Organisatie | Winterswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Integrale Schulddienstverlening Gemeente Winterswijk |
Citeertitel | Beleidsregels Integrale Schulddienstverlening Gemeente Winterswijk |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, art 2 en 3
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-10-2012 | 01-07-2012 | Nieuwe regeling | 31-07-2012 Achterhoek Nieuws, 02-10-2012 | 2012-006552 |
In deze regeling wordt verstaan onder:
schulddienstverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;
Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schulddienstverlening
Alle inwoners van de gemeente Winterswijk van 18 jaar en ouder kunnen zich tot het college wenden voor schulddienstverlening.
Verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schulddienstverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schulddienstverleningstraject.
Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schulddienstverlening indien:
Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag
Indien minder dan 2 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, door verzoeker een traject schuldregeling succesvol is doorlopen (minnelijk en/of wettelijk), kan een aanvraag schulddienstverlening worden geweigerd met uitzondering van het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.
Indien minder dan 3 jaar voorafgaande aan de dag waarop het eerste verzoek is ingediend een traject schuldregeling tussentijds door toedoen van de verzoeker is beëindigd (minnelijke en/of wettelijk) kan een aanvraag schulddienstverlening worden geweigerd met uitzondering van het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.
Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2012 en wordt aangehaald als “Beleidsregels Integrale Schulddienstverlening Winterswijk”.
Op 4 juli 2012 heeft het college van B & W van de gemeente Winterswijk het beleidsplan Schulddienstverlening (versie mei 2012 vastgesteld. In dit beleidsplan is de visie van de gemeente neergelegd op het terrein van integrale schulddienstverlening. De beleidsregels zijn gebaseerd op het beleidsplan. Te weten: het opstellen van regels m.b.t. toelating, inlichtingenplicht, recidive, beëindiging en het stellen van voorwaarden. De achterliggende gedachte is dat Winterswijk behoefte heeft aan heldere spelregels: de burger weet wat de voorwaarden zijn voor toelating tot de schulddienstverlening en waaraan hij zich dient te houden en de gemeente op haar beurt weet welke verplichtingen zij aan de burger mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de schulddienstverlening kan weigeren of beëindigen.
Hierbij speelt mee dat de gemeentelijke schulddienstverlening in de praktijk vanaf het moment dat de Wet gemeentelijke schulddienstverlening in werking trad (op 1 juli 2012) onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) valt.
Vanaf dat moment is het dus van belang om regels m.b.t. toelating tot de schulddienstverlening, het opleggen van verplichtingen en het weigeren van hulp in een juridisch vat te gieten.
De Stadsbank Oost Nederland is gemandateerd om de beschikkingen namens ons college af te geven.
Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schulddienstverlening
Conform de visie staat schulddienstverlening in beginsel open voor alle inwoners van Winterswijk van 18 jaar en ouder. Hieronder vallen ook zelfstandig ondernemers zonder personeel. De hulpverlening aan hen verloopt via het Regionaal Orgaan Zelfstandigen.
Een specifiek doelgroepenbeleid wordt niet gevoerd door de gemeente. Met uitzondering van de situatie dat er een wachtlijst mocht ontstaan, dan hebben gezinnen met kinderen voorrang. Dit is vastgelegd in het beleidsplan
Artikel 3. Aanbod schulddienstverlening
In lid 1 is aangegeven dat het college schulddienstverlening verleent indien het college schulddienstverlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schulddienstverlening achterwege blijven. Anderzijds wordt middels dit lid, evenals lid 2, recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt dat schulddienstverlening selectief en gericht ingezet dient te worden. Daar waar sprake is van een schuldenpakket dat zich niet laat regelen in combinatie met een onregelbare verzoeker, kan een aanvraag worden geweigerd.
Dit artikel toont de kern van schulddienstverlening nieuwe stijl: een gerichte en selectieve toepassing van schulddienstverlening. Het gaat om maatwerk. De inzet van producten kan per situatie verschillen. In lid 2 van dit artikel worden 4 factoren genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schulddienstverlening aanbiedt:
Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1) en medewerking te verlenen (lid 2). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.
Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming, dit komt tot uitdrukking door de toevoeging “ onder andere”.
Artikel 5. Weigeren en beëindigen
Indien de verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, leden 1 en 2, kan het college besluiten om schulddienstverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt, conform lid 2, verzoeker eenmaal een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn conform de Algemene wet bestuursrecht. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting.
Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot weigering of beëindiging van de schulddienstverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid vereist het opleggen van een hersteltermijn maatwerk.
Artikel 5 is geformuleerd als een zogenaamde “kan”-bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.
In dit artikel wordt beschreven wanneer schulddienstverlening kan worden beëindigd. Het artikel laat in ieder geval de werking van artikel 5 onaangetast.
Van de 7 gronden zoals benoemd, verdienen de gronden onder f. en g. bijzondere aandacht gelet op de visie zoals neergelegd in het beleidsplan Schulddienstverlening. Onze gemeente staat voor een selectieve en gerichte toepassing van schulddienstverlening. Dat kan betekenen dat schulddienstverlening wordt beëindigd indien de vorm van dienstverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar. Zie tegen dat licht ook een duidelijke link met artikel 3 lid 2 van deze beleidsregels.
Die persoonlijke omstandigheden variëren in aard en duur. Hier is dan ook sprake van maatwerk en dit dient de medewerker van de Stadsbank Oost Nederland goed te motiveren in de beschikking.
Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag
Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schulddienstverlening in relatie tot eerdere trajecten / contacten schulddienstverlening, zijn in dit artikel regels gesteld.
Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Dit artikel gaat evenwel niet alleen over eigen verantwoordelijkheid. Dit artikel gaat ook over prioriteitstelling: keuzes tot al dan niet toelaten tot de schulddienstverlening dienen mede te worden gemaakt tegen de organisatorische achtergrond van beschikbare formatie en tijd.
Bij het gebruik van artikel 7 en dus de vraag wanneer welk type dienstverlening wordt geweigerd, is het van belang om de in artikel 7 genoemde begrippen / producten goed te onderscheiden.
-Schulddienstverlening is een breed begrip en omvat alle producten zoals de gemeente Winterswijk die kennen en afnemen van de Stadsbank Oost Nederland.
Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schulddienstverlening telt de verleende schulddienstverlening en/of de contacten daaromtrent vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee.
De grote beleidsvrijheid zoals aan de gemeente gegeven om een dergelijke recidivebepaling op te nemen, ontslaat de gemeente niet van de verplichting om, daar waar een onevenredige situatie ontstaat voor de burger, af te wijken van het bepaalde van artikel 7 indien nodig (ingevolge artikel 8: de hardheidsclausule). Uitgangspunt is en blijft evenwel het bepaalde in artikel 7.
Artikel 8. Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
Dit artikel geeft ruimte aan de manager van de Sociale Dienst om in bijzondere gevallen (lid 1) en aan het college van de gemeente om in onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling. De raad van de gemeente heeft de uitvoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening gemandateerd aan de Sociale Dienst Oost Achterhoek. Het bestuur van de Sociale Dienst heeft het nemen van beslissingen doorgemandateerd aan de manager van de Dienst. Het college heeft de Stadsbank gemandateerd de beschikkingen af te geven. Het is niet logisch om in bijzondere gevallen een besluit van het college nodig te hebben. Dit duurt vaak te lang en het college vraagt weer advies aan de manager van de Sociale Dienst. Derhalve kiezen we ervoor om de gemandateerde (Stadsbank) te laten overleggen met de manager van de Sociale Dienst. In de praktijk zal de medewerker van de Stadsbank in onvoorziene gevallen contact opnemen met een kwaliteitsbeheerder van de Sociale Dienst