Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSVERORDENING ruimtelijke ontwikkelingsplanning |
Citeertitel | Landsverordening ruimtelijke ontwikkelingsplanning |
Vastgesteld door | regering en Staten gezamenlijk |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-05-2015 | wijziging artikel 20 | 17-04-2015 AB 2015, no.9 | onbekend | ||
10-10-2010 | 30-05-2015 | Geconsolideerde tekst (GT) | 21-02-2013 AB 2013, GT no. 144 | onbekend | |
02-03-2010 | 29-12-2009 | art. 21, 28a | 01-03-2010 AB 2010, no. 12 | onbekend | |
11-02-2009 | 29-12-2008 | art. 16, 21, 28a | 09-02-2009 A.B. 2009, no. 6 | onbekend | |
06-01-2004 | art. 21, 28a, 29 | 05-01-2004 A.B. 2004, no. 1 | onbekend | ||
27-04-2000 | 01-03-2000 | art. 9 | 21-12-1999 A.B. 2000, no. 1 | onbekend | |
06-01-2000 | 08-01-1999 | art. 6, 12, 18, 20, 21, 28a | 21-12-1999 A.B. 2000, no. 3 | onbekend | |
08-01-1994 | Nieuwe regeling | 13-10-1993 A.B. 1993, no. 3 | onbekend |
HOOFDSTUK I Begripsomschrijvingen
Deze landsverordening verstaat onder:
Hoofdstuk II Ontwikkelingsplannen
De minister stelt ten behoeve van een goede ruimtelijke ontwikkeling van Sint Maarten en met het oog op de totstandkoming van ontwikkelingsplannen een onderzoek in naar de bestaande toestand en naar de mogelijke en wenselijke ontwikkeling.
Voordat een ontwerp-ontwikkelingsplan ter inzage wordt gelegd, houdt de minister op een door hem te bepalen plaats een openbare hoorzitting, waarop het voorontwerp wordt gepresenteerd en de aanwezigen in de gelegenheid worden gesteld hun mening over het voorontwerp kenbaar te maken. De minister kan zich doen bijstaan door ter zake deskundigen.
Ten aanzien van belanghebbenden die geen bekende woonplaats noch een werkelijk verblijf op Sint Maarten hebben, terwijl hun woonplaats buiten Sint Maarten onbekend is, evenals ten aanzien van mogelijke onbekende belanghebbenden, wordt de inkennisstelling van de bekendmaking en de terinzagelegging van het ontwerp-plan aangeplakt bij de hoofdingang van het gerechtsgebouw in Philipsburg. Een afschrift daarvan wordt afgegeven aan de officier van justitie in Sint Maarten, die het oorspronkelijke voor gezien tekent.
Degenen die tijdig bezwaren bij de minister hebben ingediend, alsmede zij die bezwaren hebben tegen wijzigingen die de Staten bij de vaststelling in het ontwikkelingsplan heeft aangebracht, kunnen binnen de termijn van de terinzagelegging als bedoeld in het eerste lid schriftelijk beroep instellen bij de Gouverneur.
Onverminderd het tweede lid kunnen bestemmingsvoorschriften ter zake van een beschermd stads- of dorpsgezicht beperkingen inhouden ten aanzien van het bouwen, slopen en uitvoeren van andere wijzigingen in het uiterlijk aanzien van dat stads- of dorpsgezicht, alsmede ten aanzien van het gebruik van betreffende opstallen.
De bestemmingsvoorschriften kunnen bepalingen inhouden dat het verboden is binnen een bij het plan aangegeven gebied bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van de minister (aanlegvergunning). Aan een dergelijke vergunning kunnen voorwaarden worden verbonden.
Het verzoek om een aanlegvergunning wordt schriftelijk ingediend bij de minister. De verzoeker is verplicht alle inlichtingen te verschaffen en bescheiden over te leggen die nodig zijn om het verzoek te kunnen beoordelen. De minister neemt binnen zestig dagen na ontvangst van het verzoek een beslissing. Deze beslissing wordt schriftelijk aan de verzoeker medegedeeld.
De minister houdt de beslissing aan, indien er geen grond is de vergunning te weigeren en voor het gebied, waarin het werk of de werkzaamheid zal worden uitgevoerd, voordat de aanvraag is binnengekomen, een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 16 is genomen dan wel een ontwerp-ontwikkelingsplan of een ontwerpherziening van een vastgesteld ontwikkelingsplan ter inzage is gelegd.
HOOFDSTUK VII Voorbereidingsbesluiten
Bij het voorbereidingsbesluit kunnen voorschriften worden gegeven ten aanzien van het bouwen, het uitvoeren van andere werken ofwerkzaamheden in, op of boven de daarin begrepen grond alsmede ten aanzien van het gebruik van die grond en de zich daarop bevindende opstallen. Deze voorschriften worden slechts gesteld voor zover dat noodzakelijk is om te voorkomen dat een terrein minder geschikt wordt voor de verwezenlijking van een daaraan bij het plan te geven bestemming.
Het voorbereidingsbesluit vervalt indien niet binnen anderhalf jaar na de datum van inwerkingtreding daarvan het ontwerp-ontwikkelingsplan ter inzage is gelegd. De minister kan het voorbereidingsbesluit met ten hoogste een half jaar verlengen. Het tweede en het vijfde lid zijn op een dergelijke verlenging van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK VIII Overgangsrecht in bestemmingsvoorschriften
De bestemmingsvoorschriften bevatten bepalingen ten aanzien van het behoud van bestaande bouwwerken en de voortzetting van het bestaande gebruik van de grond en de bouwwerken, een en ander naar de toestand op het tijdstip van terinzagelegging van het voorbereidingsbesluit dan wel van het ontwerp-ontwikkelingsplan.
De bestemmingsvoorschriften geven waarborgen ten aanzien van gedeeltelijke vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken of, indien deze door een calamiteit worden verwoest, gehele vernieuwing van die bouwwerken, mits de afwijking van de bestemmingsvoorschriften niet wordt vergroot en de vergunning voor herbouw van het door de calamiteit verwoeste bouwwerk binnen een termijn van drie jaar wordt aangevraagd.
Indien een belanghebbende ten gevolge van de bestemmingsvoorschriften schade lijdt of zal lijden, welke redelijkerwijze niet of niet geheel tot zijn last behoort te komen, wordt hem op zijn verzoek een door de rechter naar billijkheid te bepalen schadevergoeding uit de landskas toegekend. Voor de toepassing van dit artikellid worden niet onder de bestemmingsvoorschriften begrepen:
Hoofdstuk X Dwang- en strafbepalingen
Behalve in spoedeisende gevallen maakt de minister van deze bevoegdheid geen gebruik, dan nadat de belanghebbende schriftelijk is gewaarschuwd en hem de gelegenheid is gegeven om binnen een termijn van ten hoogste zestig dagen de toestand in overeenstemming te brengen met het bij ofkrachtens deze landsverordening bepaalde.
Indien ten tijde van de overtreding nog geen jaar is verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een gelijksoortige overtreding onherroepelijk is geworden, kan hechtenis worden opgelegd tot het dubbele van het in het eerste lid gesteld maximum of kan de op het feit gestelde geldboete worden verhoogd naar de naasthogere categorie.
HOOFDSTUK XI A Tijdelijke procedure ingrijpende werkzaamheden
Tot 8 januari 2012 geldt voor gebieden waarvoor geen voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 16 is genomen, geen ontwerp-ontwikkelingsplan ter inzage is gelegd of een ontwikkelingsplan is vastgesteld, dat voor de volgende werken en werkzaamheden voorafgaande schriftelijke toestemming van de minister is vereist:
Het verzoek om toestemming als bedoeld in het eerste lid wordt schriftelijk ingediend bij de minister. De artikelen 23, tweede tot en met zesde lid, en 24 zijn van toepassing, met dien verstande dat in de plaats van het ontwerp-verkavelingsplan wordt gelezen: het verzoek. De verzoeker is verplicht alle inlichtingen te verschaffen en bescheiden te overleggen die nodig zijn om het verzoek te kunnen beoordelen.