Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT ter uitvoering van artikel 8, sub d, van de Organisatie- en Beheersverordening Brandweer |
Citeertitel | Reglement voor het examen brandbestrijding voor de rang van brandwacht |
Vastgesteld door | regering |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | brandweer |
De bijlage is niet gepubliceerd
Organisatie- en Beheersverordening Brandweer, artikel 8
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | geconsolideerde tekst (GT) | 21-02-2013 AB 2013, GT no. 13 | n.v.t | ||
06-02-1979 | nieuwe regeling | 19-01-1979 AB 1979, no. 1 | n.v.t. |
In geval van ontstentenis van de voorzitter van de commissie en van diens plaatsvervanger ten tijde van het examen, is de voorzitter bevoegd een lid van de commissie aan te wijzen die, ten aanzien van de geregelde gang van zaken tijdens het examen, met het waarnemen van de voorzittersfunctie is belast.
Het examen bestaat uit de delen I, II en III. Het deel I omvat opdrachten tot praktische verrichtingen door een kandidaat, alsmede vragen betreffende de theorie. Het deel II omvat opdrachten tot praktische verrichtingen door twee kandidaten, werkzaam in ploegverband, alsmede vragen betreffende de theorie aan ieder van de twee kandidaten afzonderlijk. Het deel III omvat opdrachten betreffende uitvoering van de exercitie door ten minste twee en ten hoogste acht kandidaten.
Bij de delen I, II en III van het examen wordt beoordeeld of de kandidaat:
voldoende kennis heeft van de onderwerpen organisatie, inwendige dienst, verbranding en blussing en bluswatervoorziening, alsmede van de theoretische onderdelen van de onderwerpen materieel en repressieve brandbestrijding, gelijk de onderwerpen zijn omschreven in het bij dit reglement behorende leerstofprogramma (bijlage 1);
De voorzitter van de commissie stelt het door de kandidaat voor dit deel behaalde aantal voldoendes (V’s) vast door het gemiddelde te nemen van het ingevolge het vorig lid toegekende aantal voldoendes (V’s). Indien het gemiddelde een gebroken getal is, wordt een half naar boven op een geheel getal afgerond.
De voorzitter van de commissie stelt het door de kandidaat voor dit deel behaalde aantal voldoendes (V’s) vast door het gemiddelde te nemen van het ingevolge het vorige lid toegekende aantal voldoendes (V’s). Indien het gemiddelde een gebroken getal is, wordt een half naar boven op een geheel getal afgerond.
De voorzitter van de commissie stelt het door de kandidaat voor dit deel behaalde aantal voldoendes (V‘s) vast door het gemiddelde te nemen van het ingevolge het vorige lid toegekende aantal voldoendes (V’s). Indien het gemiddelde een gebroken getal is, wordt een half naar boven op een geheel getal afgerond.
Indien het bedrog of de onregelmatigheid, bedoeld in het vorige lid, wordt ontdekt nadat het examen gedurende hetwelk het bedrog of de onregelmatigheid is gepleegd, is beëindigd, kan de voorzitter van de commissie in verband daarmee besluiten dat de kandidaat niet aan de eisen welke voor het examen zijn gesteld, heeft voldaan.