Organisatie | Hellendoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening inrichting antidiscriminatievoorzieningen gemeente Hellendoorn |
Citeertitel | Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorzieningen gemeente Hellendoorn |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen, art. 1
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-02-2010 | 01-01-2010 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 02-02-2010 Hellendoorn Journaal, 12-02-2010 | 09INT01622 |
Artikel 2 Zorgplicht college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders biedt de ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening.
Artikel 4 Protocol klachtenbehandeling
Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van het besluit regelt in ieder geval:
Artikel 1 van de wet legt het college van burgemeester en wethouders de verplichting op om de ingezetenen van de gemeente toegang te bieden tot een antidiscriminatievoorziening. In artikel 2, tweede lid, van de wet wordt de gemeenteraad opgedragen “met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens deze wet bij verordening regels vast te stellen over de inrichting van de antidiscriminatievoorziening, bedoeld in artikel 1, en de uitvoering door die voorziening van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder a”.
De wet is nader ingevuld in een algemene maatregel van bestuur, vastgesteld op 16 september 2009, namelijk het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorziening. Nu veel van de nadere invulling die de wet behoeft is geregeld in dit besluit, kan deze verordening beknopt blijven.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Zoals in het algemene deel van deze toelichting al is aangegeven, is deze zorgplicht opgenomen in artikel 1 van de wet. Aangezien deze zorgplicht van het college de kern van deze regelgeving vormt, is er voor gekozen om deze eveneens in deze verordening op te nemen.
Met deze bepaling wordt nader invulling gegeven aan artikel 3 van het besluit, dat luidt: “Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van de klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de antidiscriminatievoorziening gewaarborgd”. Ook op de verantwoordelijkheid met de omgang met gegevens zal worden toegezien. Er is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte te geven voor maatwerk.
De antidiscriminatievoorziening dient aan te geven of ze beschikt over een opleidingprotocol waar klachtbehandelaars gebruik van kunnen maken. Ook moet worden aangegeven hoe vaak van behandelaars wordt verwacht aan een opleiding deel te nemen.
De gemeente draagt er zorg voor dat de burger zich zowel fysiek als niet- fysiek kan melden. De mogelijkheid om zich fysiek op locatie te kunnen melden, betekent tevens dat een burger redelijkerwijs op de hoogte kan zijn waar hij of zij terecht kan om te melden. De gemeente draagt zorg voor de aanwezigheid van een locatie. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van een bestaande balie (zie ook de toelichting bij artikel 5). Uiteraard kan ook worden afgesproken dat de antidiscriminatievoorziening op locatie aanwezig is, zodat klachten direct bij de voorziening kunnen worden ingediend. Onder"niet-fysiek" wordt verstaan dat de mogelijkheid bestaat voor de burger via sms, telefoon, brief of email om de klacht te melden of in te dienen.
Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan artikel 6 van het besluit dat luidt: “De antidiscriminatievoorziening heeft een protocol voor de behandeling van klachten”. Daarbij is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte te geven voor maatwerk.
De wet vermeldt dat de antidiscriminatievoorziening zich in de leefomgeving van burgers moet bevinden. De memorie van toelichting geeft aan dat het gemeenten vrij staat om daar op een praktische wijze invulling aan te geven. De voorziening hoeft dan ook niet in de gemeente zelf aanwezig te zijn. Een gemeente kan zich bijvoorbeeld aansluiten bij een (bestaande) regionale antidiscriminatievoorziening. Voor de nodige laagdrempeligheid kan dan worden gezorgd door een doorverwijsfunctie of meldpunt te creëren bij bestaande gemeentelijke voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een loket burgerzaken.