Hoofdstuk 1
Artikel 1
Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen havens worden aangewezen, die van algemeen economisch belang zijn.
Artikel 2
De exploitatie van een krachtens artikel 1 aangewezen haven geschiedt op basis van een krachtens deze verordening verleende concessie.
Artikel 3
Een concessie omvat in ieder geval een beschrijving van de terreinen en wateren waarvoor zij geldt, en van de havenactiviteiten die aldaar kunnen plaatsvinden.
Artikel 4
- 1.
Een concessie kan worden verleend aan een in Sint Maarten gevestigde rechtspersoon, die zich blijkens zijn statutaire doelomschrijving richt op de exploitatie van havens en aanverwante faciliteiten en aantoonbaar kan beschikken over de inzet van de benodigde faciliteiten.
- 2.
Een concessie is exclusief, persoonlijk en niet overdraagbaar.
Artikel 5
- 1.
De Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie, hierna te noemen: de minister, is bevoegd tot verlening, wijziging en intrekking van een concessie als bedoeld in artikel 2.
- 2.
Een concessie wordt verleend voor de duur van ten hoogste 40 jaren.
- 3.
Een verleende concessie kan tijdens de laatste vijf jaren van haar geldigheid worden verlengd voor de duur van ten hoogste 40 jaren met ingang van de datum van het besluit tot verlenging van de verleende concessie.
Artikel 6
- 1.
Aan een concessie kunnen voorschriften worden verbonden.
- 2.
Aan een concessie worden in ieder geval voorschriften verbonden om te waarborgen dat:
- a.
de havenfaciliteiten in goede staat worden gehouden en geschikt zijn voor de in de concessie beschreven havenactiviteiten;
- b.
de havenfaciliteiten voldoen aan de ingevolge wettelijke en internationale regelingen geldende vereisten;
- c.
in het gebied waarop de concessie betrekking heeft, bij de uitoefening van de havenactiviteiten wordt voldaan aan de toepasselijke wettelijke en internationale regels.
Artikel 7
- 1.
Een concessie wordt op aanvraag verleend.
- 2.
Een aanvraag van een concessie geschiedt schriftelijk en gemotiveerd.
- 3.
De verlening van een concessie kan worden geweigerd op gronden aan het algemeen belang ontleend.
Artikel 8
Een concessie kan worden gewijzigd:
- a.
op verzoek van de concessiehouder;
- b.
indien naar het redelijk oordeel van de minister klemmende redenen van algemeen belang daartoe nopen.
Artikel 9
- 1.
Een concessie kan geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken, indien de concessiehouder de concessie of een geldend wettelijk of internationaal voorschrift niet naleeft.
- 2.
De minister gaat niet tot intrekking over dan nadat het de concessiehouder de gelegenheid heeft geboden om binnen een daartoe te bepalen termijn zijn handelen alsnog in overeenstemming te brengen met de concessie, dan wel het wettelijke of internationale voorschrift.
- 3.
Een concessie wordt in ieder geval ingetrokken, zodra de concessiehouder langer dan zes maanden:
- a.
- b.
in staat van surseance verkeert.
Artikel 10
De minister kan in een concessie toestaan dat de concessiehouder rechten en verplichtingen uit hoofde van de concessie mede aan een of meer andere rechtspersonen toekent, dan wel oplegt.
Artikel 11
- 1.
Aan een concessie is een jaarlijks recht verbonden.
- 2.
De hoogte van het recht wordt door de minister bepaald en kan, tenzij in de concessie anders is bepaald, telkens na verloop van vijf jaren worden herzien.
- 3.
Het recht wordt uiterlijk op 1 april van het desbetreffende kalenderjaar door de concessiehouder aan de Ontvanger betaald.
- 4.
In een concessie kan in afwijking van het derde lid worden bepaald, dat het jaarlijks recht in daarbij aangegeven termijnen wordt betaald.
Hoofdstuk 4
Artikel 16
De Verordening havengelden is niet van toepassing op havens waarvoor een concessie is verleend.
Artikel 17
[wijzigt een andere regeling]
Artikel 18
[wijzigt een andere regeling]
Artikel 19
[wijzigt een andere regeling]
Artikel 20
[wijzigt een andere regeling]
Artikel 21
[regelt de inwerkingtreding]
Artikel 22
De verordening wordt aangehaald als: Verordening havenconcessies.