012 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 21-06-2012 Week in Week uit 14-8-2012 | 12.07751 |
De raad van de gemeente Borger-Odoorn;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr. 12.07590;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op Gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;
Vast te stellen de Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Borger-Odoorn: 'Financiële verordening gemeente Borger-Odoorn', overeenkomstig het ter inzage liggend ontwerp en daarbij behorende toelichting.
Vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 21-06-2012.
De gemeenteraad van Borger-Odoorn,
Financiële verordening ex. artikel 212 GW
De Raad van de gemeente Borger-Odoorn besluit, gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, vast te stellen: de verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Borger-Odoorn.
2. Begroting en verantwoording
Artikel 3. Planning en control cyclus
Voor aanvang van een begrotingsjaar biedt het College een overzicht aan met daarin in elk geval de data voor het aanbieden door het College en het vaststellen door de Raad van de jaarstukken, de kadernota, bestuursrapportages en de begroting met de meerjarenraming.
Het College biedt jaarlijks aan de Raad een kadernota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De Raad stelt deze nota vast.
Artikel 10. Onderhoud kapitaalgoederen
Voor nadere detaillering van het beleid met betrekking tot onderhoud kapitaalgoederen wordt verwezen naar de Nota Vastgoedbeleid. Het College actualiseert de Nota Vastgoedbeleid indien nodig. De nota ligt na vaststelling door het College voor de Raad ter inzage.
Hierin wordt onder anderen aandacht besteed aan:
Artikel 12. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Voor nadere detaillering van het beleid wordt verwezen naar de beleidsnota Kostentoerekening. Het College stelt het kostentoerekeningsbeleid vast. Indien noodzakelijk wordt het geactualiseerd. De nota ligt na vaststelling door het College voor de Raad ter inzage.
Artikel 13. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen
Voor nadere detaillering ten aanzien van de vaststelling van de hoogte van belastingen, rechten, heffingen en prijzen wordt verwezen naar de beleidsnota Lokale Heffingen. Het College actualiseert de Nota Lokale Heffingen indien nodig. De nota ligt na vaststelling door het College voor de Raad ter inzage.
Artikel 15. Weerstandsvermogen en risicomanagement
Voor nadere detaillering van het beleid wordt verwezen naar de door het College vastgestelde beleidsnota Weerstandsvermogen en Risicomanagement. Indien noodzakelijk wordt deze nota geactualiseerd. De nota ligt na vaststelling door het College voor de Raad ter inzage.
Artikel 16. Inkoop en aanbesteding
Voor nadere detaillering van het beleid wordt verwezen naar de Nota Inkoop- en Aanbestedingbeleid waarin de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten vastliggen. De regels waarborgen dat
Het College stelt het inkoop- en aanbestedingsbeleid vast. Indien noodzakelijk wordt het geactualiseerd. De nota ligt na vaststelling door het College voor de Raad ter inzage.
4. Financieel beheer en interne controle
Het College zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het College maatregelen tot herstel.
Bijlage – overzicht beleidsnota’s
Behorende bij de financiële verordening van de gemeente Borger Odoorn. Status: mei 2012.
Beleidsnota Kosten-toerekening Beleidsnota Kostprijs van gemeentelijke gebouwen, huisvestingnormen en subsidiesystematiek | |||||
Behorende bij de financiële verordening van de gemeente Borger Odoorn
Voor de gehanteerde begrippen in de verordening gelden de definities uit de Gemeentewet, de Wet Fido, het Besluit begroting en verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) en het Besluit accountantscontrole Provincies en Gemeenten en organisatiebesluit gemeente Borger-Odoorn. Deze zijn te vinden in de bijlage Begrippenlijst BBV, die overigens aangevuld is met Borger-Odoornse begrippen.
Dit artikel bevat bepalingen over de inrichting van de begroting en de jaarstukken. De indeling van de programma’s worden door de Raad vastgesteld, bij voorkeur bij aanvang van de nieuwe Raadsperiode.
Het BBV bepaalt in aanvulling hierop dat het College de producten aan de programma’s toewijst. De Raad stelt per programma indicatoren vast met betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten en de te leveren prestaties. Het College kan ter voorbereiding een voorstel doen voor deze programma-indicatoren.
Op grond van artikel 189 Gemeentewet berust het budgetrecht bij de Raad. De Raad neemt uiteindelijk de beslissing welke bedragen hij voor taken en activiteiten op de begroting beschikbaar stelt. Gedurende het begrotingsjaar kan de Raad op grond van artikel 192 Gemeentewet besluiten nemen tot wijziging van de begroting. De gemeente kan slechts uitgaven doen voor de bedragen die hiervoor op de begroting zijn gebracht (vierde lid artikel 189 Gemeentewet). De Raad heeft per programma budgetten beschikbaar gesteld. Het overzicht is bij wijze van spreken het spoorboekje voor de Raad en het College voor de financiële jaarplanning.
Artikel 3. Planning en controlcyclus
Het doel van het P&C-proces is door het tijdig, volledig en juist plannen van maatschappelijke doelen, prestaties, productieprocessen en middelen, (bij)gestuurd kan worden op de realisatie ervan en verantwoording kan worden afgelegd. Kaderstellende documenten zijn onder anderen de beleidsnota’s en gemeentelijke verordeningen. Onderdelen van ‘planning’ zijn de uitgangspunten van de kadernota, de begroting en de meerjarenraming. Onderdelen van de ‘control’ zijn de bestuursrapportages en de jaarstukken.
Artikel 4. Inrichting begroting en jaarstukken
In dit artikel zijn in aanvulling op het BBV bepalingen opgenomen voor de inrichting van de begroting.
Het artikel bepaalt dat de gemeenteRaad vooraf aan het opstellen aan de begroting een nota vaststelt waarin de hoofdlijnen voor het beleid en de financiële kaders voor de komende jaren zijn vastgelegd. De kaders geven richting aan het College voor het opstellen van de begroting en de meerjarenraming.
Artikel 6. Autorisatie begroting, investeringskredieten
In dit artikel is naast de autorisatie van de begroting de verplichting in het BBV om in de begroting aandacht te besteden aan de investeringen nader uitgewerkt.
Voor de autorisatie van de investeringskredieten is gekozen deze bij de begrotingsbehandeling mee te nemen (lid 2). Bij het indienen van een voorstel voor een investeringskrediet dient er een deugdelijke onderbouwing aangeleverd te worden.
Meestal komen gedurende het begrotingsjaar nieuwe investeringsvoornemens op tafel die bij het opstellen van de voorjaarsnota en/of begroting nog niet waren voorzien. Lid 3 van het artikel regelt de autorisatie van de investeringskredieten voor deze investeringen. Op basis van artikel 160 en 169 van de Gemeentewet heeft het College een aantal specifieke bevoegdheden.
Voor een nadere detaillering wordt verwezen naar de Budgethoudersregeling, waarin het College de uitvoering van onderdelen van de gemeentelijke begroting opdraagt aan functionarissen binnen het ambtelijk apparaat, de zogenaamde budgethouders.
Artikel 7. Bestuursrapportage, programmarekening en begrotingswijzigingen
Een belangrijk onderdeel van de planning en controlcyclus voor de Raad zijn de bestuursrapportages en programmarekening.
Op basis van deze onderdelen van de controlcyclus wordt de Raad geïnformeerd over de uitputting van budgetten en investeringskredieten en de voortgang van de uitvoering van het beleid.
Bij de behandeling van de bestuursrapportages wordt een apart Raadsbesluit geformuleerd met betrekking tot de vaststelling van begrotingswijzigingen (lid 4). Bij begrotingswijzigingen zal er naar worden gestreefd om deze zoveel mogelijk te koppelen aan de bestuursrapportages. Het voordeel hiervan is dat in de bestuursrapportages een integraal beeld wordt gepresenteerd van de afwijkingen en de mogelijke oplossingsrichtingen. Zodoende wordt op vastgestelde momenten (bij de bestuursrapportages) bijgestuurd. Ad hoc beslissingen tussentijds verstoren dit integrale beeld.
Het vorenstaande laat onverlet dat er zich situaties kunnen voordoen, waarbij het niet mogelijk is om met besluitvorming te wachten tot de eerstvolgende bestuursrapportage. In deze situatie zal tussentijds een Raadsvoorstel worden voorgelegd met daaraan gekoppeld een begrotingswijziging. Voor deze spoedeisende zaken zijn in lid 5 drempelbedragen opgenomen. De drempelbedragen hebben betrekking op één rapportageperiode, op afwijkingen van en verschuivingen tussen programma’s. In deze gevallen informeert het College in ieder geval vooraf de Raad en neemt pas een besluit, nadat de Raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het College te brengen
Artikel 8. Waardering & afschrijving vaste activa
In het tweede lid van artikel 212 Gemeentewet is onder letter a de uitdrukkelijke bepaling opgenomen dat de financiële verordening in elk geval de regels voor waardering en afschrijving van activa bevat. In dit artikel wordt verwezen naar de beleidsnota Waardering & Afschrijving Vaste Activa, die moet worden beschouwd als bijlage van de financiële verordening, waarin de regels nader zijn uitgewerkt.
Artikel 9. Reserves en voorzieningen
De regels ten aanzien van reserves en voorzieningen zijn nader uitgewerkt in de beleidsnota Reserves en Voorzieningen. Het kader, de hoofdlijnen uit de beleidsnota, zijn in dit artikel opgenomen.
Artikel 10. Onderhoud kapitaalgoederen
De regels ten aanzien van onderhoud kapitaalgoederen zijn door het College nader uitgewerkt in de Nota Vastgoedbeleid. Het kader, de hoofdlijnen uit de beleidsnota, zijn in dit artikel opgenomen. De binnen deze kaders opgestelde meerjarenplannen worden eveneens vastgesteld door het College. De beleidsnota en de meerjarenplannen bevatten een aantal subonderdelen, namelijk: Groen, Wegen, Openbare verlichting, Rioleringen, Gebouwen, Grond, Water en Begraafplaatsen.
In het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten staat in artikel 12 welke informatie de paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen in elk geval moet bevatten.
De regels ten aanzien van onderhoud kapitaalgoederen zijn door het College nader uitgewerkt in de Nota Grondbeleid. Het kader, de hoofdlijnen uit de beleidsnota, zijn in dit artikel opgenomen. De binnen deze kaders opgestelde meerjarenplannen worden eveneens vastgesteld door het College. In het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten staat in artikel 16 welke informatie de paragraaf Grondbeleid in elk geval moet bevatten.
Artikel 12. Kostprijsberekening
De regels ten aanzien van kostprijsberekening en kostenverdeling zijn nader uitgewerkt in de beleidsnota Kostentoerekening. Het kader, de hoofdlijnen uit de beleidsnota, zijn in dit artikel opgenomen.
Artikel 212 Gemeentewet bepaalt in het tweede lid, letter b dat de verordening in ieder geval bevat de grondslagen voor de berekening van de door het gemeentebestuur in rekening te brengen prijzen en tarieven voor rechten. De grondslag voor de prijzen en tarieven vormt de samenstelling van de kostprijs van de diensten waarvoor prijzen en heffingen in rekening worden gebracht. In artikel 12 van de verordening staan de kaders voor de bepaling van de kostprijzen van de gemeentelijke diensten.
Met lid 2 wordt invulling gegeven aan de mogelijkheid die artikel 229b Gemeentewet biedt.
De kaders in het artikel vormen de basis waarbinnen het College zijn systematiek van kostentoerekening kan vormgeven en de kostenverdeelsleutels voor de toerekening van indirecte kosten kan vaststellen.
Artikel 13. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen
De regels ten aanzien van de vaststelling van de hoogte van belastingen, rechten, heffingen en prijzen zijn nader uitgewerkt in de beleidsnota Lokale Heffingen.
In het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten staat in artikel 10 welke informatie de paragraaf Lokale Heffingen in elk geval moet bevatten.
Artikel 14. Financieringsfunctie
De regels ten aanzien van de financieringsfunctie zijn nader uitgewerkt in het Nota Treasurybeleid. Het kader, de hoofdlijnen uit de beleidsnota, zijn in dit artikel opgenomen.
De financieringsfunctie (treasury) is een belangrijk onderdeel van het middelbeheer. Gezien de kwetsbaarheid van deze functie bevat artikel 212 Gemeentewet de expliciete bepaling dat de financiële verordening hierover regels voor het beleid en de organisatie bevat. In artikel 14 wordt invulling aan deze wettelijke plicht gegeven. Het eerste lid bevat richtlijnen voor de uitvoering van de financieringsfunctie.
In het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten staat in artikel 13 welke informatie de verplichte paragraaf Treasury in elk geval moet bevatten.
Artikel 15. Weerstandsvermogen en risicomanagement
De regels ten aanzien van weerstandsvermogen en risicomanagement zijn nader uitgewerkt in de beleidsnota Weerstandsvermogen en Risicomanagement.
In het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten staat in artikel 11 welke informatie de paragraaf Weerstandsvermogen in elk geval moet bevatten.
Artikel 16. Inkoop en aanbesteding
De regels ten aanzien van van inkoop en aanbesteding zijn door het College nader uitgewerkt in de Nota Inkoop en Aanbestedingsbeleid. Het kader, de hoofdlijnen uit de beleidsnota, zijn in dit artikel opgenomen. De binnen deze kaders opgestelde meerjarenplannen worden eveneens vastgesteld door het College.
Europese aanbestedingsregels maar ook nationale aanbestedingsregels moeten worden nageleefd en vormen het kader waarbinnen het inkoopreglement is opgesteld.
Artikel 17. Subsidieverstrekking en steunverlening
De regels ten aanzien van subsidieverstrekking en steunverlening zijn nader uitgewerkt in de Algemene Subsidieverordening.
Onder artikel 18 zijn algemene bepalingen opgenomen voor de inrichting van de gemeentelijke administratie. Op hoofdlijnen wordt opgedragen welke gegevens systematisch moeten worden vastgelegd en aan welke eisen deze gegevens moeten voldoen.
Artikel 19 draagt het College op maatregelen te treffen opdat gedurende het jaar of vooraf aan de accountantscontrole de gemeente zelf nagaat of de cijfers in de administraties een getrouw beeld geven en of de financiële beheershandelingen die aan de baten en lasten en de balansmutaties ten grondslag liggen rechtmatig (zijn) verlopen. De accountant toetst jaarlijks van de gemeenterekening of deze een getrouw beeld geeft van de gemeentelijke financiën en of de (financiële) beheershandelingen die eraan ten grondslag liggen rechtmatig zijn verlopen.
Artikel 20. Financiële organisatie
Artikel 20 geeft de uitgangspunten voor de financiële organisatie. Volgens het eerste lid letter a van artikel 160 Gemeentewet is het College bevoegd regels vast te stellen over de ambtelijke organisatie van de gemeente.
De verordening treedt in de plaats van de vorige op grond van artikel 212 Gemeentewet ingestelde verordening. Het artikel bepaalt dat de verordening van toepassing is op alle stukken die worden vastgesteld vanaf 1 juli 2012.
Artikel 22 geeft de naam, waarmee in de gemeentelijke stukken naar deze verordening moet worden verwezen.
Uitgaande stukken van de Raad moeten door de burgemeester worden ondertekend (artikel 75, lid 1 Gemeentewet). De griffier moet de uitgaande stukken van de Raad medeondertekenen (artikel 107c Gemeentewet).
Binnen twee weken na vaststelling door de Raad moet het College de verordening aan gedeputeerde staten zenden (artikel 214 Gemeentewet). Gedeputeerde staten kunnen te allen tijde een onderzoek instellen naar het beheer en de inrichting van de financiële organisatie en de verordening ex artikel 212 Gemeentewet (artikel 215 Gemeentewet). De financiële verordening heeft enkel interne werking en is dus niet een besluit van algemene strekking in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht. De verordening hoeft dan ook niet te worden gepubliceerd, voordat zij in werking kan treden.