Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSVERORDENING, ter uitvoering van artikel 8 van de Vergunningslandsverordening |
Citeertitel | Uitvoeringsverordening van de Vergunningslandsverordening |
Vastgesteld door | regering en Staten gezamenlijk |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Vergunningslandsverordening, artikel 8
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Geconsolideerde tekst (GT) | 21-02-2013 AB 2013, GT no. 71 | Onbekend | ||
09-07-1977 | 15-04-1977 | Nieuwe regeling | 15-04-1976 AB 1976, no. 5 | onbekend |
Om voor een koffiehuisvergunning, sociëteitvergunning, bierhuisvergunning, restaurantvergunning A, restaurantvergunning B of voor een ijshuisvergunning in aanmerking te kunnen komen, moet een lokaliteit voldoen aan de volgende eisen:
wanneer er in de wand tussen twee aan elkaar grenzende lokalen een open gedeelte is, worden die lokalen alleen dan als één geheel beschouwd, indien de opening niet door deuren of op andere wijze kan worden afgesloten, van de vloer af gemeten ten minste 2,50 meter hoog is en haar breedte ten minste de helft bedraagt van de breedte van de scheidingswand.
De gemiddelde hoogte van de lokaliteit of lokaliteiten, waarvoor vergunning is of wordt verleend, gerekend van de vloer tot de onderkant van de zoldering, van het plafond of van de bekapping, zo deze als zoldering dient, mag niet minder zijn dan 3 meter.
Ten minste één wand van de lokaliteit, waarvoor vergunning is of wordt verleend, moet buitenwand zijn over de volle afmeting, die de lokaliteit aan de zijde van die wand heeft.
De lokaliteit waarvoor vergunning wordt of is verleend moet voorts voldoen aan de volgende eisen:
de inrichting moet aangesloten zijn op het waterleiding- en elektriciteitsnet;indien aansluiting op het waterleidingnet redelijkerwijs van de betrokkene niet kan worden gevergd, moet een andere, door de Inspectiedienst Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid, hierna te noemen: de Inspectiedienst, goed te keuren, watervoorziening worden toegepast;
In de inrichting moeten er deugdelijke toiletgelegenheden zijn, die voldoen aan de volgende eisen:
er moeten ten behoeve van de bezoekers voor mannen en voor vrouwen afzonderlijk, volledig gescheiden toiletgelegenheden zijn. Deze toiletgelegenheden mogen niet rechtstreeks met de keuken of met een voor het publiek toegankelijke lokaliteit in verbinding staan, doch moeten niettemin van daaruit op gemakkelijke wijze te bereiken zijn. De toiletten moeten steeds in zindelijke staat worden gehouden;
alle toiletten, urinoirs en andere sanitaire inrichtingen moeten, waar mogelijk, aangesloten zijn op het waterleidingnet, voorzien zijn van afvoer met stankbocht naar beerput of riool en afdoende van de vergunningslokaliteiten afgesloten zijn;indien aansluiting op het waterleidingnet redelijkerwijs van de betrokkene niet kan worden gevergd, moet een andere, door de Inspectiedienst goed te keuren watervoorziening worden toegepast;
Indien de voorgeschreven ventilatieopeningen ontbreken, moet in de lokaliteit waarvoor vergunning wordt of is verleend, aanwezig zijn een elektrische ventilator met een middellijn van ten minste 0.50 meter, die in verbinding staat met de buitenlucht, of een andere doeltreffende inrichting voor toetreding van buitenlucht.
In een lokaliteit waarvoor een vergunning wordt of is verleend, mogen niet aanwezig zijn vaste of verplaatsbare schotten, schermen, gordijnen of andere afscheidingen, hoger dan 1.25 meter van de vloer af gemeten, die van de lokaliteit een deel afzonderen.
De lokaliteit waarvoor vergunning wordt of is verleend, moet uitsluitend voor de uitoefening van het bedrijf krachtens een koffiehuisvergunning, sociëteitvergunning, , bierhuisvergunning, restaurantvergunning A, restaurantvergunning B of voor een ijshuisvergunning zijn ingericht en worden gebruikt.
Om voor een hotelvergunning, of een logementvergunning in aanmerking te komen moet een hotel of logement voldoen aan de eisen, omschreven in de artikelen 9 tot en met 15.
In het hotel of logement moet bovendien, kennelijk uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve van de logeergasten, aanwezig zijn een lokaliteit, waarin desgevraagd de maaltijd kan worden gebruikt.
De in artikel 9, eerste en tweede lid, bedoelde slaapkamers moeten door ventilatieopeningen of beweegbare ramen, deuren of bovenlichten, rechtstreeks in verbinding staan met de buitenlucht, met dien verstande dat de gezamenlijke doorlaatruimte niet minder mag bedragen dan een tiende deel van de vloeroppervlakte van die kamers. Deuren worden niet meegerekend, met uitzondering van de daarin eventueel aanwezige ventilatieopeningen.
In elke slaapkamer, bedoeld in artikel 9, eerste en tweede lid, moeten ten minste aanwezig zijn een voor onmiddellijk gebruik gereed zijnd bed met toebehoren, een vaste wasgelegenheid voor zover mogelijk aangesloten op het waterleidingnet, en in een slaapkamer onmisbaar te achten meubelen en voorwerpen.
In elke slaapkamer moet ten minste 6 m² vloeroppervlakte zijn. Indien een slaapkamer voor meer dan één persoon bestemd en ingericht is, moet daarin per persoon ten minste 5 m² vloeroppervlakte zijn.
Voor elke sekse afzonderlijk moet in een logement, dat vier tot negen bedden heeft, ten minste één toiletgelegenheid aanwezig zijn; in een hotel dat tien tot 19 bedden heeft, ten minste twee toiletgelegenheden; in een hotel dat 20 tot 29 bedden heeft, ten minste drie toiletgelegenheden en zo vervolgens.
Alle sanitaire inrichtingen, zoals toiletten, urinoirs, badkamers enzovoorts, dienen, voor zover daartoe gelegenheid bestaat, te zijn aangesloten op het waterleidingnet en voorzien te zijn van een afvoer met stankbocht naar beerput of riool. De vloeren van deze sanitaire inrichtingen dienen betegeld te zijn, alsook de wanden tot op een hoogte van ten minste 1.60 meter.
Voor de bereiding van spijzen in de onder I en II van deze landsverordening bedoelde inrichtingen moet een afzonderlijke keuken, geheel afgescheiden van de overige lokaliteiten, aanwezig zijn.
De keuken van een restaurant, hotel, logement of sociëteit, laatstgenoemde inrichting voor zover deze over een keuken beschikt, moet voldoen aan de volgende eisen;
De minister kan, in overleg met de Inspectiedienst, ten aanzien van de eisen betreffende ventilatie en ventilatieopeningen, gesteld aan inrichtingen als bedoeld onder I, II en III, ontheffing verlenen voor luchtgekoelde (zogenaamde "Air-conditioned”) lokaliteiten.
Van ieder van de bepalingen in de artikelen 1, onder b, 2, 3, 4, 5, 6, 9, leden 3 en 4, 10, 12 tot en met 15 kan, op schriftelijk verzoek, al dan niet voor een bepaalde tijd, ontheffing worden verleend door de minister . Op een verzoek om ontheffing van de bepalingen in de artikelen 1, onder b, 2, 3, 4, 5, 6, 12, 13 en 15 beslist de minister na ingewonnen schriftelijk advies van de Inspectiedienst.
De minister kan ontheffing verlenen van de bepaling in artikel 17, uitsluitend voor wat betreft een restaurantvergunning B, indien de bereiding van de spijzen zodanig eenvoudig geschiedt, dat redelijkerwijze van de betrokkene geen afzonderlijke keuken kan worden gevergd.