Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSVERORDENING tot het heffen van een belasting op motorrijtuigen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING tot het heffen van een belasting op motorrijtuigen
CiteertitelMotorrijtuigbelastingverordening
Vastgesteld doorMinister van Financiën
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-04-2016art. 1, 6, 16, 18

18-03-2016

AB, 2016, 14

Onbekend.
30-05-201530-04-2016Art. 25

17-04-2015

AB 2015, no. 9

onbekend
10-10-201030-05-2015geconsolideerde tekst (GT)

21-02-2013

AB 2013, GT no. 35

onbekend
01-01-2000onbekend

21-12-1999

AB 1999, no. 33

onbekend
01-01-1988

15-12-1987

A.B. 1987, no. 10

01-01-1985

27-09-1984

A.B. 1984, no. 14

01-07-1984

06-06-1984

A.B. 1984, no. 12

01-01-1979

22-12-1978

A.B. 1978, no. 19

01-12-197801-01-1978

24-11-1978

A.B. 1978, no. 18

01-01-1974nieuwe regeling

30-10-1973

A.B. 1973, no. 11

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING tot het heffen van een belasting op motorrijtuigen

 

 

Artikel 1

Voor de toepassing van deze landsverordening en de ter uitvoering daarvan gegevenvoorschriften wordt verstaan onder:

  • a.

    de Inspecteur: de Inspecteur, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, van de Algemene landsverordening landsbelastingen.

  • b.

    de minister: de Minister van Financiën;

  • c.

    [vervallen]

  • d.

    motorrijtuigen: alle rij- en voertuigen, bestemd om uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het rij- of voertuig zelf aanwezig, te worden voortbewogen;

  • e.

    zware motorrijtuigen: loaders, trekkers, motorgraders, scrapers, backhoeloaders, kranen, tractors, betontrucks, asfalttrucks, gasoline tankwagens, boortrucks, walsen en vorkheftrucks;

  • f.

    openbare weg: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen en paden. De in de wegen of paden liggende bruggen en duikers maken daarvan deel uit. De tot de wegen behorende paden en bermen maken deel uit van de wegen;

  • g.

    werkdagen: andere dagen dan zondagen en daarmee gelijkgestelde dagen.

Artikel 2

Onder de naam "motorrijtuigbelasting" wordt een belasting geheven op motorrijtuigen, waarmee van de openbare weg gebruik wordt gemaakt.

Artikel 3

Belastingplichtig is degene die het motorrijtuig houdt. De belasting is verschuldigd over het gehele belastingjaar. Het belastingjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 4
  • 1.

    De belasting voor een motorrijtuig op drie of meer wielen bedraagt per jaar: NAf 275,- of, indien voortbewogen door een diesel- of gasmotor: NAf 750,-.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt de belasting voor een motorrijtuig op drie of meer wielen:

    • a.

      zijnde een taxi als bedoeld in artikel 1, onder d, van de Landsverordening Personenvervoer en voortbewogen door een diesel- of gasmotor: NAf 550,—;

    • b.

      zijnde een verhuurauto als bedoeld in artikel 1, onder f, van de Landsverordening personenvervoer: NAf 300,- of, indien voortbewogen door een diesel- of gasmotor: NAf 750,-;

    • c.

      zijnde een autobus, als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Landsverordening personenvervoer ingericht voor het vervoer van 35 personen of minder, de bestuurder daaronder niet begrepen en voortbewogen door een diesel- of gasmotor: NAf 550,-;

    • d.

      ingericht voor het vervoer van 36 personen of meer, de bestuurder daaronder niet begrepen: NAf 1.250,-;

    • e.

      zijnde een vrachtauto als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wegenverkeersverordening, met een maximaal toegestaan gewicht van meer dan 3.500 kg (7.700): NAf 1.250,-;

    • f.

      zijnde een zwaar motorrijtuig als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wegenverkeersverordening: NAf 1.250,-.

  • 3.

    De belasting voor een motorrijtuig op twee wielen, al dan niet met zijspan, bedraagt per jaar NAf: 200,-.

  • 4.

    In afwijking van het derde lid bedraagt de belasting voor een rijwiel met hulpmotor als bedoeld in artikel 1, onder e, van de Wegenverkeersverordening per jaar NAf: 50,-.

Artikel 5
  • 1.

    Voor motorrijtuigen is als de belastingplicht aanvangt in het tweede, derde of vierde kwartaal, de belasting verschuldigd respectievelijk ten bedrage van 75%, 50% of 25% van hetgeen over een vol jaar verschuldigd zou zijn.

  • 2.

    Voor de motorrijtuigen als bedoeld in artikel 4, derde en vierde lid is, in afwijking van het eerste lid, indien de belastingplicht aanvangt in het tweede halfjaar, de belasting verschuldigd ten bedrage van de helft van hetgeen over een vol jaar verschuldigd zou zijn.

  • 3.

    Bij vervanging van een motorrijtuig in de loop van het belastingjaar door een ander, waarvoor een hoger belastingtarief geldt, wordt de meer verschuldigde betaling berekend over de nog niet verstreken kwartalen van het belastingjaar.

  • 4.

    Het bepaalde in het eerste en tweede lid is niet van toepassing op motorrijtuigen op drie of meer wielen, met accommodatie voor maximaal veertien personen en bestemd voor het openbaar vervoer.

Artikel 6
  • 1.

    De belanghebbende die bezwaar heeft tegen het bedrag dat van hem aan belasting wordt geheven op grond van de vorige artikelen, kan binnen twee maanden na de betaling van de belasting een gemotiveerd bewaarschrift indienen bij de Inspecteur. De Inspecteur beslist daarop en verleent eventueel restitutie van teveel betaalde belasting.

  • 2.

    Van de teruggaaf wordt aantekening gesteld op het in artikel 8 bedoelde ontvangstbewijs.

  • 3.

    Tegen de beslissing, bedoeld in het eerste lid, kan de belanghebbende binnen twee maanden na dagtekening van het afschrift van die beslissing, beroep instellen bij het Gerecht, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Landsverordening op het beroep in belastingzaken.

Artikel 7
  • 1.

    De belasting wordt geheven door middel van nummerplaten dan wel, indien in een voorgaand jaar reeds nummerplaten zijn verstrekt die voor het lopende belastingjaar nog geldig zijn, door middel van bij die nummerplaten behorende controlestickers geldend voor een bepaald belastingjaar, die tegen betaling van de belasting en van de voor de nummerplaten of controlestickers vastgestelde vergoeding worden uitgegeven door de Ontvanger.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid wordt de belasting voor motorrijtuigen, die tot het internationaal verkeer op de openbare weg zijn toegelaten, geheven tegen afgifte van het in artikel 8 bedoelde ontvangstbewijs.

Artikel 8
  • 1.

    Ter zake van de betaling van de belasting wordt door de Ontvanger aan de belanghebbende tevens een ontvangstbewijs afgegeven en wordt door hem in zijn administratie aantekening gehouden van de gedane betaling met vermelding van:

    • a.

      de naam en de woonplaats van de houder van het motorrijtuig door wie of ten wiens name wordt betaald;

    • b.

      het nummer van de afgegeven nummerplaten;

    • c.

      het type, merk en bouwjaar van het motorrijtuig, behoudens in geval belasting wordt betaald op grond van het bepaalde in de artikelen 14 en 15;

    • d.

      de soort en het nummer van de motor in het motorrijtuig geplaatst, behoudens ingeval belasting wordt betaald op grond van het bepaalde in de artikelen 13, 14 en 15;

  • 2.

    Op verzoek van de belanghebbende geeft de Ontvanger van het in het eerste lid bedoelde ontvangstbewijs een afschrift af, dat voor de toepassing van deze landsverordening voor het oorspronkelijke in de plaats treedt.

  • 3.

    Het in het eerste lid bedoelde ontvangstbewijs moet gedurende het rijden met het voertuig op de openbare weg in het voertuig aanwezig zijn en op eerste vordering van de ambtenaren, belast met het toezicht op de naleving en met het opsporen van de overtredingen van deze landsverordening, ter inzage worden afgegeven.

  • 4.

    In afwijking van het bepaalde in het derde lid dient in het motorrijtuig, welk wordt vervoerd of waarmee wordt proef gereden ingevolge de bepalingen in de artikelen 13, 14 en 15, aanwezig te zijn een door de handelaar of door de onderneming/ondernemer afgegeven, deugdelijk en naar waarheid ingevuld formulier, waarvan het model bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt vastgesteld. Met betrekking tot het vervoer en het proefrijden kunnen bij dit besluit nadere voorwaarden worden gesteld.

Artikel 9
  • 1.

    De minister stelt voor elk belastingjaar vast welke nummerplaten en controlestickers zijn vereist, met bepaling van de kleur, de nummerreeksen, de kentekenen en verdere bijzonderheden voor de te gebruiken nummerplaten en controlestickers.

  • 2.

    De minister stelt voor elk belastingjaar de voor de nummerplaten of controlestickers verschuldigde vergoeding vast.

  • 3.

    Een besluit ter uitvoering van het eerste of tweede lid wordt bekendgemaakt.

Artikel 9a

In de volgende artikelen van deze verordening wordt onder nummerplaten telkens begrepen de bij de nummerplaten behorende controlestickers, tenzij kennelijk alleen nummerplaten zijn bedoeld.

Artikel 10

leder motorrijtuig, waarmee van de openbare weg gebruik wordt gemaakt, behalve een motorrijtuig als bedoeld in artikel 7, tweede lid en artikel 17, onder c en d, dient voorzien te zijn van het voor elke categorie ingevolge artikel 9 vastgestelde aantal geldige nummerplaten.

Artikel 11
  • 1.

    De nummerplaten dienen voor elk belastingjaar vanaf de eerste werkdag van de maand januari tot en met de laatste dag van de maand februari tegen betaling van het daarvoor verschuldigde bedrag te worden aangevraagd en opgehaald bij de Ontvanger.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing, indien de belastingplicht aanvangt na de maand maart van het belastingjaar.

  • 3.

    Aan degene, die op grond van enig artikel in deze landsverordening is vrijgesteld van de belastingplicht, wordt voor het motorrijtuig waarvoor de belasting geldt, kosteloos een nummerplaat verstrekt.

  • 4.

    Vanaf 1 maart van elk belastingjaar dienen de nieuwe nummerplaten op de daartoe aangegeven wijze op het motorrijtuig te zijn bevestigd.

Artikel 12
  • 1.

    Vanaf de eerste werkdag van de maand januari van het belastingjaar wordt aan de houder van een motorrijtuig na betaling van de verschuldigde belasting en het voor de nummerplaat of nummerplaten verschuldigde bedrag, het voor elk motorrijtuig bepaalde aantal nummerplaten op het kantoor van de Ontvanger verstrekt, zo mogelijk aangevende hetzelfde nummer, dat in het voorgaande belastingjaar door de houder is gevoerd.

  • 2.

    De houder van een motorrijtuig is gehouden om bij betaling der belasting over te leggen een geldig bewijs van verzekering, zoals bedoeld in artikel 11 eerste lid van de Landsverordening aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen, een geldige keuringskaart als bedoeld in de Verordening keuring motorrijtuigen alsook zodanig bescheiden als de Ontvanger nodig oordeelt voor de vaststelling van het belastingbedrag en de bepaling van de soort en het aantal van de af te geven nummerplaten.

  • 3.

    Op tijdig verzoek kan aan belanghebbende in de maand januari een ander of in latere maanden hetzelfde nummer als in het voorgaande belastingjaar gevoerd, worden uitgereikt.

Artikel 13
  • 1.a.

    Aan de handelaren in motorrijtuigen, die over een verkooplokaal beschikken, kan de Ontvanger op schriftelijk verzoek, tegen betaling van belasting naar de tarieven, vermeld in artikel 4 en van de prijs der platen, nummerplaten uitreiken tot ten hoogste een aantal, gelijk aan het aantal merken dat zij vertegenwoordigen, met dien verstande echter dat elke nummerplaat uitsluitend mag worden gebezigd op het merk waarvoor hij werd afgegeven.

  • b.

    De ingevolge dit lid uitgereikte nummerplaten zijn slechts geldig op werkdagen tussen 06:00 en 18:00 uur.

  • c.

    Zij mogen uitsluitend worden gebruikt om, in verband met het bedrijf van de handelaren, motorrijtuigen die tot hun handelsvoorraad behoren, op de openbare weg te vervoeren of te beproeven.

  • d.

    In dit geval is belasting verschuldigd slechts voor zoveel motorrijtuigen als nummerplaten aan de handelaren zijn uitgereikt.

  • e.

    Voor de toepassing van dit artikel worden nummerplaten, die op grond van het in artikel 9 bedoelde besluit in meervoud worden uitgereikt, als één plaat aangemerkt.

  • 2.

    In het verzoek dienen het merk of de merken die worden vertegenwoordigd en de plaatsen waar de verkooplokalen zijn gelegen te worden opgegeven.

  • 3.

    Bij gebleken misbruik van een op voet van dit artikel verstrekte nummerplaat kan de Ontvanger het betreffende nummer intrekken. De intrekking wordt bij aangetekend schrijven, onder opgave van redenen, ter kennis van belanghebbende gebracht, die binnen tweemaal vierentwintig uur de betrekkelijke platen dient in te leveren.

  • 4.

    Bezwaren tegen de intrekking alsmede tegen niet - of gedeeltelijke inwilliging van het in het eerste lid bedoelde verzoek, kunnen schriftelijk onder opgave van redenen, binnen één maand nadat de beslissing ter kennis van belanghebbende is gekomen, bij de minister worden ingediend, die in hoogste instantie beslist.

Artikel 14
  • 1.

    Aan handelaren, als in artikel 13 bedoeld, die mede of uitsluitend motorrijtuigen verhandelen waarvan zij de merken niet vertegenwoordigen, kan de Ontvanger op schriftelijk verzoek tegen betaling van de belasting naar de tarieven, vermeld in artikel 4 en van de prijs van de platen, nummerplaten uitreiken tot een aantal van ten hoogste twee, met dien verstande echter dat elke nummerplaat uitsluitend mag worden gebezigd op tot hun handelsvoorraad behorende motorrijtuigen waarvan de handelaren het merk niet vertegenwoordigen.

  • 2.

    Het bepaalde in artikel 13, eerste lid, sub b tot en met e, en tweede tot en met vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 15
  • 1.

    Aan bedrijven en of personen, die over een lokaliteit tot het verrichten van reparaties aan motorrijtuigen beschikken, kan de Ontvanger op schriftelijk verzoek tegen betaling van belasting naar de tarieven vermeld in artikel 4 en van de prijs der platen, nummerplaten uitreiken tot een aantal van ten hoogste twee, met dien verstande echter dat elke nummerplaat uitsluitend gebezigd mag worden om motorrijtuigen, die aan deze bedrijven of personen ter reparatie zijn afgegeven en die ten tijde van de afgifte niet van geldige nummerplaten waren voorzien, op de openbare weg te vervoeren of te beproeven.

  • 2.

    In het verzoek dienen de plaats of plaatsen, waar de lokaliteiten tot het verrichten van reparatiewerkzaamheden aan deze motorrijtuigen zijn gelegen, te worden opgegeven.

  • 3.

    Het bepaalde in artikel 13, eerste lid sub b, d en e, derde en vierde lid, is van toepassing.

Artikel 16
  • 1.

    Anderen dan handelaren in motorrijtuigen - en ook deze handelaren voor wat betreft motorrijtuigen, niet behorende tot hun handelsvoorraad - die een motorrijtuig, dat niet of nog niet in gebruik is, voor een bepaald doeleinde op de openbare weg willen vervoeren of beproeven, zijn verplicht zich tot de Ontvanger te wenden, die, tenzij het hem blijkt, dat het een poging betreft tot belastingontduiking, voor dat doel kosteloos een nummerplaat of platen afstaat, terwijl hij het tijdstip, waarop deze op zijn kantoor moet of moeten worden terugbezorgd, vaststelt.

  • 2.

    In zeer bijzondere gevallen kan de Ontvanger ook aan de handelaren in motorrijtuigen, voor wat betreft motorrijtuigen behorende tot hun handelsvoorraad, een nummerplaat of- platen, als bedoeld in het eerste lid, afstaan.

  • 3.

    Van een afwijzende beslissing van de Ontvanger kan de belanghebbende onder opgave van redenen, binnen twee maanden na dagtekening van het afschrift van de beschikking, in beroep komen bij de minister die in hoogste instantie beslist.

  • 4.

    Bij niet terugbezorging binnen de voorgeschreven termijn of bij niet terugbezorging in goede staat op het Ontvangerskantoor van de nummerplaat of -platen, wordt de in het eerste of tweede lid bedoelde persoon de prijs van de plaat of platen in rekening gebracht en wordt voorts het betrekkelijke nummer ingetrokken, welke intrekking de Ontvanger schriftelijk ter kennis van de betrokken persoon brengt.

Artikel 17

Van de belasting zijn vrijgesteld:

  • a.

    motorrijtuigen, welke worden gehouden door de Gouverneur, mits zij in hoofdzaak zijn bestemd voor officieel gebruik;

  • b.

    motorrijtuigen, welke worden gehouden door consuls en consulaire ambtenaren van vreemde mogendheden, mits zij vreemdeling zijn en overigens binnen Sint Maarten geen beroep of bedrijf uitoefenen, onder voorwaarde van wederkerigheid;

  • c.

    in Nederland of in staten, aangesloten bij het Verdrag van Geneve van de 19e September 1949 nopens het wegverkeer ingeschreven motorrijtuigen, gehouden door in Nederland of in voormelde staten wonende of gevestigde personen, onder voorwaarde van wederkerigheid;

  • d.

    [vervallen]

  • e.

    motorrijtuigen die naar hun aard zijn bestemd om elders dan op de openbare weg te worden gebruikt.

Artikel 18
  • 1.

    Hij die op grond van het bepaalde in artikel 17, onder a, b en e, recht heeft op vrijstelling van de belasting, moet zich ter ontvangst van nummerplaten schriftelijk wenden tot de Ontvanger, die deze nummerplaten eerst uitgeeft nadat hem het recht op vrijstelling zal zijn gebleken.

  • 2.

    Van een afwijzende beslissing van de Ontvanger kan de belanghebbende binnen twee maanden na dagtekening van het afschrift van de beslissing in beroep komen bij de minister, die in hoogste instantie beslist.

Artikel 19

[vervallen]

Artikel 20
  • 1.

    Hij die een motorrijtuig waarvoor de opvorderbare belasting over het lopende belastingjaar is betaald, vervangt door een ander motorrijtuig is verplicht het hem uitgereikte ontvangstbewijs, bedoeld in artikel 8, eerste lid, ter wijziging aan de Ontvanger aan te bieden.

  • 2.

    Nadat van de vervanging in de administratie van de Ontvanger aantekening is gehouden en na toepassing, zo nodig van artikel 5, derde lid, wordt hem het overeenkomstig de gewijzigde omstandigheden veranderde ontvangstbewijs teruggegeven.

  • 3.

    Nadat aan de verplichting, vermeld in het eerste lid is voldaan, kunnen de voor het afgeschafte motorrijtuig uitgegeven nummerplaten op het in gebruik te nemen motorrijtuig worden overgebracht.

  • 4.

    Ingeval krachtens artikel 9 voor het nieuwe motorrijtuig andere nummerplaten zijn vereist worden in afwijking van het derde lid, tegen betaling nieuwe nummerplaten uitgereikt na inlevering van de oude nummerplaten.

  • 5.

    Wanneer de betaling voor het vervangende motorrijtuig lager is dan de voor het afgeschafte motorrijtuig betaalde belasting, wordt op verzoek van de belanghebbende door of namens de minister teruggaaf verleend van het verschil, berekend over de nog niet ingetreden kwartalen van het belastingjaar, mits het terug te geven bedrag ten minste NAf 5,00 bedraagt. Het eerste, tweede, vierde en vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing ingeval een motorrijtuig voor het openbaar personenvervoer wordt bestemd.

Artikel 21

Bij overdracht of overname van een motorrijtuig, waarvoor de opvorderbare belasting over het lopende belastingjaar is voldaan, mogen de nummerplaten niet mede worden overgedragen.

Artikel 22
  • 1.

    Bij onleesbaar of onbruikbaar geraken van één of beide nummerplaten dient of dienen deze, op eerste aanzegging vanwege de politie, op het Ontvangerskantoor, onder intrekking van het desbetreffende nummer, te worden ingeleverd ter vervanging door andere, die tegen betaling worden uitgereikt.

  • 2.

    Bij verlies of vermoedelijke ontvreemding van één of beide nummerplaten worden, mits hiervan bij de politie aangifte is gedaan en het verlies of de ontvreemding voldoende aannemelijk is gemaakt, zo mogelijk tegen inlevering van het overgebleven exemplaar van de oorspronkelijk uitgereikte platen, andere tegen betaling uitgereikt, dan wel op schriftelijk verzoek van de betrokkene door of namens de minister ontheffing of teruggaaf verleend van de belasting over de op het tijdstip van indiening van het verzoek nog niett ingetreden kwartalen.

  • 3.

    Van de ingevolge de voorgaande leden ingetrokken nummers wordt door de Ontvanger maandelijks aan de politie kennis gegeven.

  • 4.

    Ter zake van het nieuw uitgegeven nummer wordt namens de Ontvanger op het bij de betaling van de belasting afgegeven ontvangstbewijs, alsmede in zijn administratie een aantekening gesteld.

Artikel 23
  • 1.

    Aan hem wiens belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt op zijn verzoek, mits hij daarbij de uitgereikte nummerplaat of -platen en het in artikel 8, eerste lid, bedoeld ontvangstbewijs inlevert, door of namens de minister ontheffing of teruggaaf verleend over de op het tijdstip van inlevering nog niet ingetreden kwartalen.

  • 2.

    Teruggaaf van belasting over reeds ingetreden of verstreken kwartalen kan door of namens de minister worden verleend indien ten gevolge van dwaling of verschoonbaar verzuim, de in het eerste lid vermelde nummerplaat of- platen en het ontvangstbewijs niet tijdig worden ingediend.

Artikel 24

Het Hoofd van de afdeling Financiën kan teruggaaf verlenen van teveel of ten onrechte betaalde belasting, zolang niet sinds de aanvang van het belastingjaar drie jaren zijn verstreken.

Artikel 24a

Ingesteld wordt een fonds, genaamd Wegenfonds, ten behoeve van de aanleg, het onderhoud en de beveiliging van de door Sint Maarten beheerde en te beheren wegen en het daarop aanbrengen van verkeerstekens. Bij landsverordening worden nadere regels vastgesteld betreffende de instelling en het beheer van het fonds.

Artikel 25
  • 1.

    Met een geldboete van de eerste categorie wordt gestraft:

    • a.

      hij, die op de openbare weg als bestuurder optreedt van een motorrijtuig, dat niet of niet zichtbaar en leesbaar voorzien is van de voorgeschreven geldige nummerplaten of waaraan zodanige voorwerpen zijn aangebracht, dat daardoor de indruk wordt gewekt, dat de nummerplaten afwijken van de voorgeschreven geldige nummerplaten;

    • b.

      hij, die op de openbare weg als bestuurder optreedt van een motorrijtuig zonder dat daarvoor de verschuldigde en opvorderbare belasting is voldaan;

    • c.

      hij, die houder is van een motorrijtuig, waarmee van de openbare weg gebruik wordt gemaakt, zonder dat daarvoor de verschuldigde en opvorderbare belasting is betaald;

    • d.

      hij, die op de openbare weg als bestuurder optreedt van een motorrijtuig gebruikmakend van nummerplaten, afgegeven op grond van de artikelen 13, 14 of 15 zonder in het bezit te zijn van het deugdelijk en naar waarheid ingevulde formulier, bedoeld in artikel 8, vierde lid.

  • 2.

    Hij, die in strijd handelt met enige andere bepaling van deze verordening wordt met een geldboete van de eerste categorie gestraft.

Artikel 26

De feiten, bij het vorige artikel strafbaar gesteld, worden beschouwd als overtredingen.

Artikel 27
  • 1.

    De met het toezicht op de naleving en met het opsporen van overtredingen van de bepalingen van deze verordening aangewezen personen zijn bevoegd ieder motorrijtuig dat zij op de openbare weg aantreffen, te onderzoeken en de bestuurder te doen stilhouden.

  • 2.

    Bij ontdekking van een overtreding zijn zij bevoegd het betreffende motorrijtuig, namens de Ontvanger, in bewaring te nemen. Het motorrijtuig wordt teruggegeven zodra aan de bepalingen van deze verordening is voldaan.

Artikel 28
  • 1.

    Tot het opnemen, onderzoeken en in bewaring nemen van de onder deze verordening vallende motorrijtuigen hebben de met het toezicht op de naleving en met het opsporen van overtredingen van de bepalingen van deze verordening belaste ambtenaren toegang tot alle terreinen en bergplaatsen.

  • 2.

    Indien hun de toegang wordt geweigerd, verschaffen zij zich die desnoods met inroeping van de sterke arm.

  • 3.

    Is de hier bedoelde plaats tevens een woning of is deze alleen door een woning toegankelijk, dan treden zij de woning tegen de wil van de bewoner niet binnen, dan in het bijzijn van de rechter-commissaris of een hulpofficier van Justitie.

  • 4.

    Van dit binnentreden wordt door de ambtenaar binnen twee maal 24 uur proces-verbaal opgemaakt, dat aan degene wiens woning is binnengetreden, in afschrift wordt toegezonden.

Artikel 29

Deze verordening is niet van toepassing op motorrijtuigen van de Koninklijke Marine in Sint Maarten.

Artikel 30

Deze verordening kan worden aangehaald als "Motorrijtuigbelastingverordening".

Artikel 31
  • 1.

    [regelt de inwerkingtreding]

  • 2.

    [vervallen]