Organisatie | Uden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke Regeling Leerplicht en RMC Regio Brabant N-O |
Citeertitel | Gemeenschappelijke Regeling Leerplicht en RMC Regio Brabant N-O |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt paragraaf 4 van de Leerplichtwet
Leerplichtwet (1969), Artikel 17 en Wet Regionale Meld- en Coördinatie (2001); artikelen 1 en 8, lid 3 en Wet gemeenschappelijk regelingen; relevante bepalingen Algemene wet bestuursrecht
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2009 | Nieuwe regeling | 22-07-2009 Infopagina 14-08-2009 | College 22-07-2009 |
De Colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Sint-Oedenrode, Uden en Veghel;
gezien de besluiten van de raden, zomer 2008, van de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Sint-Oedenrode, Uden en Veghel tot het verlenen van toestemming aan de Colleges van deze gemeenten tot het aangaan van een Gemeenschappelijke regeling op het gebied van de uitvoering van de Leerplichtwet 1969 en de Wet betreffende de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie van 6 december 2001;
overwegende dat het samenwerken op de genoemde gebieden gelet op het grensoverschrijdende karakter ervan wenselijk zoniet noodzakelijk is geworden en door samenwerking kwaliteit en dienstverlening op een hoger plan kunnen worden gebracht;
overwegende dat door samenwerking een eenduidige en consistente handhavingstrategie kan worden gevolgd;
overwegende dat voor de uitvoering van publiekrechtelijke taken een publiekrechtelijke regeling als een gemeenschappelijke regeling de voorkeur verdient boven een privaatrechtelijke regeling;
gelet op artikel 17 en volgende van de Leerplichtwet 1969, op de Wet van 6 december 2001 betreffende de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie;
gelet op de artikelen 1 en 8, lid 3 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
gelet op de relevante bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht;
tot het aangaan van de volgende gemeenschappelijke regeling van dienstverlening, zonder oprichting van een openbaar lichaam conform art. 8 lid 2 Wet gemeenschappelijke Regelingen, op het terrein van de uitvoering van de Leerplichtwet en van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie.
Gemeenschappelijke regeling van dienstverlening, zonder oprichting van een openbaar lichaam, op het terrein van de uitvoering van de Leerplichtwet en van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie.
Artikel 1. Toedeling bevoegdheden
De Colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Sint Anthonis, Sint-Oedenrode, Uden en Veghel mandateren de bevoegdheden die aan hen zijn toegekend in het kader van het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet aan het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Oss.
De Colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Sint Anthonis, Sint-Oedenrode, Uden en Veghel staan toe dat het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Oss voor de gemandateerde bevoegdheden ondermandaat verlenen aan medewerkers van het Regionaal Bureau Leerlingzaken (RBL), met uitzondering van de bevoegdheid tot het aanwijzen van ambtenaren welke toezien op de naleving van de Leerplichtwet en het wijzigen van de instructie leerplichtambtenaar en RMC-functionaris.
De Colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Sint-Oedenrode, Uden en Veghel verlenen hierbij aan haar portefeuillehouder Onderwijs mandaat tot het nemen van besluiten met betrekking tot de taakuitvoering van het Regionaal Bureau Leerlingzaken, een en ander binnen de dan geldende kaders en begroting, waarvan alleen gebruik gemaakt kan worden in het regionaal portefeuillehoudersoverleg Onderwijs & Educatie.
De rol van centrumgemeente wordt door de gemeente Oss vervuld. De centrumgemeente is belast met de volgende taken:
De rol van Subregiogemeente wordt door de gemeenten Oss (subregio Maasland en subregio Uden-Veghel) en Cuijk (subregio Land van Cuijk) vervuld. De Subregiogemeente is belast met de volgende taken:
Artikel 4. Het Regionaal Bureau Leerlingzaken
De deelnemende gemeenten maken gebruik van de diensten van het Regionaal Bureau Leerlingzaken van de gemeente Oss ten behoeve van de gemeentelijke leerplicht- en RMC-taken, zoals vastgelegd in de Specifieke bepalingen leerplicht en RMC van deze overeenkomst.
Artikel 5. Ingangsdatum en duur van de regeling
Indien een van de deelnemende gemeenten het voornemen heeft de gemeenschappelijke regeling niet te verlengen, wordt hiervan uiterlijk twaalf maanden voor het verstrijken van de regeling, schriftelijk gemotiveerd mededeling gedaan aan de andere gemeenten, waarna de overige deelnemende gemeenten met elkaar in overleg treden omtrent het verlengen van de gemeenschappelijke regeling.
Toetreding door een niet aan deze regeling deelnemende gemeente, al dan niet ten aanzien van het gehele grondgebied van die gemeente, kan bij besluiten van de raad, het College vanburgemeester en wethouders en de burgemeester van die gemeente plaatsvinden, wanneer de deelnemende gemeenten daarin bewilligen bij met tenminste tweederde der uitgebrachte stemmen vastgesteld besluit in een vergadering, waarin tenminste drie/vierde van het aantal leden van de deelnemende gemeenten aanwezig is.
Artikel 11. Managementinformatie
De gemeente Oss verstrekt jaarlijks aan de deelnemende gemeenten:
Artikel 13. Intergemeentelijk beleids- en beheersoverleg
Het Regionaal Portefeuillehoudersoverleg stelt een Dagelijks Bestuur in, bestaande uit de portefeuillehouders van de gemeenten met een frontoffice en één afgevaardigde portefeuillehouder namens de overige deelnemende gemeenten. Het Dagelijks Bestuur komt minimaal één keer per twee maanden bij elkaar of zoveel meer als nodig is voor de goede aansturing van het Regionaal Bureau Leerlingzaken.
Ambtelijk overleg in de vorm van een Klankbordgroep van de hoofden van de afdelingen van de Subregiogemeenten, de beleidsmedewerkers onderwijs van de Subregiogemeenten vindt minimaal 6 keer per jaar of zoveel vaker als noodzakelijk of gewenst plaats. Deze Klankbordgroep adviseert aan het Dagelijks Bestuur en draagt zorg voor de inhoudelijke sturing, op basis van in het portefeuillehoudersoverleg genomen besluiten.
Artikel 14. Bezwaar en beroep, klachten en geschillen
Belanghebbenden die zich niet kunnen verenigen met een beslissing van burgemeester en wethouders of de op grond van mandaat bevoegde leerplichtambtenaar kunnen gebruik maken van de mogelijkheid om op grond van de Algemene wet bestuursrecht een bezwaarschrift in te dienen bij burgemeester en wethouders van de centrumgemeente.
Artikel 16. Gemeentelijke leerplicht- en RMC-taken
Onder gemeentelijke leerplicht- en RMC-taken wordt verstaan:
De begeleiding van alle leerplichtige leerlingen uit de deelnemende gemeenten, die niet voldoen aan de leerplicht, ten behoeve van de herplaatsing op een (nieuwe) school of opleiding, in overleg met de desbetreffende school of opleidingsinstituut en, indien noodzakelijk, in samenwerking met de bestaande reguliere hulp- en dienstverlenende instellingen in het werkgebied.
De begeleiding van alle leerlingen tot 23 jaar uit de deelnemende gemeenten, die een school of opleiding zonder startkwalificatie verlaten, ten behoeve van de herplaatsing op een (nieuwe) school of opleiding, danwel geleiding tot arbeidsmarkt, in overleg met de desbetreffende school of opleidingsinstituut en, indien noodzakelijk, in samenwerking met de bestaande, reguliere hulp- en dienstverlenende instellingen in het werkgebied.
Iedere deelnemende gemeente is verplicht om onverwijld actuele GBA-gegevens van alle in de gemeente woonachtige jongeren in de leeftijd van 4 tot 23 jaar te verstrekken aan de centrumgemeente.
Artikel 19. Taakuitvoering / Uitvoeringskaders
De functionarissen van het bureau zijn voor de dagelijkse werkzaamheden verantwoording schuldig aan het hoofd van de afdeling waaronder zij binnen de Subregiogemeente aangesteld zijn. De begeleiding van leerlingen in het kader van de leerplicht en RMC-taken geschiedt in overleg met de scholen en de dienstverlenende instellingen.
Aangezien wettelijk het jaarverslag vóór 1 oktober van ieder jaar aan de Raden van de gemeenten aangeboden dient te worden, zal vóór 1 september een concept jaarverslag aangeboden worden aan het Dagelijks Bestuur. Vervolgens wordt het jaarverslag aangeboden aan de Raden van de deelnemende gemeenten.
1.Gelijk met het indienen van een door hem opgemaakt proces verbaal bij de Officier van Justitie, informeert de leerplichtambtenaar middels een afschrift het College van burgemeester en wethouders van de gemeente waaruit de desbetreffende leerling afkomstig is.
Bijlage 1: Uitgangspunten begroting RBL/RMC regio 36b
Voor de benodigde formatie, en dus de kosten voor personeel, wordt de Ingrado-formatierichtlijn voor leerplicht van 1fte op 3800 leerlingen jaarlijks toegepast. Indien nodig wordt met de in de richtlijn opgenomen caseloadberekening voorgesteld de formatie op de problematiek in de regio Brabant Noord Oost aan te passen.
Er wordt gewerkt met normatieve budgetten. Definitieve afrekening op basis van werkelijke kosten (loonkosten, uitvoeringskosten, overige [externe] kosten) vindt na 2012 plaats na afloop van het kalenderjaar. Overschotten en tekorten worden centraal verrekend (al gebeurt afrekening wel op papier n.a.v. de interne controle). Na de eerste evaluatie in zomer 2011 wordt, mogelijk, op een andere systematiek (bevoorschotting en reservering) overgegaan voor het kalenderjaar 2012 en verder. Over uitzonderlijke situaties vindt aparte besluitvorming plaats door het dagelijks bestuur.
Hierdoor wordt over de periode van 3 jaar geen rekening gehouden met een risico-opslag (bijvoorbeeld bij ziekte, onverwachte uitgaven). In het eerste jaar worden deze kosten (indien ze ontstaan) achteraf, op papier, verrekend. In de toekomst (vanaf 2012) wordt wel met een risico-opslag gewerkt van 3 -5 % (exact percentage dan te bepalen) van de loonkosten.
In de begroting zijn kosten exclusief BTW meegenomen. Verondersteld wordt dat BTW van met BTW - belaste kosten voor (externe) diensten en producten centraal via de gemeente Oss worden verrekend via het BTW-compensatiefonds. Indien uit deze verrekening kosten ontstaan dan worden deze verrekend onder de gemeenten.
Gemeenten die besluiten pas later in te stappen betalen wel een intredetoeslag. Deze zal gebaseerd worden op de frictiekosten en aanloopkosten die in de eerste begroting worden meegenomen en worden verder gebaseerd op het aantal leerlingen per 1 januari 2008, omgeslagen naar de betreffende gemeente.
Als aangegeven wordt dat een gemeente extra inzet wenst van het RBL zal deze conform opdrachtgever- en opdrachtnemerschap worden uitgevoerd. De inzet welke uitgevoerd moet worden door het RBL wordt middels offerte en opdrachtbevestiging contractueel geregeld. In de offerte dient ook aangeven te worden hoe het RBL zich dient te verantwoorden voor uitvoering van extra taken.