Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDBESLUIT inrichting en werkwijze Monumentenraad |
Citeertitel | Landsbesluit inrichting en werkwijze Monumentenraad |
Vastgesteld door | regering |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Dit besluit is oorspronkelijk vastgesteld ter uitvoering van artikel 3, derde lid, van de Eilandelijke Monumentenverordening; die verordening is door de aanpassing aan de nieuwe staatkundige situatie het Monumentenbesluit geworden. Het Monumentenbesluit is, evenals deze regeling, een uitvoeringsmaatregel van de Monumentenlandsverordening.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Geconsolideerde tekst (GT) | 21-02-2013 AB 2013, GT no. 47 | n.v.t. | ||
19-03-2003 | Nieuwe regeling | 23-07-2002 AB 2002, no. 13 | n.v.t. |
De leden van de Raad ontvangen voor hun werkzaamheden in de Raad een vergoeding van NAf 75,00 per uur met een maximum van NAf 2.000,-- per maand, met dien verstande dat enkel de feitelijke vergadertijden, alsmede een opslag van één uur per vergadering voor de voorbereiding van stukken, in rekening worden gebracht.
Indien de Raad gehoord wordt door de minister in verband met een wijziging in het register, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van het Monumentenbesluit en indien de Raad wordt gehoord in verband met een aanvraag voor een vergunning, als bedoeld in artikel 9 van het Monumentenbesluit, betrekt de Raad bij haar bevindingen de criteria voor de aanwijzing van een beschermd monument, bedoeld in artikel 4, tweede en derde lid, van het Monumentenbesluit.
De Raad is gehouden haar bevindingen bedoeld in het eerste lid binnen dertig dagen aan de minister schriftelijk kenbaar te maken indien het bevindingen met betrekking tot het bepaalde in artikel 8, tweede lid, van het Monumentenbesluit betreft en binnen zestig dagen indien het bevindingen met betrekking tot het bepaalde in artikel 9, eerste lid, van het Monumentenbesluit betreft.
Indien de Raad schriftelijk advies uitbrengt met betrekking tot een bezwaarschrift, als bedoeld in artikel 13, derde lid, van het Monumentenbesluit wordt door de Raad binnen zestig dagen na afloop van de termijn bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Landsverordening ruimtelijke ontwikkelingsplanning, advies uitgebracht aan de minister.
Artikel 8 schorsing en beëindiging lidmaatschap
Indien een lid van de Raad bij de uitvoering van zijn taak de algemene belangen met betrekking tot monumentenzorg zodanig heeft geschaad dat de bescherming, het behoud of het beheer van een monument in gevaar komt of indien een lid van Raad in het algemeen niet functioneert, wordt door de voorzitter van de Raad een schriftelijke voordracht tot schorsing van dit lid van de Raad ingediend bij de minister.
De voorzitter stelt in overleg met de overige leden van de Raad een huishoudelijk reglement vast ten aanzien van vergaderingen en de andere organisatorische aspecten van de werkzaamheden van de Raad.