Organisatie | Olst-Wijhe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning Olst-Wijhe 2012 |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning Olst-Wijhe 2012 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Verordening maatschappelijke ondersteuning Olst-Wijhe, art. 3
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2012 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 01-05-2012 Huis-aan-Huis, 30-05-2012 | Collegestuk: 12.009965 |
Het gemeentelijk modelbesluit maatschappelijke ondersteuning is bedoeld om alle bedragen in op te nemen. Dit is van belang omdat bedragen tenminste één maal per jaar gewijzigd worden doordat zij trendmatig worden aangepast. Een Besluit wordt vastgesteld door burgemeester en wethouders. Opname in de verordening betekent dat de verordening jaarlijks vanwege trendmatige verhogingen door de Raad moet worden vastgesteld.
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In dit Besluit wordt verstaan onder:
Persoongebonden budget (PGB): een geldbedrag waarmee de aanvrager één of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan verwerven en waarop de regels van de Verordening en het besluit van toepassing zijn;
i.Budgethouder: een persoon aan wie ingevolge de Verordening een persoonsgebondenbudget is toegekend en die aan het college verantwoording over de besteding van het persoonsgebonden budget verschuldigd is;
j.Huishoudelijke verzorging, categorie 1 (HV1): huishoudelijke werkzaamheden, bijvoorbeeld stof afnemen, afwassen, opruimen, ramen zemen, sanitair schoonmaken, verzorgen van de was, bed opmaken, verzorgen van planten en huisdieren en het bereiden van de maaltijd;
k.Huishoudelijke verzorging, categorie 2 (HV2): de werkzaamheden van HV1 plus deorganisatie van de huishouding in verband met chronische ziekte of beperkingen en/of het verzorgen en opvangen van jonge kinderen in verband met uitval van de primaire verzorger(s) en afwezigheid van informele zorg;
Het college van burgemeester en wethouders legt alle bedragen voor te verstrekken individuele voorzieningen vast in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Olst-Wijhe.
Artikel 3: Systematiek eigen bijdrage en eigen aandeel
De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage of eigen aandeel zijn gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning, Stb.2006 nr. 450, artikel 4.1, lid 1, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Artikel 4: Systematiek persoonsgebonden budget
De bedragen voor een persoonsgebonden budget voor een zaak, worden bepaald als tegenwaarde van de zaak die de aanvrager op dat moment ontvangen zou hebben als de zaak in natura zou zijn verstrekt. Was dat een niet nieuwe voorziening geweest, dan wordt de tegenwaarde daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte afschrijvingstermijn. Voor voorzieningen uit het met de leverancier afgesproken kernassortiment is hiervoor een overzicht opgesteld. Zie hiervoor de bijlagen. De genoemde bedragen zijn jaarlijks aan indexatie onderhevig. Daarnaast zijn genoemde bedragen onderhevig aan verandering van bedragen naar aanleiding van een aanbestedingstraject.
Was de naturaverstrekking een nieuwe voorziening geweest, dan wordt de tegenwaarde daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering. Zie hiervoor de bijlagen. De genoemde bedragen zijn jaarlijks aan indexatie onderhevig. Daarnaast zijn genoemde bedragen onderhevig aan verandering van bedragen naar aanleiding van een aanbestedingstraject.
Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van de aanvrager.
Verstrekking van een budget als bedoeld in het eerste lid vindt niet plaats indien:
Tot maximaal vijf jaar na uitbetaling van het persoonsgebonden budget voor huishoudelijkeverzorging, moet de budgethouder rekening houden met controle door het college naar debesteding van het persoonsgebonden budget en moet de budgethouder hiervoor van belangzijnde stukken beschikbaar houden.
Het persoonsgebonden budget voor een eenmalige voorziening wordt door de budgethouder na aanschaf van of besteding aan de voorziening aan het college verantwoord.
Voor zover het een persoonsgebonden budget voor een periodieke voorziening betreft, controleert het college steekproefsgewijs. Tenminste 10% van de PGB-uitgaven wordtjaarlijks gecontroleerd.
Na de in het vierde en vijfde lid genoemde controle wordt door het college
beoordeeld of er aanleiding bestaat het persoonsgebonden budget geheel of gedeeltelijk terug te vorderen of te verrekenen.
Bij verstrekking van het persoonsgebonden budget is de budgethouder verplicht in iedergeval de volgende stukken op verzoek te verstrekken:
Bij huishoudelijke verzorging:
Bij overige individuele voorzieningen
De financiële tegemoetkoming of het persoonsgebonden budget voor het aanschaffen verwijderen van een woonvoorziening wordt vastgesteld als tegenwaarde van het bedrag zoalsvermeld in de door het college geaccepteerde offerte.
Als de particuliere aanvrager tevens de woningeigenaar is, dan is aanvrager verplicht tweeoffertes in te dienen.
Het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van detegenwaarde van de aanschafprijs van de goedkoopst-adequate voorziening, indien nodigverhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie, op te vragen bij de huisleverancier.
Het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen, wordt vastgesteld op basis van detegenwaarde van de huurprijs van de goedkoopst adequate voorziening inclusief onderhouden reparatie zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald.
Het verstrekken van de financiële tegemoetkoming betreft alleen de periode dat de woonruimte van de aanvrager ten gevolge van het verrichten van een woningaanpassing niet bewoond kan worden en daardoor voor dubbele woonlasten komt te staan. De tegemoetkoming wordt alleen verleend als de aanvrager redelijkerwijs niet had kunnen voorkomen dat hij deze dubbele woonlasten zou hebben.
De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van huurderving bedraagt dewerkelijke kosten gedurende maximaal zes maanden waarbij de eerste twee maanden niet inaanmerking komen voor een tegemoetkoming. Voorwaarde voor het verstrekken van de
tegemoetkoming is dat de woning voor meer dan €4.538,- moet zijn aangepast.
De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, keuring en reparatievan woonvoorzieningen bedraagt de werkelijke kosten waarbij de frequentie van onderhoud enkeuring aan leverancier en gemeente wordt voorbehouden.
Bij verkoop binnen 5 jaar dient het bedrag, dat het gevolg is van de meerwaarde van de woning door de aanpassing, aan het college moet worden terugbetaald.
Het afschrijvingsschema luidt als volgt:
Artikel 5: Eigen bijdrage en eigen aandeel
Een eigen bijdrage wordt gevraagd bij de inzet van huishoudelijke verzorging, vervoersvoorzieningen en woonvoorzieningen van niet bouwkundige aard.
Een eigen aandeel wordt gevraagd bij de inzet van woonvoorzieningen van bouwkundige aard.
Omvang van de eigen bijdrage is gelijk aan de maximaal verschuldigde eigen bijdrage op grondvan artikel 4.1 lid 1 en artikel 4.5 van het Besluit maatschappelijk ondersteuning dat door de Minister is vastgesteld.
De eigen bijdrage bedraagt maximaal de kostprijs van de voorziening inclusief onderhoud. (zie overzicht van de kostprijzen in de bijlage 2)
Indien de voorziening bestaat uit het verschaffen in eigendom van een roerende zaak dan wel een bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning die in eigendom is van de aanvrager, wordt gedurende maximaal 39 perioden van vier weken een eigen bijdrage in rekening worden gebracht dan wel bij de vaststelling van de hoogte van de financiële tegemoetkoming gedurende maximaal die periode een met toepassing van de daarvoor geldende regels berekende bedrag in de vorm van een eigen aandeel in mindering worden gebracht.
De eigen bijdrage voor huishoudelijke verzorging wordt zowel voor een verstrekking in natura als voor verstrekking in de vorm van een persoonsgebonden budget vastgesteld conform artikel 2.
Een overzicht van kostprijzen en afschrijvingstermijnen van voorzieningen is opgenomen in de bijlagen.
Geen eigen bijdrage, als bedoeld in artikel 2, is verschuldigd over de forfaitaire financiële tegemoetkomingen voor:
Artikel 6: Bedragen Huishoudelijke verzorging
De bedragen voor een persoonsgebonden budget voor de huishoudelijke verzorging zijn:
Ad a: huishoudelijke verzorging verzorgd door een particulier. Het bedrag is gebaseerd op FWG schaal 20 periode 5 van de CAO Verpleging Verzorging en Thuiszorg 2010-2012 inclusief 8% vakantietoeslag. Het bedrag is aan indexatie onderhevig;
Ad b: huishoudelijke verzorging verzorgd door een Zelfstandige Zonder Personeel (ZZP’er), voorheen de Alfahulp. Het bedrag is gebaseerd op de servicediensten van Carinova. Het bedrag is gemaximeerd. Dit om marktwerking te stimuleren;
Ad c: hulp bij het huishouden, door een persoon die daarvoor is opgeleid, werkzaam voor een instelling met HKZ keurmerk. De cliënt in kwestie heeft overzicht en regie over het voeren van het huishouden. Het bedrag is gemaximeerd. Dit om marktwerking te stimuleren;
Ad d: Als hierboven. De cliënt in kwestie heeft geen overzicht en regie over het voeren van het huishouden. Het bedrag is gemaximeerd. Dit om marktwerking te stimuleren;
Genoemde bedragen zijn aan indexatie onderhevig. Daarnaast zijn genoemde bedragen onderhevig aan verandering van bedragen naar aanleiding van de resultaten van een aanbestedingstraject.
Artikel 7: Bedragen Vervoersvoorzieningen
Forfaitaire financiële tegemoetkomingen
De forfaitaire financiële tegemoetkomingen voor een vervoersvoorziening zijn:
Artikel 8: Bedragen woonvoorzieningen
De forfaitaire financiële tegemoetkoming voor de verhuis- en inrichtingskosten bedraagt maximaal € 2252,-. De vergoeding is geldig tot 18 maanden na dagtekening beschikking.
Het bedrag waarboven het primaat van de verhuizing wordt gehanteerd bedraagt €10.000,-
Het bedrag staat voor de duur van 5 jaar. Indien er extra kosten moeten worden gemaakt met betrekking tot dezelfde woning binnen deze periode worden deze kosten bij de initiële kosten opgeteld. Dit om te voorkomen dat bij elke nieuwe aanvraag opnieuw de grens van €10.000,- kan worden gehanteerd.
De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting bedraagt de werkelijke kosten met een maximum van zes maanden.
De volgende kostenposten bij het aanpassen van een woning komen in aanmerking:
Het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in Standaard voorwaarden (SR) 1997 van de Bond van Nederlandse Architecten. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld worden deze kosten subsidiabel geacht. Het betreft dan veelal de ingrijpender woningaanpassingen.
Bij het vergroten van de woning wordt verlangd dat de eigenaar van de woning zijn opstalverzekering aan de hogere herbouwwaarde van de woning aanpast.
Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning Olst-Wijhe 2012;
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2012 met gelijktijdige intrekking van het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Olst-Wijhe 2012 wat op 21 december 2011 is vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.
Bijlage 1: Maximale eigen bijdrage per type voorziening
Per voorziening is een maximale periodebijdrage berekend.
Voor nieuwe voorzieningen geldt de volgende formule:
Voor depotmiddelen geldt de volgende formule: