LANDSVERORDENING tot wijziging van de Landsverordening Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken

• 1.

  Er is een commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken.

• 2.

  De commissie bestaat uit zeven leden waaronder de voorzitter.

• 3.

  De leden en de plaatsvervangende leden van de commissie worden aangewezen en ontslagen door rechtspersoonlijkheid bezittende verenigingen van ambtenaren.

• 4.

  In overleg met bedoelde verenigingen bepaalt de Minister van Algemene Zaken, hierna te noemen: de minister, hoeveel leden en plaatsvervangende leden door elke vereniging worden aangewezen.

• 5.

  De ingevolge deze verordening in de commissie te voeren besprekingen staan onder leiding van een voorzitter of, bij verhindering van deze, van een plaatsvervangende voorzitter. Beiden worden door de minister, na overleg met de commissie, benoemd.

• 6.

  De commissie wordt bijgestaan door een secretaris en, zo nodig, door één of meer adjunct-secretarissen, door de minister aangewezen.

• 7.

  Bij de behandeling van bepaalde aangelegenheden kunnen op uitnodiging of met toestemming van de voorzitter ook anderen aan deze bespreking deelnemen.

• 8.

  Het lid van de commissie, wiens lidmaatschap van de vereniging van ambtenaren waardoor hij is benoemd, vervalt, houdt op lid van de commissie te zijn.

De verenigingen, welke van de bevoegdheid tot aanwijzing van leden en plaatsvervangende leden gebruik hebben gemaakt, doen aan de minister mededeling van de door haar aangewezen leden en plaatsvervangende leden.

Voordat het bevoegde gezag de beslissing neemt, behandelt de commissie in bespreking met de door de minister daartoe aangewezen vertegenwoordigers alle aangelegenheden betreffende de rechtstoestand van de ambtenaren van Sint Maarten.

• 1.

  De commissie behandelt de in artikel 3 bedoelde aangelegenheden welke haar worden voorgelegd, zo spoedig mogelijk nadat zij de daartoe betrekkelijke stukken heeft ontvangen.

• 2.

  De minister kan voor de behandeling van elke aangelegenheid de ambtenaren aanwijzen, die het bevoegde gezag hierbij zullen vertegenwoordigen en doet van deze aanwijzing mededeling aan de voorzitter van de commissie.

De commissie is bevoegd de minister voorstellen te doen met betrekking tot de in artikel 3 bedoelde aangelegenheden betreffende de rechtstoestand van de ambtenaren.

• 1.

  De commissie vergadert op de plaats, de dag en het uur door de voorzitter te bepalen.

• 2.

  De commissie vergadert voorts zo dikwijls het door meer dan de helft van de leden schriftelijk, met opgave van redenen, wordt aangevraagd.

• 1.

  Nadat de commissie de haar voorgelegde onderwerpen heeft behandeld, stelt zij haar advies vast, hetwelk door de voorzitter – onder terugzending van de stukken – schriftelijk ter kennis van de minister wordt gebracht.

• 2.

  Zij die gevoelens hebben uitgebracht, afwijkende van die van de meerderheid en zich hebben voorbehouden afzonderlijke adviezen te overleggen om te worden gevoegd bij het advies van de commissie, zijn verplicht die adviezen ondertekend zo tijdig aan de secretaris van de commissie ter hand te stellen, dat de inzending van het advies van de commissie daardoor generlei vertraging ondergaat.

• 3.

  Indien de stemmen over het voorstel staken, wordt hetgeen voor en tegen het voorstel is aangevoerd, ter kennis van de minister gebracht.

• 1.

  Van de inzake de in de commissie behandelde aangelegenheden als bedoeld in artikel 3, door het bevoegde gezag genomen beslissing, wordt aan de commissie mededeling gedaan.

• 2.

  Ingeval wordt afgeweken van het advies van de commissie, brengt de minister binnen een maand de redenen, welke hebben geleid tot het nemen van een afwijkende beslissing ter kennis van de commissie.

• 1.

  De commissie stelt desgewenst een reglement van orde voor de te houden vergaderingen en besprekingen vast.

• 2.

  De secretaris maakt een verslag op, inhoudende een beknopte samenvatting van het in de vergadering verhandelde. Met wederzijds goedvinden kunnen deze verslagen openbaar worden gemaakt.

[vervallen]

• 1.

  Deze landsverordening kan worden aangehaald als “Landsverordening Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken” en treedt in werking met ingang van de dag na die van haar afkondiging.

• 2.

  [vervallen]