Verordening speelautomatenhallen Uden
De Raad van de gemeente Uden;
gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van
10 april 2001;
gelet op de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;
b e s l u i t
vast te stellen de
Artikel 1. Begripsbepalingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
de wet : de Wet op de Kansspelen;
- b.
speelautomatenbesluit : KB van 24 november 1986 (Stb. 589);
- c.
speelautomaat : een toestel, ingericht voor de beoefening van
een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld
mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het
resultaat kan leiden tot de middellijk of onmiddellijke
uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht
om gratis verder te spelen;
- d.
behendigheidsautomaat : een speelautomaat waarvan:
- 1.
het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een
verlengde speelduur of het recht op gratis spellen,
en
- 2.
het proces dat, ook nadat het in werking is gesteld,
door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of
vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het
gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in
welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis
spellen verkregen wordt;
- e.
kansspelautomaat : een speelautomaat die geen
behendigheidsautomaat is;
- f.
speelautomatenhal : een inrichting, bestemd om het publiek
gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te
beoefenen, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid onder c van de
wet;
- g.
ondernemer : de natuurlijke of rechtspersoon die een inrichting
exploiteert, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid 1 onder c
van de wet;
- h.
beheerder : degene die met het dagelijks toezicht en de
onmiddellijke leiding in een inrichting als bedoeld in artikel
30c, eerste lid onder c van de wet is belast;
- i.
openbare weg : alle voor het openbaar rij- en ander verkeer
openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen
bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende bermen
en zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of
paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;
- j.
inrichting : een inrichting als bedoeld in artikel 30c, eerste
lid, sub a en b van de wet.
Artikel 2. Vergunningsvereiste
- 1.
Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester
een speelautomatenhal te vestigen of te
exploiteren.
- 2.
De burgemeester kan voor maximaal twee
speelautomatenhallen voor het vestigen of exploiteren
vergunning verlenen.
Artikel 3. Vergunningsaanvraag
De ondernemer dient de vergunning aan te vragen onder
overlegging van:
- a.
een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij
is opgenomen de oppervlakte daarvan alsmede een
plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de
speelautomatenhal en in welk aantal kansspelen/of
behendigheidsautomaten worden opgesteld;
- b.
een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel
en Fabrieken;
- c.
een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over
de ruimte te beschikken;
- d.
een verklaring omtrent het gedrag:
- -
van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een
rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming
krachtens de (eventueel bij te voegen) statuten
vertegenwoordigt(en) en
- -
- e.
een door onze minister aan te wijzen bewijsstuk van een
instelling op het gebied van de verslavingszorg, waaruit
blijkt dat de bedrijfsleider(s) en de beheerder(s)
beschikken over voldoende kennis en inzicht met
betrekking tot het gebruik van speelautomaten en de
daaraan verbonden risico’s van gokverslaving.
Artikel 4. Beslistermijn
De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop
hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De
beslissing kan eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden
verdaagd.
Artikel 5. Vergunning
- 1.
De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name
van de ondernemer en is niet overdraagbaar.
- 2.
In de vergunning wordt de naam van de beheerder
vermeld.
- 3.
Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen
verbonden.
Deze hebben in elk geval betrekking op:
- a.
de sluitingstijden van de speelautomatenhal;
- b.
het toezicht in de speelautomatenhal;
- c.
het aantal en type te plaatsen speelautomaten:
- -
in de inrichting Markt 18-20a te Uden mogen ten
hoogste 53 speelautomaten staan;
- -
in de inrichting Lieve Vrouwenplein 5 te Uden
mogen ten hoogste 45 speelautomaten staan;
- d.
de exploitatie van de hal.
- 4.
De in het derde lid, onder a, bedoelde sluitingstijden
kunnen afwijken van die welke ten aanzien van
horeca-inrichtingen en daarmee gelijkgestelde
inrichtingen in het algemeen krachtens de Algemene
plaatselijke verordening Uden.
Artikel 6. Weigering vergunning
- 1.
De vergunning wordt geweigerd indien:
- a.
het maximaal aantal af te geven vergunningen
voor speelautomatenhallen is verleend;
- b.
de speelautomatenhal niet uitsluitend
rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het
publiek toegankelijk is;
- c.
de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet
heeft (hebben) bereikt;
- d.
de ondernemer of de beheerder(s) onder curatele
staat (staan) of bewind is ingesteld over één of
meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in
Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;
- e.
door de aanwezigheid van de speelautomatenhal
naar het oordeel van de burgemeester de leef- en
woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter
van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare
wijze nadelig wordt beïnvloed;
- f.
de exploitatie of vestiging van de
speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende
bestemmingsplan, dan wel een stadsvernieuwingsplan
c.q. leefmilieuverordening in de zin van de Wet op
de stads- en dorpsvernieuwing.
- 2.
De burgemeester kan ontheffing verlenen van het
leeftijdvereiste, gesteld in het vorige lid, onder
c.
Artikel 7. Wijziging beheerder/vervallen
vergunning
- 1.
Indien een overeenkomstig artikel 5, tweede lid, in de
vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van
beheerder heeft verloren, dient de ondernemer onder
overlegging van de in artikel 3, onder d, genoemde
bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen binnen
twee weken nadat de in artikel 3 bedoelde verklaring
omtrent het gedrag aan hem is verzonden.
- 2.
De vergunning vervalt indien de beslissing op een
aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen
dan wel exploiteren van een speelautomatenhal in
hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien
geen aanvraag is ingediend binnen zes maanden na het
verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste
lid.
Artikel 8. Intrekken van de vergunning
De burgemeester kan de vergunning intrekken:
- a.
indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een
onjuiste of onvolledige opgave is verleend;
- b.
indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan
de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat
een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 6, onder
e;
- c.
indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning
verbonden voorschriften en beperkingen;
- d.
indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een
periode van langer dan zes maanden wordt
onderbroken.
Artikel 9. Wijziging ondernemer
- 1.
Indien een ondernemer komt te overlijden dient, indien
voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen
twaalf weken een nieuwe vergunning te worden
aangevraagd.
- 2.
In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer
dient binnen vier weken na overname van de
speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden
aangevraagd.
- 3.
Zolang op een tijdig ingediende aanvrage niet is beslist
is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met
inachtneming van de voorschriften en beperkingen,
verbonden aan de van rechtswege vervallen
vergunning.
Artikel 10. Overgangsbepaling
- 1.
Een vergunning tot het vestigen of exploiteren
van een speelautomatenhal welke is verleend voor
de inwerkingtreding van deze verordening blijft
tot de expiratiedatum van kracht, tenzij deze
eerder komt te vervallen dan wel eerder wordt
ingetrokken op grond van het bepaalde in deze
verordening.
- 2.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding
van deze verordening een aanvraag om een
vergunning is ingediend en voor het tijdstip van
inwerkingtreding nog niet op deze aanvraag is
beslist, wordt daarop onderhavige verordening
toegepast.
Artikel 11. Strafbepaling
Overtreding van artikel 2 van deze verordening en van de
krachtens dit artikel gegeven voorschriften wordt
gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of
een geldboete van de tweede categorie.
Artikel 12. Binnentredingsbepaling
De opsporing van de in artikel 16 strafbaar gestelde
feiten is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek
van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren,
opgedragen aan de opsporingsambtenaren die door het
College van burgemeester en wethouders met de zorg voor
de opsporing van strafbare feiten op grond van deze
verordening zijn belast, ieder voorzover het de feiten
betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Artikel 13. Intrekking vroegere regeling
De oude Verordening speelautomatenhallen Uden 1988 wordt
ingetrokken.
Artikel 14. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na
die van de bekendmaking.