Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSVERORDENING, houdende bepalingen betreffende het exploiteren van hazardspelen ter bevordering van het toerisme |
Citeertitel | Landsverordening hazardspelen |
Vastgesteld door | regering en Staten gezamenlijk |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Ministeriële regeling, houdende vaststelling van de formulieren benodigd voor het aanvragen van een vergunning tot het exploiteren van hazardspelen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | geconsolideerde tekst (GT) | 21-02-2013 AB 2013, GT no. 115 | n.v.t. | ||
15-10-1987 | art. 1, 1a | 01-10-1987 AB 1987, no. 6 | n.v.t. | ||
01-10-1986 | art. 1, 1a | 12-09-1986 AB 1986, no. 15 | n.v.t. | ||
18-11-1948 | nieuwe regeling | 03-11-1948 PB 1948, no. 138 | onbekend |
De Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie, hierna te noemen: de minister, is bevoegd om, onder door hem te stellen voorwaarden en waarborgen, vergunning te verlenen tot het exploiteren van hazardspelen, in daartoe met name aan te wijzen en speciaal daarvoor ingerichte lokaliteiten.
Gedurende een periode van een jaar wordt geen toegang tot de lokaliteiten, bedoeld in het eerste lid, verleend aan de ingezetenen van Sint Maarten, ten aanzien van wie is gebleken dat zij één of meer van dit soort lokaliteiten op onderscheidene data meer dan zesmaal in dezelfde maand hebben bezocht.
Tot het organiseren van een bijeenkomst, overeenkomstig het tweede lid, kan uitsluitend vergunning worden verleend aan rechtspersoonlijkheid bezittende verenigingen die krachtens haar statuten een duidelijk omschreven doel- niet zijnde de beoefening van enigerlei vorm van hazardspelen - beogen te dienen, ten bate van het algemeen belang, in het bijzonder op het gebied van sport en lichamelijke vorming, van het maatschappelijk werk, de volksgezondheid en de cultuur.
De in de artikelen 1 en 1a bedoelde vergunningen zijn persoonlijk en niet voor overdracht vatbaar.
De vergunninghouder, die de in de artikelen 1 en 1a bedoelde voorwaarden of waarborgen niet nakomt, wordt geacht zonder vergunning te hebben gehandeld.
De minister is te allen tijde bevoegd, de vergunning vervallen te verklaren, indien hij acht, dat de gestelde voorwaarden of waarborgen niet worden nagekomen.