Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hoorn

Ontheffingenbeleid sluitingsuur 1998

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHoorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingOntheffingenbeleid sluitingsuur 1998
CiteertitelOntheffingenbeleid sluitingsuur 1998
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp140 openbare orde en veiligheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

320B

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene Plaatselijke Verordening
  2. Algemene Wet bestuursrecht , art. 4.3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-02-200001-01-200002-01-2010nieuwe regeling

18-01-2000

Gemeenteblad 2000=02

83984

Tekst van de regeling

Intitulé

Ontheffingenbeleid sluitingsuur 1998

Registratienummer: 99.83954

 

De burgemeester van de gemeente Hoorn:

 

gelezen het verzoek van Horeca Nederland afdeling Hoorn

 

gelet op:

  • -

    artikelen 2.3.1.1, 2.3.1.2 en 2.3.1.4 van de Algemeen Plaatselijke Verordening (toezicht op openbare inrichtingen)

  • -

    de besluiten van het college en de burgemeester

  • *

    99.80724 (vaststelling beleidsregels experiment)

  • *

    99.81287 (evaluatie/voorzetting experiment)

  • *

    99.83521 (evaluatie/definitieve invoering sluitingsurenbeleid 1998)

 

de verslagen van de commissies ABZ d.d. 26-1-1999 en 23-11-1999 (evaluaties)

 

gelet op het bepaalde in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht

 

gelet op een aan de burgemeester toekomende bevoegdheidbesluit

besluit vast te stellen de navolgende beleidsregels

Ontheffingenbeleid sluitingsuur 1998.

Dit beleid wordt vastgesteld voor onbepaalde tijd ingaande 1 januari 2000.

A: Mogelijkheden tot ontheffing

Binnenstad:

1.

Ontheffing van het bepaalde in artikel 2.3.1.2. lid 1 van de Algemeen Plaatselijke Verordening voor inrichtingen gelegen in de binnenstad van Hoorn wordt slechts verleend aan:

I

  • -

    Horeca-I-inrichtingen welke zijn gelegen in de (concentratie)gebieden zoals aangegeven met op de kaart voor de periode van zondag tot en met zaterdag en wel tot uiterlijk 02.00 uur én

  • -

    de overige horeca-I-inrichtingen welke zijn gelegen aan de Rode Steen, het Kerkplein, de Kerkstraat, het West (nr. 27/45 en 52/68), de kop van de Grote Noord (nr. 6 t/m 30) en de Dubbele Buurt (nr. 26 t/m 48) voor de nachten van vrijdag op zaterdag en zaterdag op zondag en wel tot uiterlijk 02.00 uur.

  • -

    Hieronder vallen mede Horeca-II inrichtingen die na 24.00 uur als horeca-I inrichting functioneren (dus geen loketverkoop of open pui aan de straatzijde).

II

Horeca I of II inrichtingen welke reeds op 21 mei 1991 in het bezit waren van een ontheffing van het bepaalde in artikel 2.3.1.2. lid 1 van de Algemeen Plaatselijke Verordening (voorheen artikel 81 van de Verordening op de Rechtsorde) en wel tot het tijdstip waarvoor de ontheffing zoals die op 21 mei 1991 van kracht was, verleend was.

III

  • a.

    Horeca-III-inrichtingen welke zijn gelegen in de (concentratie)gebieden zoals aangegeven met ¦ ¦ ¦ en o o o op de bij het horecabeleid 1993 behorende kaart;

  • b.

    Horeca-III-inrichtingen welke reeds op 21 mei 1991 in het bezit waren van een ontheffing van het bepaalde in artikel 2.3.1.2. lid 1 van de Algemeen Plaatselijke Verordening (voorheen artikel 81 van de verordening op de rechtsorde);

  • c.

    Een discotheek/dancing/multifunctioneel horecacentrum op een door de raad toegestane locatie.

en wel tot uiterlijk 02.00 uur op zondag tot en met donderdag en tot uiterlijk 06.00 uur in de nachten van vrijdag op zaterdag en zaterdag op zondag, waarbij de horecaondernemer in het laatste geval zelf bepaalt wanneer hij zijn zaak sluit.

2.

Het beleid t.a.v. ontheffing van het sluitingsuur tot 03.00 uur (bijgevoegd) geldt voor horeca-inrichtingen in het geval dat geen vrije sluitingstijden van toepassing zijn, in de gebieden waar Horeca I en de gebieden waar Horeca III, zoals aangegeven met, ¦ ¦ ¦ en o o o op de bij het horecabeleid 1993 behorende kaart onder de voorwaarde dat:

  • -

    een vergunning ingevolge de Drank- en horecawet is verleend;

  • -

    voldaan wordt aan de eisen van het Besluit Horecabedrijven in het kader van de Wet Milieube-heer en met uitzondering van de horeca-II activiteiten.

3.

Voor horeca-inrichtingen/functies binnen een bijzondere doeleindenbestemming zal bij de beoordeling van de vergunning ingevolge de Overlastverordening per geval bekeken worden op welk tijdstip de inrichting dient te sluiten. De eventuele ontheffing van het sluitingsuur zal hierop worden afgestemd. Horeca-inrichtingen/functies binnen een bijzondere doeleindenbestemming komen niet in aanmerking voor deelname aan de zogenaamde "vrije sluitingstijden".

Buitengebieden:

1.

Ontheffing van het bepaalde in artikel 2.3.1.2. lid 1 van de Algemeen Plaatselijke Verordening voor inrichtingen buiten de binnenstad van Hoorn wordt slechts verleend aan

  • a.

    Horeca-inrichtingen, niet zijnde een horeca-III inrichting, die beschikken over een vergunning ingevolge de Drank- en horecawet en wel tot uiterlijk 02.00 uur

  • b.

    Horeca-III-inrichtingen van zondag tot en met donderdag tot uiterlijk 02.00 uur en in de nachten van vrijdag op zaterdag en zaterdag op zondag tot 06.00 uur, waarbij de horecaon-dernemer in het laatste geval zelf bepaalt wanneer hij zijn zaak sluit.

2.

Het beleid ten aanzien van ontheffing van het sluitingsuur tot 03.00 uur is van kracht voor alle horeca-inrichtingen die beschikken over een vergunning ingevolge de Drank- en horecawet en de vrije sluitingstijden niet van toepassing zijn.

3.

Voor horeca-inrichtingen/functies binnen een bijzondere doeleindenbestemming zal bij de beoordeling van de vergunning ingevolge de Overlastverordening per geval bekeken worden op welk tijdstip de inrichting dient te sluiten. De eventuele ontheffing van het sluitingsuur zal hierop worden afgestemd. Horeca-inrichtingen/functies binnen een bijzondere doeleindenbestemming komen niet in aanmerking voor deelname aan de zogenaamde "vrije sluitingstijden".

B: Uitzonderingsmogelijkheid ontheffingenbeleid sluitingsuur

Als gevolg van de aanpassing van het ontheffingenbeleid sluitingsuur in 1991 beschikken een aantal bestaande Horeca III-inrichtingen gelegen buiten de (concentratie)gebieden waar vestiging van horeca III was toegestaan op grond van het horecabeleid 1989, slechts over een ontheffing van het sluitingsuur voor een beperkt aantal dagen per week.

De burgemeester is bereid een afwijking van het gestelde onder II van het sluitingsuur voor de binnenstad in overweging te nemen indien:

  • -

    de horecainrichting is gevestigd in een pand waarin op grond van het bestemmingsplan Horeca III gevestigd kan worden;

  • -

    het een reeds op 21 mei 1991 bestaande Horeca III-inrichting bestreft;

  • -

    de horeca-inrichting voldoet aan de eisen van het Besluit Horecabedrijven van de Wet Milieubeheer;

  • -

    het woon- en leefklimaat niet onaanvaardbaar nadelig zal worden beinvloed (een rapporta-ge van de politie en de mening van de bewoners zal hierbij gevraagd worden);

  • -

    de openbare orde niet wordt aangetast

Een eventuele ontheffing in dit kader zal in eerste instantie voor een proefperiode van maximaal 1 jaar verleend worden.

C: Voorschriften

De burgemeester kan aan de ontheffing voorschriften verbinden ter bescherming van de openbare orde. In die gevallen waarin een ontheffing sluitingsuur kan worden verleend op grond van het sluitingsurenbeleid van 1998, terwijl op grond van het sluitingsurenbeleid van 1993 geen ontheffing mogelijk was of tot maximaal tot 02.00 uur, wordt in ieder geval de voorwaarde gesteld dat een convenant wordt getekend, waarin extra inspanningsverplichtingen door de horecaondernemer worden overeengekomen. Voor de argumentatie wordt verwezen naar de "samenvattende notitie sluitingsurenbeleid - 1 maart 1998".

 

In geval van een horeca-I en –II inrichting gaat het om de volgende voorschriften:

 

Sluitingstijd

  • 1.

    De horecaondernemer zorgt ervoor dat hij de inrichting exploiteert als horeca-1, d.w.z. dat er geen loket is opengesteld en dat er geen sprake is van een open verbinding aan de straatzijde. De horecaondernemer zorgt er voor dat klanten binnen bediend worden en dat de consumpties binnen genuttigd worden.

  • 2.

    Een kwartier voor het sluitingstijdstip van 02.00 uur worden bezoekers hierop attent gemaakt door:

    • -

      aankondiging van de laatste consumpties;

    • -

      het uitzetten van de eventuele muziek;

    • -

      het geleidelijk laten toenemen van de verlichting in de horecainrichting.

 

Matiging alcoholgebruik

  • 1.

    Voor zover het is toegestaan in de inrichting alcoholhoudende dranken te verstrekken, onthoudt de horecaondernemer zich van het gratis of tegen een symbolisch bedrag alcoholhoudende dranken aan bieden en/of verstrekken.

  • 2.

    Voor zover het is toegestaan in de inrichting alcoholhoudende dranken te verstrekken bevordert de horecaondernemer het gebruik van alcoholvrije en alcoholarme dranken t.o.v. sterke drank, door bijvoorbeeld prijsonderscheid tussen beide, gerichte voorlichting en/of een “individu” gerichte benadering in de horecainrichting.

  • 3.

    Voor zover het de horecaondernemer is toegestaan alcoholhoudende dranken te verstrekken, zorgt hij ervoor dat personen jonger dan 16 jaar niet worden toegelaten tot de inrichting zonder begeleiding van een persoon van 21 jaar of ouder.

  • 4.

    Voor zover het de horecaondernemer is toegestaan alcoholhoudende dranken te verstrekken, zorgt hij ervoor dat geen alcoholhoudende dranken verstrekt worden aan jongeren beneden de 16 jaar en geen sterke dranken verstrekt worden aan jongeren beneden de 18 jaar. Wanneer de horecaondernemer niet beschikt over een Drank- en horecavergunning is het in het geheel verboden alcoholhoudende dranken te verkopen voor gebruik ter plaatse.

  • 5.

    De horecaondernemer zorgt ervoor dat geen personen binnenkomen die in kennelijke staat van dronkenschap verkeren.

  • 6.

    Voor zover het de horecaondernemer is toegestaan alcoholhoudende dranken te verstrekken, zorgt hij ervoor dat aan het in de horecainrichting aanwezige publiek dat de staat van dronkenschap benadert geen alcoholhoudende dranken meer worden verstrekt.

 

Terrassen

  • 1.

    De horecaondernemer zorgt ervoor het bij de horecainrichting behorende terras om 02.00 uur te hebben weggeruimd en inpandig wordt opgeslagen, tenzij het terrasmeubilair om 10.00 uur weer geheel is uitgezet.

  • 2.

    De horecaondernemer zorgt ervoor dat een kwartier voor het sluitingstijdstip van het terras, of zoveel eerder als nodig, bezoekers op de sluiting attent worden gemaakt door aankondiging van de laatste consumptieronde en het starten met de opruimactiviteiten.

 

Reiniging

  • 1.

    De horecaondernemer zorgt ervoor dat de omgeving van de horecainrichting in een aan hem toegewezen straatvak inclusief het terras onmiddellijk na 02.00 uur wordt ontdaan van vuil en afval. Het laatste vuil wordt door de ondernemer weggehaald in ieder geval voor 10.00 ’s morgens.

  • 2.

    De horecaondernemer zorgt ervoor dat geen glaswerk, drank en afval buiten de horecainrichting, inclusief bijbehorend terras komen.

  • 3.

    De horecaondernemer zorgt voor voldoende schone en voldoende bereikbare toiletten en urinoirs in de horecainrichting. Bovendien ziet hij erop toe dat zijn cliënten niet de straat opgaan om te urineren.

 

Geluidsoverlast

  • 1.

    De horecaondernemer voorkomt overlast aan derden door mechanische en/of levende muziek en houdt zich strikt aan de voorgeschreven bepalingen in het Besluit horecabedrijven (zie bijlage 1-samenvatting Besluit horecabedrijven geluidseisen).

  • 2.

    De horecaondernemer zorgt ervoor dat ramen en deuren gesloten blijven, anders dan voor het onmiddellijk in en uitlaten van publiek.

 

Toezicht

  • 1.

    De horecaondernemer zorgt ter voorkoming van ongewenste situaties voor deugdelijk toezicht binnen, voor en in de directe omgeving van de horecainrichting.

  • 2.

    De horecaondernemer instrueert zijn medewerkers voor aanvang van de uitoefening van de functie met betrekking tot de na te leven bepalingen in geldende wetgeving en het convenant.

  • 3.

    In het kader van toezicht is de horecaondernemer bereid deel te nemen aan een cursus “conflicthantering” met de toezichthoudende medewerkers.

 

In geval van een horeca-III inrichting gaat het om de volgende voorschriften:

  • 1.

    De horecaondernemer zorgt ervoor dat na 02.00 uur geen nieuwe bezoekers de horecainrichting inkomen.

  • 2.

    Een kwartier voor het door de horecaondernemer bepaalde sluitingstijdtip worden bezoekers hierop attent gemaakt door:

    • -

      aankondiging van de laatste consumpties;

    • -

      het uitzetten van de eventuele muziek;

    • -

      het geleidelijk laten toenemen van de verlichting in de horecainrichting.

 

Matiging alcoholgebruik

  • 1.

    De horecaondernemer onthoudt zich van het gratis of tegen een symbolisch bedrag aanbieden en/of verstrekken van alcoholhoudende dranken aan horecabezoekers.

  • 2.

    De horecaondernemer bevordert het gebruik van alcoholvrije en alcoholarme dranken t.o.v. sterke drank, door bijvoorbeeld prijsonderscheid tussen alcoholische en niet alcoholische dranken, gerichte voorlichting en/of een “individu” gerichte benadering in de horecainrichting.

  • 3.

    De horecaondernemer zorgt ervoor dat personen jonger dan 16 jaar niet worden toegelaten tot de inrichting zonder begeleiding van een persoon van 21 jaar of ouder.

  • 4.

    De horecaondernemer zorgt ervoor dat geen alcoholhoudende dranken verstrekt worden aan jongeren beneden de 16 jaar en geen sterke dranken verstrekt worden aan jongeren beneden de 18 jaar.

  • 5.

    De horecaondernemer zorgt ervoor dat geen personen binnenkomen die in kennelijke staat van dronkenschap verkeren.

  • 6.

    De horecaondernemer zorgt ervoor dat aan het in de horecainrichting aanwezige publiek dat de staat van dronkenschap benadert geen alcoholhoudende dranken meer worden verstrekt.

 

Terrassen

  • 1.

    De horecaondernemer zorgt ervoor het bij de horecainrichting behorende terras om 02.00 uur te hebben weggeruimd en tegen de gevel te hebben geplaatst. Na sluiting van het inpandig gedeelte van de horecainrichting wordt het terrasmeubilair binnen geplaatst, tenzij om 10.00 uur het terrasmeubilair weer geheel is uitgezet.

  • 2.

    De horecaondernemer zorgt ervoor dat een kwartier voor het sluitingstijdstip van het terras, of zoveel eerder als nodig, bezoekers op de sluiting attent worden gemaakt door aankondiging van de laatste consumptieronde en het starten met de opruimactiviteiten.

 

Reiniging

  • 1.

    De horecaondernemer zorgt ervoor dat de omgeving van de horecainrichting in een aan hem toegewezen straatvak inclusief het terras onmiddellijk na 02.00 uur wordt ontdaan van vuil en afval. Het laatste vuil wordt door de ondernemer weggehaald in ieder geval voor 10.00 ’s morgens.

  • 2.

    De horecaondernemer zorgt ervoor dat geen glaswerk, drank en afval buiten de horecainrichting, inclusief bijbehorend terras komen.

  • 3.

    De horecaondernemer zorgt voor voldoende schone en voldoende bereikbare toiletten en urinoirs in de horecainrichting. Bovendien ziet hij erop toe dat zijn cliënten niet de straat opgaan om te urineren.

 

Geluidsoverlast

  • 1.

    De horecaondernemer voorkomt overlast aan derden door mechanische en/of levende muziek en houdt zich strikt aan de voorgeschreven bepalingen in het Besluit horecabedrijven (zie bijlage 1-samenvatting Besluit horecabedrijven geluidseisen).

  • 2.

    De horecaondernemer zorgt ervoor dat na het tijdstip van 02.00 uur het volume van de live en/of mechanische muziek het achtergrondniveau in de inrichting niet overstijgt.

  • 3.

    De horecaondernemer zorgt ervoor dat ramen en deuren gesloten blijven, anders dan voor het onmiddellijk in en uitlaten van publiek.

 

Toezicht

  • 1.

    De horecaondernemer zorgt ter voorkoming van ongewenste situaties voor deugdelijk toezicht binnen, voor en in de directe omgeving van de horecainrichting.

  • 2.

    De horecaondernemer instrueert zijn medewerkers voor aanvang van de uitoefening van de functie met betrekking tot de na te leven bepalingen in geldende wetgeving en het convenant.

  • 3.

    In het kader van toezicht is de horecaondernemer bereid deel te nemen aan een cursus “conflicthantering” met de toezichthoudende medewerkers.

D: Sanctiebeleid

Bij overtreding van de voorschriften is het volgende sanctiebeleid van kracht:

  • -

    bij constatering van een overtreding van de bepalingen genoemd onder 1.1, 1.2, 2.1, 2.3, 2.4, 2.5, 2.6, 3.1, 4.1, 4.2, 5.1, 5.2, 5.3 (geldt alleen voor horeca III inrichtingen), 6.1 ontvangt de overtreder een gele kaart inclusief een schriftelijke waarschuwing;

  • -

    bij constatering van een tweede overtreding binnen de periode van een naar na de eerste overtreding, ontvangt de horecaondernemer een rode kaart, voorzien van een uitnodiging voor een gesprek met de commissie van goede diensten. Afhankelijk van de aard van de overtreding wordt aan de burgemeester intrekking van het sluitingsuur voorgesteld voor de periode van een weekend (dus sluiten om 24.00 uur);

  • -

    bij een derde overtreding binnen de periode van een jaar na de tweede overtreding ontvangt de horecaondernemer een uitnodiging voor een gesprek met de commissie van goede diensten. Afhankelijk van de aard van de overtreding wordt voorgesteld het sluitingsuur in te trekken voor de periode van vier weekenden (dus sluiten om 24.00 uur);

  • -

    bij elke volgende overtreding binnen de periode van een jaar na de derde overtreding ontvangt de horecaondernemer een uitnodiging voor een gesprek met de commissie van goede diensten. Afhankelijk van de aard van de overtreding wordt voorgesteld het sluitingsuur in te trekken voor de periode van max. 26 weken (dus sluiten om 24.00 uur).

E: Juridisch karakter ontheffing

De ontheffing sluitingsuur is een zaakgebonden beschikking. Dit wil zeggen dat de ontheffing op het pand rust en door de houder niet kan worden meegenomen naar een andere vestiging.

Wanneer de horecainrichting wisselt van exploitant, dient dit aan het bevoegd gezag te worden gemeld.

F: Intrekking beleid

Wanneer de burgemeester op grond van, onder meer openbare orde en veiligheid, de jaarlijkse evaluatiegegevens, danwel wegens een tekort aan deelname, gegronde redenen heeft om de verruimde openingstijden t.o.v. het sluitingsurenbeleid van 1993 tussentijds terug te draaien, kan de burgemeester deze beleidsregel per direct intrekken. Het sluitingsurenbeleid van 1993 zal dan weer in werking treden. Dit wordt op gewone wijze bekend gemaakt.

G: Bekendmaking

Deze beleidsregel wordt bekend gemaakt door opname in het Gemeenteblad en vervolgens bij de afdeling Voorlichting gedurende zes weken op werkdagen van 09.00 tot 15.00 uur voor een ieder ter inzage leggen van dit besluit.

Daarnaast deze beleidsregel onderhands bekend te maken aan:

  • -

    Koninklijk Horeca Nederland

  • -

    het bestuur van Horeca Nederland afdeling Hoorn

  • -

    Beiaardgroep Nederland

  • -

    Het Overleg Leefbaarheid Binnenstad

  • -

    De politie van het district Westfriesland Oost

  • -

    De politie van het district Westfriesland West