Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSVERORDENING op de heffing en invordering van bruggeld

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING op de heffing en invordering van bruggeld
CiteertitelVerordening bruggeld
Vastgesteld doorMinister van Financiën
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Besluit openingstijden John Sainsborough Lejuez Brug

Aanwijzingsbesluit SLAC

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-04-2016art. 10

18-03-2016

AB, 2016, 14

Onbekend.
30-05-201530-04-2016Artikel 13

17-04-2015

AB 2015, no. 9

onbekend
10-10-201030-05-2015geconsolideerde tekst (GT)

21-02-2013

AB 2013, GT no. 128

onbekend
24-01-2008

22-01-2008

AB 2008, no. 5

onbekend
10-01-2008art. 2, 3, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14

03-12-2007

AB 2007, no. 30

onbekend
05-05-2003art. 1, 4, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 15

10-03-2003

AB 2003, no. 12

onbekend
23-05-2000art. 4, 5, 9

15-05-2000

AB 2000, no. 16

onbekend
01-04-1994Nieuwe regeling

11-01-1994

AB 1994, no. 4

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING op de heffing en invordering van bruggeld

 

 

Artikel 1 belastbaar feit

Onder de naam “bruggeld” wordt ten bate van een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aangewezen rechtspersoon, opgericht naar Sint Maartens recht, die de feitelijke zorg draagt voor het beheer en het onderhoud van de John Sainsborough Lejeuz Brug, een recht geheven voor het openen en geopend houden van die brug ten behoeve van het doorlaten van schepen.

Artikel 2 belastingplichtige

  • 1.

    Belastingplichtig is de kapitein, de schipper, de reder, de eigenaar van het schip, degene die het schip in feitelijk gebruik heeft, degene die als vertegenwoordiger van een van deze optreedt, of de faciliteitenbeheerder.

  • 2.

    Belastingplichtigen zijn ieder voor het gehele bedrag van de belastingschuld aansprakelijk, met dien verstande dat betaling door de één de anderen bevrijdt.

Artikel 3 definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    brug: de John Sainsborough Lejuez Brug;

  • b.

    brugbeheerder: de rechtspersoon, bedoeld in artikel 1;

  • c.

    faciliteitenbeheerder: een persoon, anders dan de brugbeheerder, die feitelijk leiding geeft of doet geven aan het dagelijks beheer van havenfaciliteiten;

  • d.

    havenfaciliteiten: elk bouwwerk of samenhangend geheel van bouwwerken waar bedrijfsmatig gelegenheid wordt geboden tot het aanmeren of uit het water lichten van schepen;

  • e.

    Lagoon: het deel van de Simpson Bay Lagoon dat behoort tot het grondgebied van Sint Maarten;

  • f.

    schip: elke zaak, geen luchtschip zijnde, die blijkens zijn constructie bestemd is om te drijven en drijft of heeft gedreven.

Artikel 4 openingstijden

  • 1.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt vastgesteld op welke tijdstippen de brug dagelijks wordt geopend voor de doorvaart van schepen.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan de brug op andere tijdstippen worden geopend voor het doorlaten van een schip, indien bijzondere omstandigheden dit noodzakelijk maken en de opening naar het oordeel van de brugbeheerder verantwoord is.

Artikel 5 tarieven

  • 1.

    Voor een doorvaart vanuit zee naar de Lagoon tijdens de openingstijden vastgesteld krachtens artikel 4, eerste lid, bedraagt het bruggeld voor schepen met een lengte:

    • a.

      van 9 tot 12 meter: NAf 18,00 (USD 10,00);

    • b.

      van 12 tot 15 meter: NAf 54,00 (USD 30,00);

    • c.

      van 15 tot 18 meter: NAf 108,00 (USD 60,00);

    • d.

      van 18 tot 22 meter: NAf 216,00 (USD 120,00);

    • e.

      van 22 tot 28 meter: NAf 360,00 (USD 200,00);

    • f.

      van 28 tot 36 meter: NAf 540,00 (USD 300,00;

    • g.

      van 36 meter en langer: NAf 900,00 (USD 500,00).

  • 2.

    Voor een doorvaart als bedoeld in artikel 4, tweede lid, bedraagt het bruggeld ongeacht de lengte van het schip: NAf 1.800,00 (USD 1,000.00) bij vooruitbetaling te voldoen.

Artikel 6 wijze van heffing

  • 1.

    Van de verplichting tot betaling van het bruggeld wordt onder meer mededeling gedaan door plaatsing van een duidelijk voor de schepen die vanuit zee de Lagoon binnenvaren zichtbaar bord, aan of nabij de brug, waarop de tarieven worden vermeld. De tekst van de mededeling wordt in elk geval in de Engelse taal gesteld.

  • 2.

    Het bruggeld wordt geheven door middel van uitreiking van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt verstaan een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur, aan de kapitein, de schipper, de reder, de eigenaar van het schip, degene die het schip in feitelijk gebruik heeft, degene die als vertegenwoordiger van een van deze optreedt, of de faciliteitenbeheerder, door of namens de brugbeheerder.

  • 3.

    De brugbeheerder is bevoegd naar diens oordeel de kennisgeving, bedoeld in het tweede lid, uit te reiken aan één van de personen genoemd in dat lid.

  • 4.

    De brugbeheerder stelt de vorm en inrichting van de mededeling, bedoeld in het eerste lid, en de kennisgeving, bedoeld in het tweede lid, vast.

Artikel 7 invordering

  • 1.

    Het verschuldigde bruggeld is invorderbaar, zodra het schip gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot doorvaart.

  • 2.

    Het verschuldigde bruggeld wordt door de brugbeheerder ingevorderd bij de uitreiking van de kennisgeving, bedoeld in artikel 6.

  • 3.

    De personen genoemd in het tweede lid, zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de verschuldigde gelden of tarieven. Betaling door de één bevrijdt de anderen.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid, wordt het bruggeld verschuldigd voor een doorvaart als bedoeld in artikel 4, tweede lid, betaald bij het indienen van een verzoek tot opening van de brug.

  • 5.

    De kapitein, de schipper, de reder, de eigenaar van het schip, degene die het schip in feitelijk gebruik heeft, de faciliteitenbeheerder of degene die als vertegenwoordiger van een van deze optreedt, meldt zich terstond na binnenkomst in de Lagoon bij het kantoor van de burgbeheerder, onder overlegging van het scheepsregistratie document en overige documenten of gegevens welke van belang kunnen zijn bij het vaststellen van het verschuldigde bruggeld.

Artikel 8

De artikelen 7, 9 en 11, eerste lid, van de Invorderingsverordening zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in plaats van “Ontvanger” en “aanslag” worden gelezen: brugbeheerder, onderscheidenlijk kennisgeving.

Artikel 9 bezwaar

  • 1.

    Degene die bezwaar heeft tegen een kennisgeving als bedoeld in artikel 6 kan binnen zes weken na dagtekening van de kennisgeving, bezwaar indienen bij de brugbeheerder.

  • 2.

    De brugbeheerder beslist zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee maanden na ontvangst van het bezwaarschrift, bij gemotiveerde beschikking en geeft bij aangetekende brief of tegen gedagtekend ontvangstbewijs hiervan kennis aan de indiener van het bezwaarschrift.

  • 3.

    Het bezwaar schort de verplichting tot betaling van enige heffing niet op.

Artikel 10beroep

Tegen een beslissing als bedoeld in artikel 9, tweede lid, staat voor belanghebbende binnen twee maanden na dagtekening van het afschrift van de beslissing, beroep open bij het Gerecht, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Landsverordening op het beroep in belastingzaken.

Artikel 11 toezicht op de naleving

  • 1.

    De brugbeheerder is belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen gebleven bij of krachtens deze verordening.

  • 2.

    De brugbeheerder, of de door deze aangewezen personen, is uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd:

    • a.

      alle gegevens en inlichtingen te vragen die voor de heffing en inning van de gelden of tarieven van belang kunnen zijn;

    • b.

      inzage te verlangen van alle boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen;

    • c.

      goederen aan opneming en onderzoek te onderwerpen, deze daartoe tijdelijk mee te nemen;

    • d.

      alle plaatsen, met uitzondering van woningen of de tot woonruimte bestemde delen van een schip, zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, te betreden, vergezeld door de door hem aangewezen personen;

    • e.

      schepen, stilstaande voertuigen en de lading daarvan te onderzoeken.

  • 3.

    Zo nodig, wordt de toegang tot een plaats als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, verschaft met behulp van de sterke arm.

  • 4.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van taakuitoefening van de brugbeheerder.

  • 5.

    Een ieder is verplicht aan de brugbeheerder alle medewerking te verlenen die op grond van het tweede lid wordt gevorderd.

  • 6.

    De boeken, bescheiden en andere informatiedragers, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, worden door de tariefplichtigen gedurende tien jaar bewaard.

  • 7.

    Worden bij of krachtens de verordening aangelegenheden van een derde aangemerkt als aangelegenheden van degene die vermoedelijk belastingplichtig is, dan gelden voor zover het deze aangelegenheden betreft, gelijke verplichtingen voor de derde.

Artikel 12

De brugbeheerder verstrekt aan de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie, hierna te noemen: de minister, of de door deze aangewezen personen:

  • a.

    de door deze gevorderde gegevens en inlichtingen;

  • b.

    boeken en bescheiden waarvan kennisneming van belang kan zijn voor de vaststelling van feiten met betrekking tot de heffing en invordering van het bruggeld.

Artikel 13
  • 1.

    Degene die handelt in strijd met artikel 11 of 12 wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

  • 2.

    De in het eerste lid strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.

  • 3.

    Met de opsporing van deze feiten zijn belast de opsporingsambtenaren, bedoeld in artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering.

Artikel 14

Van alle in deze landsverordening vermelde stukken die betrekking hebben op de heffing en de inning van bruggeld worden, met uitzondering van de in artikel 6 bedoelde kennisgeving, vorm en inrichting vastgesteld door de minister, die tevens nadere uitvoeringsvoorschriften en instructies vaststelt.

Artikel 15 inwerkingtreding en citeertitel

[regelt de inwerkingtreding]

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening bruggeld.