Overheidsorganisatie | Gemeente Peel en Maas |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening reinigingsheffingen Peel en Maas |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen Peel en Maas |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2011 | 03-01-2013 | nieuwe regeling | 20-12-2011 | onbekend |
verordening reiningingsheffingen Peel en Maas
DE RAAD VAN DE GEMEENTE PEEL EN MAAS
Gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders
Gelet op raadsvoorstel 125 b
Gelet op het bepaalde in 229 van de Gemeentewet.
Gelet op het bepaalde in artikel 15.33 van de wet milieubeheer.
Gehoord de beraadslagingen.
Besluit
Vast te stellen de volgende verordening:
Verordening reinigingsheffingen Peel en Maas
1 Krachtens deze verordening worden geheven:
1 een afvalstoffenheffing;
2 reinigingsrechten.
1 “Gebruik maken” in hoofdstuk II Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;
2 Huishoudelijke afvalstoffen: afvalstoffen afkomstig uit particuliere huishoudens, afvalwater en autowrakken daaronder niet begrepen, behoudens voor zover het afgegeven of ingezamelde bestanddelen van die afvalstoffen betreft, die zijn aangewezen als gevaarlijke afvalstoffen;
3 Grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld;
4 Klein chemisch afval (k.c.a.): de van particuliere huishoudens afkomstige chemische afvalstoffen;
5 Herbruikbare afvalstoffen: de als zodanig door het college van burgemeester en wethouders aangewezen afvalstoffen (o.a. oud papier, karton, glas, textiel, oud ijzer/metalen en elektrische en elektronische apparatuur).
1 Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
2 De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
1 De belasting wordt geheven van:
a. degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
b. degene op wiens aanvraag afval wordt opgehaald;
c. degene die herbruikbare afvalstoffen achterlaat op één daartoe van
gemeentewege ter beschikking gestelde plaats.
2 Voor de toepassing van het eerste lid, sub a, wordt:
a. gebruik maken van een perceel door de leden van een huishouden aangemerkt
als gebruik maken door het door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b,
van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen lid van dat huishouden;
b.. gebruikmaken door degene aan wie een deel van een perceel in gebruik is
gegeven, aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat deel in gebruik heeft
gegeven, met dien verstande dat degene die dat deel in gebruik heeft gegeven,
bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in
gebruik is gegeven;
c. het ter beschikking stellen van een perceel voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld, met dien verstande dat degene die het perceel ter beschikking heeft gesteld, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie het perceel ter beschikking is gesteld.
1 De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel hoofdstuk 1 met inachtneming van de overige leden van dit artikel.
2 Als maatstaf van heffing van het in de onderdelen 2.2.4 tot en met 2.2.11 en 2.5.1 tot en met 2.5 4.4 van de tarieventabel bedoeld gedifferentieerd gedeelte van de belasting geldt het volume van de in bruikleen verstrekte container bestemd voor de inzameling van overige huishoudelijke afvalstoffen.
3 Als maatstaf van heffing van het in de onderdelen 2.3 tot en met 2.3.8 en 2.6 tot en met 2.6.8 van de tarieventabel bedoeld gedifferentieerd gedeelte van de belasting geldt het aantal keren dat:
a) een container bestemd voor de inzameling van groente-, fruit-, en tuinafval (gft) vaker dan 18 keer per belastingjaar ter lediging aan de inzameldienst wordt aangeboden;
b) een container bestemd voor de inzameling van de overige huishoudelijke afvalstoffen vaker dan 14 keer per belastingjaar ter lediging aan de inzameldienst wordt aangeboden.
4 Voor de bepaling van het in lid 3 bedoelde aantal keren dat een container ter inzameling wordt aangeboden wordt uitgegaan van de registratie door de op de inzamelauto aanwezige containerregistratieapparatuur of, indien deze apparatuur ten gevolge van een storing of een ander oorzaak niet naar behoren functioneert, door visuele herkenning en handmatige registratie door de bemanning van de inzamelauto.
5 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt of eindigt wordt het in lid 3 bedoelde aantal keren dat een container ter inzameling wordt aangeboden naar tijdgelang berekend.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
1 De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven.
2 De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het verschuldigde bedrag is vermeld.
1 De belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
De belasting als bedoeld in de onderdelen opgenomen onder hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvraag tot inzameling van afval of bij aanvang van het gebruik van de ter beschikking gestelde plaats.
Onder de naam 'reinigingsrecht' worden rechten geheven zowel voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of onderhoud zijn. Over het recht is B.T.W. verschuldigd.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
1 De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven.
1 De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede twee maanden later.
2 In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet, de overige zeven termijnen telkens een maand later.
3 Indien het totale bedrag van de op één aanslagbiljet vermelde aanslagen kleiner is dan veertig euro of groter dan vierduizend euro dan dient de aanslag binnen de termijnen genoemd in het eerste lid te worden voldaan.
4 De in hoofdstuk 2 van de tarieventabel opgenomen bedragen moeten worden betaald binnen 21 dagen na de dagtekening.
5 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Bij de invordering van de afvalstoffenheffing kan kwijtschelding worden verleend voor de in hoofdstuk 1 opgenomen onderdelen 1.1 tot en met 1.2.4, 2.1.1 tot en met 2.1.7, 2.2.1 tot en met 2.2.11, 2.4.1 tot en met 2.4.4, 2.5.1 tot en met 2.5.4.4 van de tarieventabel genoemde bedragen tot maximaal het voor een overeenkomstig huishouden geldende tarief voor een 140 liter restcontainer en een 140 liter gft-container.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en het reinigingsrecht.
1 De Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Helden 2010, Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Maasbree 2010, Verordening afvalstoffenheffing Kessel 2010 en de Verordening afvalstoffenheffing Meijel 2010, allen vastgesteld in de raadsvergadering van 7 december 2009, worden ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
4 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening reinigingsheffingen Peel en Maas.”
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van : 20 december 2011
De raad van de gemeente Peel en Maas,
de griffier, de voorzitter,
drs. A.G. Joosten W.J.G. Delissen-van Tongerlo
HOOFDSTUK 1 AFVALSTOFFENHEFFING | ||
Onderdeel | Omschrijving | Tarief in € |
1 | Basisbedrag | |
1.1 | De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar | 92,64 |
1.2 | Het in onderdeel 1.1 verschuldigde bedrag wordt verhoogd | |
1.2.1 | Helden, Panningen, Egchel, Koningslust, Beringe en Grashoek | 0,26 |
1.2.2 | Maasbree en Baarlo | 69,36 |
1.2.3 | Kessel en Kessel-Eik | 63,36 |
1.2.4 | Het in 1.1 genoemde tarief wordt voor het jaar 2012 verlaagd wegens de harmonisatie van de tarieven van de voormalige gemeenten met: | 8,00 |
2 | Verhogingen per gebied | |
2.1 | Helden, Panningen, Egchel, Koningslust, Beringe en Grashoek | |
2.1.1 | wordt gebruikt door meer dan één persoon, en het een etage-/bovenwoning betreft, wordt het in dat onderdeel genoemde bedrag verhoogd met: | 64,80 |
2.1.2 | wordt gebruikt door één persoon, maar het niet een etage-/bovenwoning betreft, wordt het in dat onderdeel genoemde bedrag verhoogd met: | 9,60 |
2.1.3 | wordt gebruikt door meer dan één persoon, maar het niet een etage-/bovenwoning betreft, wordt het in dat onderdeel genoemde bedrag verhoogd met: | 57,60 |
2.1.4 | wordt gebruikt door één persoon en een gft-container van 140 liter beschikbaarbaar is gesteld, maar het niet betreft een etage-/bovenwoning, wordt het in dat onderdeel genoemde bedrag verhoogd met: | 50,40 |
2.1.5 | wordt gebruikt door meer dan één persoon en een gft-container van 140 liter beschikbaarbaar is gesteld, maar het niet een etage-/bovenwoning betreft, wordt het in dat onderdeel genoemde bedrag verhoogd met: | 124,80 |
2.1.6 | indien dat perceel naast een gft-container dan wel gft-emmer, van een extra gft-container van 140 liter wordt voorzien, wordt het in dat onderdeel genoemde bedrag verhoogd met: | 67,20 |
2.1.7 | in plaats van een 140 liter restafvalcontainer een 240 liter restafvalcontainer beschikbaar is gesteld, wordt het in dat onderdeel genoemde bedrag verhoogd met: | 96,00 |
2.2 | Meijel | |
2.2.1 | dat perceel wordt gebruikt door meer dan één persoon, wordt het wordt het in dat onderdeel genoemde bedrag verhoogd met: | 55,65 |
2.2.1.2 | indien op 1 januari van het belastingjaar, of indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, ten behoeve van meer dan één perceel gebruik dient te worden gemaakt van eenzelfde container voor de aanbieding van groente, fruit-, en tuinafval en overige huishoudelijke stoffen, wordt het in dat onderdeel genoemde bedrag verhoogd met: | 47,59 |
2.2.2 | indien op 1 januari van het belastingjaar, of indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, bij dat perceel geen restafvalcontainer is geplaatst, wordt het in dat onderdeel genoemde bedrag verhoogd met: | 18,95 |
2.2.3 | indien op 1 januari van het belastingjaar, of indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, bij dat perceel geen gft-container is geplaatst, wordt het in dat onderdeel genoemde bedrag verhoogd met: | 10,00 |
2.2.4 | een gft-container van 140 liter beschikbaar is gesteld, bedraagt de belasting onverminderd het voorgaande: | 35,00 |
2.2.5 | een gft-container van 140 liter, voorzien van een inzetbak van 80 liter, beschikbaar is gesteld, bedraagt de belasting onverminderd het voorgaande: | 20,00 |
2.2.6 | een gft-container van 140 liter, voorzien van een inzetbak van 60 of 40 liter, beschikbaar is gesteld, bedraagt de belasting onverminderd het voorgaande: | 10,00 |
2.2.7 | een gft-emmer van 25 liter beschikbaar is gesteld, bedraagt de belasting onverminderd het voorgaande: | 10,00 |
2.2.8 | een restafvalcontainer van 240 liter beschikbaar is gesteld, bedraagt de belasting onverminderd het voorgaande: | 86,93 |
2.2.9 | een restafvalcontainer van 140 liter beschikbaar is gesteld, bedraagt de belasting onverminderd het voorgaande: | 37,59 |
2.2.10 | een restafvalcontainer van 140 liter, voorzien van een inzetbak van 80 liter, beschikbaar is gesteld, bedraagt de belasting onverminderd het voorgaande: | 25,27 |
2.2.11 | een restavalcontainer van 140 liter, voorzien van een inzetbak van 60 liter, beschikbaar is gesteld, bedraagt de belasting onverminderd het voorgaande: | 18,95 |
2.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2 wordt, indien het in onderdeel 1.1 bedoelde perceel gelegen is in Meijel en het aantal keren dat een gft-container vaker dan 18 keer en een restafvalcontainer vaker dan 14 keer per belastingjaar ter lediging wordt aangeboden, het verschuldigde bedrag per lediging boven deze aantallen verhoogd | |
2.3.1 | voor een restafvalcontainer van 240 liter, met: | 7,00 |
2.3.2 | voor een restafvalcontainer van 140 liter, met: | 5,00 |
2.3.3 | voor een restafvalcontainer van 80 liter, met: | 4,00 |
2.3.4 | voor een restafvalcontainer van 60 liter, met: | 3,50 |
2.3.5 | voor een gft-container van 140 liter, met: | 4,50 |
2.3.6 | voor een gft-container van 80 liter, met: | 3,50 |
2.3.7 | voor een gft-container van 60 liter, met: | 3,05 |
2.3.8 | voor een gft-container van 40 liter, met: | 2,78 |
2.4 | Maasbree en Baarlo | |
2.4.1 | dat perceel wordt gebruikt door meer dan één persoon, wordt het in dat onderdeel genoemde bedrag verhoogd met: | 36,00 |
2.4.2 | een gft-container van 40 liter beschikbaar is gesteld, wordt het in dat onderdeel genoemde bedrag verhoogd met: | 6,00 |
2.4.3 | een gft-container van 140 liter beschikbaar is gesteld, wordt het in dat onderdeel genoemde bedrag verhoogd met: | |
2.4.3.1 | indien dat perceel wordt gebruikt door één persoon, verhoogd met: | 12,00 |
2.4.3.2 | indien dat perceel wordt gebruikt door meer dan één persoon, verhoogd met: | 24,00 |
2.4.4 | indien dat perceel naast een restafvalcontainer van 140 liter van een extra restafvalcontainer van 140 liter wordt voorzien, wordt het in dat onderdeel genoemde bedrag per extra container verhoogd met: | 105,00 |
2.5 | Kessel en Kessel-Eik | |
2.5.1 | een restafvalcontainer van 240 liter in combinatie met een gft-container van | |
2.5.1.1 | 140 liter, met: | 86,00 |
2.5.1.2 | 80 liter, met: | 71,00 |
2.5.1.3 | 60 liter, met: | 66,00 |
2.5.1.4 | 40 liter, met: | 61,00 |
2.5.2 | een restafvalcontainer van 140 liter in combinatie met een gft-container van | |
2.5.2.1 | 140 liter, met: | 58,00 |
2.5.2.2 | 80 liter, met: | 43,00 |
2.5.2.3 | 60 liter, met: | 38,00 |
2.5.2.4 | 40 liter, met: | 33,00 |
2.5.3 | een restafvalcontainer van 80 liter in combinatie met een gft-container van | |
2.5.3.1 | 140 liter, met: | 41,00 |
2.5.3.2 | 80 liter, met: | 26,00 |
2.5.3.3 | 60 liter, met: | 21,00 |
2.5.3.4 | 40 liter, met: | 16,00 |
2.5.4 | een restafvalcontainer van 60 liter in combinatie met een gft-container van | |
2.5.4.1 | 140 liter, met: | 36,00 |
2.5.4.2 | 80 liter, met: | 21,00 |
2.5.4.3 | 60 liter, met: | 16,00 |
2.5.4.4 | 40 liter, met: | 11,00 |
2.6 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.5 wordt, indien het in onderdeel 1.1 bedoelde perceel gelegen is in Kessel en Kessel-Eik en het aantal keren dat een gft-container vaker dan 18 keer en een restafvalcontainer vaker dan 14 keer per belastingjaar ter lediging wordt aangeboden, het verschuldigde bedrag per lediging boven deze aantallen verhoogd | |
2.6.1 | voor een restafvalcontainer van 240 liter, met: | 7,00 |
2.6.2 | voor een restafvalcontainer van 140 liter, met: | 5,00 |
2.6.3 | voor een restafvalcontainer van 80 liter, met: | 4,00 |
2.6.4 | voor een restafvalcontainer van 60 liter, met: | 3,50 |
2.6.5 | voor een restafvalcontainer van 140 liter, met: | 4,50 |
2.6.6 | voor een restafvalcontainer van 80 liter, met: | 3,50 |
2.6.7 | voor een restafvalcontainer van 60 liter, met: | 3,25 |
2.6.8 | voor een restafvalcontainer van 40 liter, met: | 3,00 |
HOOFDSTUK 2 Overige maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing | ||
1 | Helden, Panningen, Egchel, Koningslust, Beringe, Grashoek, Maasbree en Baarlo | |
1.1 | Voor het brengen van grof huishoudelijk afval, bouw-en sloopafval (hout, puin, dakleer, asbest). autobanden met velg, en overige banden | |
1.1.1 | tot maximaal 0,5 m3 geldt een tarief van | 5,00 |
1.1.2 | tot maximaal 1 m3 geldt een tarief van | 10,00 |
1.1.3 | voor aangevoerd afval te voet of met een fiets geldt een tarief van | 3,00 |
1.1.4 | De belasting genoemd onder 1.1 wordt niet geheven voor het achterlaten van: | |
1 Klein chemisch afval | ||
2 Per soort gescheiden herbruikbare afvalstoffen | ||
3 personenautobanden zonder velg (max. 4 stuks) | ||
2 | Voor het op aanvraag aan huis ophalen van grof huishoudelijk afval (geen bouw-en sloopafval) | |
2.1 | Voorrijdtarief | 20,00 |
2.1.2 | Vermeerderd met per m3 (maximaal 2 m3 per keer) | 10,00 |
3 | Voor het op aanvraag ophalen van snoeiafval (maximaal 2 m3 per keer) | 20,00 |
HOOFDSTUK 2 Reinigingsrechten | ||
3.1 | Het recht in Helden, Panningen, Egchel, Koningslust, Beringe, Grashoek, Maasbree en Baarlo bedraagt per belastingjaar voor het beschikbaar stellen, het gebruik en/of ledigen van containers en/of ledigen van containers en het verwijderen van de daarin verzamelde bedrijfsafvalstoffen indien het betreft eenmaal per 2 weken: | |
3.1.1 | Een bedrijfscontainer van 140 liter voor verenigingen en niet commerciële instellingen; | 150,50 |
3.1.2 | Één bedrijfscontainer van 240 liter | 264,50 |
3.1.3 | Voor elke volgende beschikbaar gestelde bedrijfscontainer van 240 liter vermeerderd met: | 204,00 |
3.2 | Onverminderd het bepaalde in 3.1 bedraagt het recht per belastingjaar voor het beschikbaar stellen, het gebruik en/of ledigen van een gft-container van 140 liter, eenmaal per 2 weken, per container. | 67,20 |