Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Peel en Maas

Verordening waterverblijfsbelasting Peel en Maas

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePeel en Maas
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening waterverblijfsbelasting Peel en Maas
CiteertitelVerordening waterverblijfsbelasting Peel en Maas
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

bronvermelding

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-201101-01-2013nieuwe regeling

20-12-2011

verwijzing

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening waterverblijfsbelasting Peel en Maas

VERORDENING WATERVERBLIJFBELASTING PEEL EN MAAS

DE RAAD VAN DE GEMEENTE PEEL EN MAAS

Gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders

Gelet op raadsvoorstel 2011-126 c

Gelet op het bepaalde in artikel 224 van de Gemeentewet

Gehoord de beraadslagingen.

BESLUIT

Vast te stellen de volgende verordening:

Verordening waterverblijfbeslasting Peel en Maas

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

• a. vaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere

recreatieve doeleinden;

• b. lengte: de lengte over alles;

• c. vaste ligplaats: een ligplaats die naar plaatselijk gebruik, zulks ter beoordeling van het

college van burgemeester en wethouders, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter

anker leggen van een zelfde vaartuig gedurende een periode van ten minste een

maand;

• d. etmaal: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren, aanvangend om 21.00 uur;

• e. maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 etmalen;

• f. kapitein: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt.

• g. passanten: diegenen die verblijf houden in de gemeente, met of op een voertuig, zonder

het hebben van een vaste ligplaats.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “waterverblijfsbelasting” wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf binnen de gemeente op vaartuigen waarvoor wegens de aanwezigheid in het watergebied van de gemeente in welke vorm dan ook een vergoeding wordt betaald door personen, die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2

  • 2

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die

    verblijf houdt als bedoeld in artikel 2

     

  • 3

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene

    belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

     

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1

    De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1

    door degenen die verblijf houden aan boord van:

     

    o a. een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;

    o b. kano's, roei- en volgboten;

    o c. motor- en zeilboten met een lengte van ten hoogste 4 meter;

    o d. een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijke watergebied bevindt;

    o e. een vaartuig in gebruik voor onderhoud aan de waterwegen, welk onderhoud in opdracht van het Rijk, de provincie Limburg of de gemeente Peel en Maas wordt uitgevoerd;

    o g. een vaartuig in directe dienst van het Rijk, de provincie Limburg of de gemeente Peel en Maas;

    o een vaartuig dat in eigendom toebehoort aan de Koninklijke Nederlandse Reddingsmaatschappij;

     

  • 2

    waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening op de heffing en invordering van de verblijfsbelasting;

     

  • 3

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet

    2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f. g, h, van

    voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als

    bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal

    Orgaan opvang Asielzoekers.

     

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1

    De belasting wordt geheven naar het aantal etmalen dat verblijf is gehouden.

  • 2

    Ter zake van vaartuigen welke zijn gelegen op ligplaatsen bedoeld voor passanten of vaartuigen welke zijn gelegen in het aangewezen gebied, wordt het aantal personen aan boord en het aantal etmalen per vaartuig gesteld op het werkelijk aantal personen aan boord en het werkelijk aantal etmalen verblijf door deze personen.

  • 3

    Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal voor een vol etmaal gerekend.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1

    Ter zake van vaartuigen met een vaste ligplaats wordt, indien een belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is aangewezen: 

     

     a. het aantal personen dat verblijf heeft gehouden, bepaald op:

    2,1 bij een vaartuig met een lengte van 4 tot 7 meter;

    2,4 bij een vaartuig met een lengte van meer dan 7, doch ten hoogste 9 meter

    2,7 bij een vaartuig met een lengte van meer dan 9, doch ten hoogste 12

    meter;

    3,6 bij een vaartuig met een lengte van meer dan 12 meter;

    b. het aantal etmalen dat door de onder a bedoelde personen verblijf is gehouden,

    bepaald op:

    15,7 bij een vaartuig met een lengte van 4 tot en met 7 meter;

    17,5 bij een vaartuig met een lengte van meer dan 7, doch ten hoogste 9 meter;

    17,9 bij een vaartuig met een lengte van meer dan 9 meter, doch ten hoogste

    12 meter;

    19,5 bij een vaartuig met een lengte van meer dan 12 meter;

     

  • 2

    Het aantal vaartuigen als bedoeld in het eerste lid wordt vastgesteld op het aantal

    vaartuigen, welke door de belastingplichtige bij aangifte uit de (verhuur)administratie zijn opgegeven, dan wel blijken.

     

Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing

  • 1

    In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal etmalen dat verblijf is gehouden, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op de voet van artikel 6

    berekende aantal.

     

  • 2

    Het in het eerst lid bedoelde verzoek kan desgewenst per ligplaats worden gedaan. 

Artikel 8 Belastingtarief

De belasting bedraagt per persoon per etmaal € 1,00.

Artikel 9 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak loopt van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 10 Wijze van belastingheffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1

    Voorlopige aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

     

  • 2

    De overige aanslagen moeten worden betaald binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

     

  • 3

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid lid gestelde termijnen.

     

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de waterverblijfsbelasting.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij de invordering van waterverblijfsbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Registratieplicht

  • 1

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 3 is gehouden verblijfhoudenden te registreren in een daarvoor bestemd en door gemeente verstrekt verblijfsregister.

     

  • 2

    Het college van burgemeester en wethouders stelt het genoemd verblijfsregister kosteloos beschikbaar.

     

  • 3

    Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven omtrent de inrichting en gebruik van het verblijfsregister.

     

  • 4

    De verplichting als bedoeld in de voorgaande leden geldt niet voor zover de belastingplichtige alleen gebruik maakt van de forfaitaire berekeningswijze van de heffingsmaatstaf als bedoeld in artikel 6.

     

Artikel 15 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

     

  • 2

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening waterverblijfsbelasting Peel en Maas.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van : 20 december 2011

De raad van de gemeente Peel en Maas,

 

 

 

de griffier,                                                       de voorzitter,

drs. A.G. Joosten                                          W.J.G. Delissen-van Tongerlo