Organisatie | Noord-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregeling regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2012 |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2012 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | subisidie, jeugdzorg, regionale projecten |
Geen
Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011, arikel 2
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-07-2012 | 31-07-2013 | nieuwe regeling | 05-07-2012 Provinciaal blad, 2012, 81 | 2012-29577 |
In deze uitvoeringsregeling worden de volgende regio’s in de provincie Noord-Holland onderscheiden:
Subsidie kan worden verstrekt voor een van de volgende activiteiten die in samenwerking met Bureau Jeugdzorg Noord-Holland, minimaal een Instelling voor Jeugd-en Opvoedhulp en minimaal een eerstelijns jeugdhulpinstelling worden verricht:
Bij subsidies van minder dan € 10.000,-gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.
Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:
een projectplan waarin is opgenomen eenbeschrijving van de activiteit, de wijze waarop de activiteit zal worden verricht, de doelstelling, het beoogde resultaat, het verband tussen de uit te voeren activiteit en het beoogde resultaat, de efficiencyverbetering die deze activiteit op zal leveren, een realistische planning van de activiteit, een begroting en een bestedingsplan;
De subsidieontvanger is verplicht om:
indien de subsidie wordt verstrekt voor een activiteit als bedoeld in artikel 2, onderdeel a of b, een in overeenstemming met Bureau Jeugdzorg Noord-Holland opgestelde beschrijving te overleggen waaruit blijkt hoe de risicotaxatie met betrekking tot de veiligheid van jongeren wordt uitgevoerd, welke partijen daarbij betrokken zijn en welke verantwoordelijkheden welke partij daarbij heeft.
Indien de subsidieontvanger een gemeente, of een openbaar lichaam dat is ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid, ingediend.
Haarlem 26 juni.
Gedeputeerde staten van Noord-Holland
J.W. Remkes, voorzitter.
G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.
Toelichting bij de Uitvoeringsregeling subsidie regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2012
Gedeputeerde staten hebben in de Provinciale Transitieagenda Jeugdzorg vastgesteld dat zij ruimte willen bieden voor experimenten in het jeugdzorgbeleid. Het gaat daarbij nadrukkelijk om projecten onder de regie van gemeenten. Ruimte om te experimenteren met regionale projecten moet mogelijkheden bieden aan gemeenten om voor te sorteren op de transitie, gericht op een nieuw en efficiënter stelsel. De onderwerpen waarop geëxperimenteerd kan worden (toepassing van een werkwijze die hulp aan gezinnen en kinderen in samenhang aanbiedt, ambulante hulpverlening zonder indicatie en nazorg) zijn dezelfde onderwerpen als in de Uitvoeringsregeling regionale projecten jeugdzorg Noord-Holland 2011. De regio’s kunnen kiezen om hun in 2011 gestarte project in 2012 uit te breiden, of in 2012 een project te starten op een van de andere bovenstaande onderwerpen. Nieuw aan de regeling ten opzichte van vorig jaar is dat men in 2012 ook kan kiezen om de middelen in te zetten voor het inhuren van een projectleider die zich bezig houdt met (boven) regionale samenwerking in het kader van de transitie jeugdzorg.
Het doel van de uitvoeringsregeling is efficiencyverbetering in de organisatie van hulpverlening. Daarom dient bij de subsidieaanvraag aangegeven te worden welke efficiencyverbetering deactiviteit op zal leveren. Bij het verzoek tot vaststelling dient aangetoond te worden welke verbetering van efficiency in de hulp aan jeugd behaald is met de uitgevoerde activiteit.
De Jeugd-en Opvoedhulpinstellingen in Noord-Holland zijn opgenomen in het Uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2012. Daarin is ook vermeld in welke regio deze instellingen werken.
Onder een meerderheid van gemeenten verstaan wij de helft van alle gemeenten plus één binnen een regio. Bijvoorbeeld: bij een regio met 7 gemeenten moeten minimaal 4 gemeenten de aanvraag ondersteunen.
Bij regionale projecten die erop gericht zijn ambulante hulp zonder indicatie te ontwikkelen is een plan noodzakelijk om te voorzien in de risicotaxatie met het oog op de veiligheid van kinderen. Hiervoor moet een beroep worden gedaan op het experimenteerartikel in de Wet op de jeugdzorg. Essentieel is dan dat er een plan is opgesteld met Bureau Jeugdzorg Noord-Holland (BJZ) hoe de procedure verloopt als er geen indicatie door BJZ wordt gesteld, hoe en door welke instantie er wordt doorverwezen naar jeugdzorg, hoe BJZ hier nog bij is betrokken (bijvoorbeeld mandatering, advies, deskundigheidsbevordering) en hoe toezicht wordt gehouden op de veiligheid van kinderen (risicotaxatie).