Organisatie | Zutphen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2010 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-01-2010 | 01-01-2010 | 01-01-2011 | Nieuwe regeling | 14-12-2009 Zutphense Koerier, 23-12-2009 | BV/A&R 4.852 |
De raad van de gemeente Zutphen,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 december 2009 met nummer BV/A&R 4.852;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de gemeentewet en het bepaalde in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2010.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 2. Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: ter zake van de belasting als bedoeld in Hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan, indien deze het perceel (tevens) feitelijk zelf gebruikt. Indien degene die het gedeelte ten gebruike heeft afgestaan het perceel niet feitelijk zelf gebruikt, wordt de heffing ter zake van dat gedeelte met toepassing van de beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie geheven van één van de feitelijke gebruikers van dat gedeelte.
Artikel 4. Maatstaven van heffing en tarieven
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van de in de tarieventabel gegeven aanwijzingen.
Artikel 7. Ontstaan van belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
De belasting als bedoeld in hoofdstuk I, onderdeel 3, van de tarieventabel is verschuldigd na afloop van het belastingjaar of, zo dit eerder is, na beëindiging van de belastingplicht. Bij de inzamelmiddelen die geschikt zijn gemaakt voor betaling bij wege van voldoening op aangifte dient de belasting te worden voldaan bij de inworp in de ondergrondse container.
Indien een belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 onderdeel 2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting, als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 8. Termijnen van betaling
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, voor aanslagen die worden opgelegd in het belastingjaar waarop zij betrekking hebben, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 60,- doch minder dan € 1.500,- , dat de aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In gevallen bedoeld in het eerste lid, geldt in afwijking in zoverre van het aldaar bepaalde, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Artikel 9. Nadere regelgeving door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt kwijtschelding verleend met inachtneming van het Kwijtscheldingsbesluit Afvalstoffenheffing.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Zutphen,
gehouden op: 14 december 2009
De voorzitter, de griffier,
TARIEVENTABEL behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2010
Voor de toepassing van hoofdstuk I, onderdeel 3.d van de tarieventabel, wordt het totaalbedrag van het gedifferentieerde gedeelte van de afvalstoffenheffing bepaald door het aantal aanbiedingen per jaar te vermenigvuldigen met het vaste bedrag per 1100-liter-container. Dit totaalbedrag wordt vervolgens naar evenredigheid omgeslagen over de individuele huishoudens die de bewuste locatie bewonen. Bij de omslag over de individuele huishoudens worden meerpersoonshuishoudens tweemaal zo zwaar belast als eenpersoonshuishoudens.
Hoofdstuk I. TARIEVEN PER PERCEEL
Hoofdstuk II. TARIEVEN OMRUILEN/EXTRA CONTAINER/NIEUWE AFVALPAS
Voor de ingebruikgeving van elke container boven de vaste inzamelmiddelen geldt per container van 240 liter zonder chip een tarief van € 71,50;
container van 140/80 liter zonder chip een tarief van € 63,25 ;
container van 240 liter met chip een tarief van € 90,75;
container van 140/80 liter met chip een tarief van € 82,60 .
Voor vervanging van een beschadigde, gestolen of anderszins verloren container of afvalpas/ combipas, alsmede voor omruiling van een container gelden per vervangen, dan wel omgeruilde container de tarieven genoemd onder hoofdstuk II 1,. Omruiling in verband met het in gebruik nemen van een nieuw perceel geschiedt gratis onder verstrekking van een bewijs van inschrijving, indien het verzoek tot omruiling uiterlijk 2 maanden na de ingebruikneming van het nieuwe perceel gedaan wordt.
Hoofdstuk III. TARIEVEN MILIEUPARK
Voor het aanbieden van grof tuinafval, restafval, hout, bouw- en sloopafval en overig huishoudelijk afval bij een van de gemeentelijke milieuparken gelden de volgende tarieven:
Hoofdstuk IV. TARIEVEN INZAMELING GROF VUIL AAN HUIS
Voor het ophalen van grof vuil aan huis geldt het volgende tarief;
Behoort bij besluit van de gemeenteraad van Zutphen van 14 december 2009.