Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSVERORDENING, houdende veiligheidsregelen in de wateren rondom Sint Maarten |
Citeertitel | Watersportverordening Sint Maarten |
Vastgesteld door | regering en Staten gezamenlijk |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-05-2015 | Artikel 6 | 17-04-2015 AB 2015, no. 9 | Onbekend | ||
10-10-2010 | 30-05-2015 | Geconsolideerde tekst (GT) | 21-02-2013 AB 2013, GT no. 148 | Onbekend | |
04-02-1982 | Nieuwe Regeling | 13-06-1978 AB 1982, no. 2 | onbekend |
Het is verboden zich op of in een openbaar water zodanig te gedragen dat de veiligheid op of in het openbaar water in gevaar wordt gebracht of redelijkerwijze is aan te nemen, dat de
veiligheid op of in het openbaar water in gevaar kan worden gebracht.
Het is verboden om een onderwatergeweer dat voor onmiddellijk gebruik gereed is of een dergelijk instrument, bij zich te hebben of achter te laten:
Het is verboden waterskiërs achter een vaartuig aan te slepen of de waterskisport uit te oefenen op die gedeelten van de openbare wateren, die door in het belang van de orde en veiligheid op die openbare wateren, daartoe verboden zijn verklaard.
Het bepaalde onder sub f. van het eerste lid is niet van toepassing voor zover het betreft het aanvangen en beëindigen van een waterskitocht, mits dit aanvangen en beëindigen op zodanige wijze geschiedt dat de veiligheid van personen hierdoor niet in gevaar wordt gebracht, noch aan personen daardoor overlast wordt berokkend. Het aanvangen en beëindigen van een waterskitocht dient te geschieden in een richting haaks op het strand.
Her is verboden reddingsmiddelen, die voor algemeen gebruik nabij openbaar water zijn aangebracht, te gebruiken voor andere doeleinden dan voor het redden van drenkelingen.
Indien ten tijde van het plegen van een in het eerste lid van dit artikel bedoeld feit nog geen jaar is verlopen nadat een vroegere veroordeling van de schuldige aan een gelijke overtreding onherroepelijk is geworden, of, in geval van overtreding, vrijwillig is voldaan aan de voorwaarde, door de bevoegde ambtenaar van het openbaar ministerie krachtens artikel 1:149 van het Wetboek van Strafrecht gesteld, kan hechtenis worden opgelegd tot het dubbele van het in het eerste lid gesteld maximum of kan de op het feit gestelde geldboete worden verhoogd naar de naasthogere categorie.
De voorwerpen waarmee de overtreding is gepleegd kunnen voor zover zij de veroordeelde toebehoren, worden verbeurd verklaard, met uitzondering van vaartuigen.