Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSVERORDENING regelende de heffing en invordering van precariorechten en retributie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING regelende de heffing en invordering van precariorechten en retributie
CiteertitelPrecariorechten- en retributieverordening
Vastgesteld doorMinister van Financiën
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-04-2016art. 18

18-03-2016

AB, 2016, 14

Onbekend.
30-05-201530-04-2016Art. 22

17-04-2015

AB 2015, no. 9

onbekend
10-10-201030-05-2015geconsolideerde tekst (GT)

21-02-2013

AB 2013, GT no. 37

onbekend
28-07-2010onbekend

26-07-2010

AB 2010, no. 27

onbekend
11-07-2007

26-06-2007

A.B. 2007, no. 15

onbekend
25-05-200401-03-2004

24-05-2004

A.B. 2004, no. 12

onbekend
01-12-2002art. 4, 5, 7, 8, 10, 13, 14, 15, 16, 19, 23

02-09-2002

A.B. 2002, no. 18

onbekend
01-01-1997

19-12-1996

A.B. 1996, no. 46

onbekend
01-10-1994Nieuwe regeling

09-05-1994

A.B. 1994, no. 12

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING, regelende de heffing en invordering van precariorechten en retributie

 

 

Artikel 1 aard van de heffing en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam "precariorechten" worden rechten geheven ter zake van het gebruik van de openbare weg of openbaar water wegens het hebben van voorwerpen onder, in, op, aan of boven de openbare weg of openbaar water, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2.

    Onder de naam “retributie” wordt een recht geheven ter zake van het gebruik of genot van de voor de openbare dienst bestemde werken, bezittingen of inrichtingen, dan wel wegens door of vanwege Sint Maarten aan derden bewezen diensten.

Artikel 2 begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    [vervallen]

  • b.

    [vervallen]

  • c.

    de minister: de Minister van Financiën;

  • d.

    het Hoofd van de afdelingFinanciën: de functionaris of de ambtenaar belast met de leiding van deze afdeling;

  • e.

    [vervallen]

  • f.

    dag: de periode van 0:00 uur tot 24:00 uur waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • g.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • h.

    maand : aaneengesloten periode van 30 dagen;

  • i.

    jaar: een aaneengesloten periode van 360 dagen.

Artikel 3 belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de in artikel 1 vermelde dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 tarieven

  • 1.

    De precariorechten en retributie worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de precariorechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 wijze van heffing

De precariorechten en retributie worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota af andere schriftuur.

Artikel 6 tarief, tijdvak en maatstaf van heffing

Het tarief, het tijdvak en de maatstaf van heffing zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 7 tijdstip van betaling

De precariorechten en retributie moeten worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 8 naheffing

  • 1.

    Indien de diensten, genoemd in deze verordening niet zijn aangevraagd, maar wel zijn verleend, of de aanvraag is gebaseerd op onjuiste gegevens, en als gevolg daarvan geen of te weinig precariorechten en retributie zijn betaald, kan de minister de niet betaalde, onderscheidenlijk de te weinig geheven precariorechten en retributie naheffen van de belastingplichtige, zijn erfgenamen of rechtverkrijgende, en van bestuursleden, ingeval de belastingplichtige een vennootschap, vereniging of stichting betreft, worden nageheven, zolang niet sedert de datum waarop de precariorechten en retributie, krachtens de bepalingen van deze verordening waren verschuldigd, drie jaren zijn verstreken.

  • 2.

    Het ingevolge het eerste lid na te heffen bedrag wordt verhoogd met 50% van het oorspronkelijk te betalen precariorechten en retributie.

Artikel 9

De vordering van wegens heffing onderscheidenlijk naheffing verschuldigde bedragen geschiedt door of namens de Ontvanger, op grond van hem door of namens het Hoofd van de afdeling Financiën bij het bestuurskantoor ter hand gestelde machtigingen tot ontvangst.

Artikel 10
  • 1.

    Aan hen, van wie vermoed wordt dat zij enig precariorecht of enige retributie verschuldigd zijn krachtens de bepalingen van deze landsverordening, kunnen aangifteformulieren worden toegezonden, waarvan het model wordt vastgesteld door of vanwege de minister.

  • 2.

    Zij die een formulier, als in het vorig lid bedoeld hebben ontvangen zijn verplicht dit formulier binnen 14 dagen ingevuld en ondertekend in te leveren op het kantoor als in het formulier aangegeven.

Artikel 11 vrijstelling

Geen precariorecht wordt geheven voor:

  • a.

    het hebben van voorwerpen in, onder, aan, op of boven openbare grond of openbaar water door een publiekrechtelijk lichaam;

  • b.

    het hebben van palen en masten, kabels en leidingen in, onder, aan, op of boven openbare grond of openbaar water, voor zover deze voorwerpen bestemd zijn en gebruikt worden voor:

    • i.

      de ontvangst of verzending van telegrammen;

    • ii.

      de distributie van elektriciteit en zich bevinden in het desbetreffende concessiegebied en aangebracht zijn op last of met vergunning van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Infrastructuur;

    • iii.

      het tot stand brengen van telefoonverbindingen;

  • c.

    het hebben van voorwerpen in, onder, aan, op of boven openbare grond of openbaar water, welke aldaar ingevolge wettelijk voorschrift kosteloos of tegen een bij of krachtens dat voorschrift bepaalde vergoeding moeten worden gedoogd, dan wel aldaar op grond ven een voor de inwerkingtreding van deze landsverordening gepasseerde akte of gesloten schriftelijke overeenkomst, kosteloos of tegen een in die akte of overeenkomst uitgedrukte vergoeding bevinden;

  • d.

    het hebben van voorwerpen in, onder, aan, op of boven openbaar water welke reeds aanwezig waren op het tijdstip van overdracht in eigendom van de grond of het water aan Sint Maarten, mits in de desbetreffende akte wordt bepaald dat wegens het hebben van deze voorwerpen geen of een in die akte te vermelden jaarlijkse vergoeding wordt gevorderd;

  • e.

    het hebben van brievenbussen, wegwijzers, verkeersborden en dergelijke uitsluitend in het algemeen belang geplaatste voorwerpen;

  • f.

    het hebben van gedeeltelijk in of plat tegen de gevel aangebrachte borden, platen, uitstalkasten, reliëfs, letters of soortgelijke voorwerpen, tenzij het betreft lichtreclame of voorwerpen die meer dan 20 centimeters uitsteken boven openbare grond of openbaar water;

  • g.

    het hebben van over openbare grond of openbaar water uitstekende goten en dakranden, gevelbanden of randen en andere soortgelijke tot het gebouw behorende uitsteeksels;

  • h.

    het innemen van openbare grond of openbaar water of het hebben van voorwerpen in, onder, aan, op of boven openbare grond of openbaar water waarvoor krachtens enig ander wettelijk voorschrift betaling aan Sint Maarten dient te geschieden.

Artikel 12 politiedwang

Voorwerpen zich bevindende in, onder, aan, op of boven openbare grond of openbaar water, voor welke ten onrechte geen rechten worden betaald, kunnen zo mogelijk op kosten van de overtreder, door of vanwege de minister worden verwijderd, indien degene die ingevolge artikel 1 tot het betalen van het precariorecht gehouden is, na een desbetreffende vordering, weigert de voorwerpen te verwijderen.

Artikel 13 machtiging tot overdracht van bevoegdheden

De minister kan een of meer ambtenaren aanwijzen, die in zijn plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing en de invordering van de precariorechten en retributie.

Artikel 14 kwijtschelding

Bij de invordering van de precariorechten en retributie wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 15 teruggaaf

  • 1.

    Hij die ingevolge de belastingverordening aanspraak kan maken op de gehele of gedeeltelijke teruggaaf van precariorechten en retributie ter zake van een in de verordening omschreven dienst, kan binnen twee maanden nadat de omstandigheid welke die aanspraak deed ontstaan, zich heeft voorgedaan, een verzoekschrift tot het verkrijgen van teruggaaf indienen bij de minister.

  • 2.

    De minister beslist op het verzoek bij beschikking.

Artikel 16 ambtshalve vermindering

Indien ten onrechte precariorechten en retributie zijn betaald, kan het teveel betaalde bedrag, zo mogelijk na inlevering van het schriftelijk bewijs van de afgegeven vergunning of het verstrekte stuk, ambtshalve worden verminderd door de minister, met de inning van de precariorechten en retributie belast, zolang niet sinds de datum, waarop de precariorechten en retributie werden betaald, een jaar is verstreken.

Artikel 17 bezwaar

  • 1.

    Hij die bezwaar heeft tegen een heffingsaanslag als bedoeld in de artikelen 5, 7 en 8 of tegen een ingevolge enige bepaling van de verordening door de minister gedane beschikking, kan binnen twee maanden na de dagtekening van de heffingsaanslag of van het ter post bezorgde of uitgereikte afschrift van de beschikking een bezwaarschrift indienen bij de minister.

  • 2.

    De minister beslist op het bezwaarschrift zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee maanden na ontvangst bij gemotiveerd besluit en geeft bij aangetekende brief of gewaarmerkt ontvangstbewijs hiervan kennis aan belanghebbende.

  • 3.

    Het bezwaar schort de verplichting tot betaling van enige heffing niet op.

  • 4.

    Het besluit van de minister vermeldt, ingeval het bezwaar gegrond is bevonden, tevens het bedrag dat aan belanghebbende zal worden gerestitueerd of het bedrag dat zal worden verminderd van de heffing.

Artikel 18 beroep

Hij die bezwaar heeft tegen een ingevolge het vorige artikel gedane beslissing van de minister kan binnen twee maanden na de dagtekening van het afschrift van het besluit of die van het ontvangstbewijs in beroep komen bij het Gerecht, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Landsverordening op het beroep in belastingzaken.

Artikel 19 plicht tot het verstrekken van inlichtingen

  • 1.

    Een ieder is gehouden aan de minister:

    • a.

      de door deze gevorderde gegevens en inlichtingen te verstrekken welke voor de precariorechtenheffing of de retributieheffing te zijner aanzien van belang kunnen zijn;

    • b.

      boeken en andere bescheiden waarvan de kennisneming van belang kan zijn voor de vaststelling van de feiten, welke invloed kunnen uitoefenen op de precariorechtenheffing of de retributieheffing te zijner aanzien, desgevorderd ter inzage te verstrekken.

  • 2.

    Worden door de verordening aangelegenheden van een derde aangemerkt als aangelegenheden van hem die vermoedelijk belastingplichtig is, dan gelden, voor zover het deze aangelegen heden betreft, gelijke verplichtingen voor de derde.

Artikel 20
  • 1.

    De gegevens en inlichtingen dienen duidelijk, stellig en zonder voorbehoud te worden verstrekt, hetzij schriftelijk, hetzij mondeling, ter keuze van de minister en binnen een door deze te stellen termijn.

  • 2.

    Toegelaten moet worden, dat afschriften en uittreksels worden gemaakt van de boeken en andere bescheiden, waarvan krachtens artikel 19 inzage wordt verstrekt. De vorige volzin is van overeenkomstige toepassing op de afschriften en uittreksels van boeken en andere bescheiden die ter inzage worden verstrekt.

Artikel 21
  • 1.

    Hij die een gebouw of grond in gebruik heeft, is verplicht ten behoeve van ingevolge de verordening te verrichten opnemingen aan de minister en de door deze aangewezen deskundigen toegang te verlenen tot alle gedeelten van dat gebouw of van die grond.

  • 2.

    De toegang kan worden gevorderd op elke dag, met uitzondering van zondagen en algemeen erkende feestdagen, mits tussen acht uur in de voormiddag en zes uur in de namiddag.

  • 3.

    De gebruiker van het gebouw of de grond is verplicht desgevorderd de aanwijzingen te geven die voor de opneming en het onderzoek nodig zijn.

  • 4.

    De tot de toegang bevoegde personen treden de woningen tegen de wil van de bewoner niet binnen dan in het bijzijn van de rechter-commissaris, of van de Minister van Justitie, of van de officier van justitie of een van zijn hulpofficieren.

  • 5.

    Van het in het tweede lid bedoelde binnentreden wordt binnen twee maal vierentwintig uur proces-verbaal opgemaakt.

Artikel 22 strafsanctie

  • 1.

    Hij die handelt in strijd met het bepaalde in de artikelen 19, 20 en 21 van deze verordening wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

  • 2.

    De in het eerste lid strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtredingen.

Artikel 23

Van alle in deze landsverordening vermelde stukken die betrekking hebben op de heffing en de invordering van precariorechten en retributie worden vorm en richting vastgesteld door de minister, die tevens nadere uitvoeringsvoorschriften en instructies vaststelt.

Artikel 24 inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1.

    [vervallen]

  • 2.

    [regelt de inwerkingtreding]

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Precariorechten- en Retributieverordening.

PRECARIORECHTEN- EN RETRIBUTIE TARIEVENTABEL

PRECARIORECHTEN

  • I.

    Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, in, op, aan, of boven de openbare grond of openbaar water:

    • ·

      per dag NAf 0,50;

    • ·

      per week NAf 1,50;

    • ·

      per maand NAf 3,-;

    • ·

      per jaar NAf 20,- voor:

      • a.

        bouwmaterialen, puin of andere goederen per m2 en per week;

      • b.

        steigers en schuttingen, benodigd voor het verrichten van enig werk aan, in of onder openbare grond of water grenzende gebouwen of getimmerten per m2 aan de openbare dienst onttrokken grond/water;

      • c.

        tafeltjes, banken, stoelen of dergelijke voorwerpen voor cafés, restaurants en soortgelijke inrichtingen, per m2;

      • d.

        voor kiosken, automaten, tenten, stenen gebouwen, getimmerten of permanente of semi-permanente inrichtingen, bestemd of gebruikt voor de verkoop van waren, per m2;

      • e.

        voor tot verkoop bestemde goederen, die door de eigenaar of beheerder van een winkel, warenhuis of ander gebouw voor dit gebouw worden uitgestald, per m2.

         

  • II.

    Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, in, op, aan, boven de openbare grond of openbaar water voor:

    • a.

      luifels, balkons, erkers, zonneschermen en andere uitbouwsels, voor zover niet voor het maken van reclame benut of daarvoor dienende, per m2 oppervlakte en per jaar:

      • -

        voor de eerste 10 m2, NAf 30,-;

      • -

        voor de volgende 40 m2, NAf 15,-;

      • -

        voor elke m2 boven 50 m2 oppervlakte, NAf 7,50;

    • b.

      ophaalbare zonneschermen, voor zover niet voor het maken van reclame benut of daarvoor dienende, de helft van het bedrag, verschuldigd ingevolge sub a;

    • c.

      lichtreclames, lichtbakken, lantaarns, schijnwerpers, uithangborden, uithangtekens, uitstalkasten, borden, platen, letters, spandoeken en dergelijke voorwerpen, gebezigd voor het maken van reclame voor onbepaalde tijd:

      • -

        per halve m2, of per halve strekkende meter per jaar: NAf 25,-;

    • d.

      benzinepompen en tankinstallaties met toebehoren, de ondergrondse reservoirs daaronder begrepen, alsmede de op- en inritten naar of van de installaties voor zover gelegen aan de van de openbare weg afgekeerde zijde van de pomp:

      • 1.

        voor de op of boven openbare grond of openbaar water staande of gebouwde installatie per m2 en per jaar: 15 procent van de waarde per m2 grond, welke waarde de minister vaststelt aan de hand van de waarde van de omliggende grond- of waterpercelen, of van overeenkomstige elders gelegen percelen, vast te stellen waarde per m2 ingenomen grond;

      • 2.

        voor de in of onder openbare grond of openbaar water gebouwde reservoirs, alsmede vorenbedoelde op- of inritten, per m2 en per jaar:

        een derde van het recht, berekend op de wijze als onder sub 1 aangegeven.

        De bij de installaties behorende leidingen, kabels, putdeksels en verdere bijkomende werken worden niet afzonderlijk berekend.

    • e.

      putten, bakken, tanks en dergelijke verzamelplaatsen van stoffen:

      • 1.

        een beerput, per jaar, NAf 30,-;

      • 2.

        een andere put, bak, tank of dergelijke verzamelplaats van stoffen, per m3, per jaar, NAf 15,-;

      • 3.

        ingeval van opslag van licht ontvlambare sloffen is verschuldigd een bedrag per m3, per jaar van, NAf 50,-;

    • f.

      aanlegplaatsen en -steigers, scheepshellingen, plankiers, bruggen en soortgelijke inrichtingen en constructies, per m2 of per strekkende meter of een gedeelte daarvan, NAf 7,50;

    • g.

      muren of hekwerken: per 10 strekkende meter en per jaar, NAf 15,-;

    • h.

      garages, bergplaatsen, loodsen, boothuisjes, wachtlokalen en soortgelijke inrichtingen per m2 of per strekkende meter en per jaar, NAf 7,50;

    • i.

      pilaren, zuilen, palen of masten:

      • -

        per stuk en per maand, NAf 3,-;

      • -

        per stuk en per jaar, NAf 15,-;

    • j.

      kabels en leidingen, met uitzondering van geleidingen voor het transport van elektriciteit:

      • -

        per strekkende meter en per jaar, NAf 0,50;

      • -

        voor het bovengronds aangelegde gedeelte van kabels en leidingen:per strekkende meter en per jaar, NAf 0,70;

    • k.

      buizen, buisleidingen, kokers en duikers, met uitzondering van die welke voor de afvoer van huis- en hemelwater of fecaliën zijn aangesloten op de openbare riolen:

      • -

        per strekkende meter of per jaar, NAf 0,70;

      • -

        voor het bovengronds aangelegde gedeelte van buizen en buisleidingen: per strekkende meter en per jaar, NAf 1,00;

    • l.

      dukdalven, boeien, meerpalen en dergelijke, geheel in het waterstaande of zich bevindende voorwerpen:

      • -

        per 0,50 m2 en per jaar, NAf 3,-;

    • m.

      dammen, oeverbeschermingen, waterkeringen en andere dergelijke werken of inrichtingen in, onder of aan openbaarwater:

      • -

        per 10 m2 of per strekkende meter en per jaar, NAf 1,-.

         

  • III.

    Tijdelijk innemen, gebruik of genot van de openbare weg

    Het tarief bedraagt ter zake van het behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het hebben op, over of boven de openbare weg van:

    • a.

      een of meer spandoeken of andere, niet plat tegen de gevel van een gebouw aangebrachte voorwerpen, gebezigd voor een bepaalde, in de vergunning omschreven aankondiging of reclame voor bepaalde tijd, niet langer dan dertig dagen, per voorwerp NAf 30,-;

    • b.

      circussen, kermissen en andere soortgelijke tot vermaakstrekkende inrichtingen:

      • -

        voor 500 m2 of minder en per dag NAf 20,-;

      • -

        voor meer dan 500 m2 t/m 1.500 m2 en per dag NAf 55,-;

      • -

        voor meer dan 1.500 m2 t/m 3.000 m2 en per dag NAf 95,-;

      • -

        voor meer dan 3.000 m2 t/m 5.000 m2 en per dag NAf 185,-;

      • -

        voor meer dan 5.000 m2 t/m 10.000 m2 en per dag NAf 265,-;

      • -

        voor meer dan 10.000 m2 en per dag NAf 265,-;

      verhoogd met NAf 135,00 voor elke 5.000 m2 of gedeelte daarvan boven 10.000 m2. Voor de dagen waarop de inrichtingen niet voor het publiek zijn opengesteld is precariorecht verschuldigd waarvan het bedrag wordt gesteld op de helft van het bedrag berekend volgens de hierboven genoemde tarieven.

  • IIIa.

    Innemen van standplaatsen op, over of boven de openbare weg dan wel een openbaar water.

    • a.

      Het tarief voor het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 5, eerste lid, of van een ruimte op een marktterrein als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Landsverordening Openbare Straathandel op, over of boven de openbare weg dan wel een openbaar water, gedurende een periode van ten miste negentig dagen, bedraagt per maand, met gebruikmaking van:

      • 1.

        een ijscokar NAf 50,-;

      • 2.

        een motor- of ander voer- of vaartuig, bestemd of gebruikt voor de verkoop van koopwaren NAf 75,-;

      • 3.

        een kraam, stal of soortgelijke voor de verkoop van koopwaren bestemd of gebruikte inrichtingen of werken NAf 75,-;

      • 4.

        een kraam, stal, motor- of ander voer- of vaartuig, bestemd ofgebruikt voor de verkoop van eet- en drinkwaren NAf 100,-;

      • 5.

        een andere kraam, stal, voer- of vaartuig dan in de onderdelen1 tot en met 4 genoemd NAf 130,-.

        Indien de vergunning voor een periode van ten minste een jaar is verleend, bevat de kennisgeving, bedoeld in artikel 5, van de verordening het tarief voor een geheel jaar;

    • b.

      Het tarief voor het innemen van een ruimte op een markt als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Landsverordening Openbare Straathandel op, over of boven de openbare weg dan wel een openbaar water bedraagt:

      • 1.

        voor een vaste plaats op de " local craft market " te Philipsburg,per jaar NAf 1.200,-;

      • 2.

        voor een vaste plaats op de "commercial market " achter de Courthouse, per jaar NAf 1.560,-.

  • IV.

     

    • 1.

      Voor de berekening van de in voorgaande hoofdstukken opgenomen tarieven worden de onderdelen van tijd en afmeting naar boven afgerond op hele eenheden. Het recht wordt naar boven afgerond op veelvouden van NAf 1,-.

    • 2.

      Het verschuldigde recht ten aanzien van de in voorgaande hoofdstukken opgenomen grondslagen, wordt, ingeval meer dan een grondslag kan worden toegepast, berekend naar de grondslag dat het hoogste recht oplevert.

       

  • V.

    Containerrechten

    [vervallen]

     

  • VI.

    RETRIBUTIES

    • A.

      [vervallen]

       

    • B.

      Onverminderd het bepaalde in artikel 1 jo. hoofdstuk 24 van de Tarieventabel van de Legesverordening wordt jaarlijks bij het begin van het kalenderjaar van de vergunninghouder een recht geheven voor het hebben van een vergunning voor:

      • a.

        het vestigen en drijven van een zaak, verleend aan een naamloze of besloten vennootschap: NAf 1.550,-;

      • b.

        om als directeur op te treden van een zaak met meer dan een directeur, NAf 625,-;

      • c.

        om als directeur op te treden van een zaak met slechts een directeur, NAf 312,50;

      • d.

        om de aard van een zaak te wijzigen of deze te verplaatsen, NAf 312,50;

      • e.

        het vestigen van een filiaal, bijkantoor of andere nederzetting van reeds gevestigde zaken, NAf 1250,-;

      • f.

        het verkrijgen van een reeds verleende vergunning, NAf 312,50;

      • g.

        wijziging van de directeursvergunning, NAf 312,50;

      • h.

        om als directeur, met domicilie in het buitenland op te treden, NAf 1.250,-;

      • i.

        indien de belastingplicht voor het hebben van een vergunning zoals bedoeld in sub a t/m l, in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven;

      • j.

        indien de belastingplicht voor het hebben van een vergunning zoals bedoeld in sub a t/m l, in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, (nog) volle kalendermaanden overblijven.

        Van de betaling van de onder sub 1 bedoelde leges zijn vrijgesteld de bedrijven die zich onder de auspiciën van het "Netherlands Antilles Residence and Investment Program” vestigen, alsmede zuivere beleggings- of off-shore-maatschappijen.

    • C.

      Het tarief ter zake het ambulancevervoer, door de sectie Ambulancehulpverlening van de sector Gezondheidszorg, van een persoon, vervoerd van of naar een ziekenhuis of een andere instelling of inrichting voor geneeskundige zorg, om aldaar verpleegd, behandeld of verzorgd te worden, bedraagt:

      • 1.

        per bestelde rit NAf 138,-;

      • 2.

        per spoedrit NAf 275,-.

         

  • VII.

    Landsverordening winkelsluiting (Ontheffing Winkelsluiting).

    Het tarief bedraagt voor het hebben van een vergunning inzake het verlenen van ontheffing van het bepaalde in artikel 2 en in artikel 6 van de Landsverordening winkelsluiting, per jaar, NAf 150,-.

     

  • VIII.

    Gebruik van de overdekte openbare markt te Simpsonbay.

    • a.

      Het tarief voor het gebruik van de vleesstallen, alsmede van leidingwater en elektriciteit in de overdekte openbare markt te Simpsonbay bedraagt per persoon per dag of een gedeelte daarvan NAf 15,-.

    • b.

      Het tarief voor het gebruik van de visstallen, alsmede van leidingwater en elektriciteit in de overdekte openbare markt te Simpsonbay bedraagt per persoon per dag of een gedeelte daarvan NAf 10,-.

    • c.

      Het tarief voor het mogen innemen van een staan- of zitplaats in de overdekte openbare markt te Simpsonbay bedraagt per persoon:

      • 1.

        voor het verkopen van vruchten of groenten, per dag NAf 3,60;

      • 2.

        voor het verkopen van vruchten of groenten, per maand NAf 75,-;

      • 3.

        voor het schoonmaken van vis, per dag NAf 2,70.

    • d.

      Het tarief voor het gebruik van de vis- of vleesvriescel in de overdekte openbare markt te Simpsonbay bedraagt voor elke 10 kilogram vis of vlees, per week of gedeelte daarvan NAf 20,-.