De Raad van de gemeente Uden;
gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders d.d. 15
augustus 2006;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
b e s l u i t
vast te stellen de
Subsidieverordening duurzame energie 2006
Artikel 1. Begripsbepaling
- 1.
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
College : het College van burgemeester en wethouders;
- b.
DE-voorziening : een duurzame energievoorziening in de vorm van
PV-cellen, een zonneboiler(systeem), kleinschalige
windtoepassing of een voorziening voor koude- en warmteopslag,
die zich bevindt in de gemeente Uden;
- c.
EPC : Energie Prestatie Coëfficiënt: het theoretisch berekende
energieverbruik van een gebouw aan de hand van een genormeerde
berekening, waarbij rekening wordt gehouden met het
energieverbruik voor verwarming (isolatie en ventilatie),
koeling, bevochtiging, ventilatoren, pompen, warm tapwater en
verlichting bij een bepaald gebruikersgedrag;
- d.
EPN : de Energie Prestatie Norm in de zin van de Regeling
Bouwbesluit 2003;
- e.
kleinschalige windtoepassing : windtoepassing in de vorm van
kleine verticale of horizontale turbines voor in de bebouwde
omgeving, op daken en dergelijke;
- f.
netgekoppelde PV-cellen : panelen ten behoeve van het opwekken
van elektriciteit, uitgezonderd wildroosters en openbare
verlichting, welke nagelvast zijn bevestigd op of aan een of
meer percelen, openbare verlichting of gebouwen die zich
bevinden in de gemeente Uden;
- g.
koude- en warmteopslag : duurzame energie in de vorm van
energieopslag, waarbij warmte in het ene seizoen in een buffer
wordt opgeslagen en in een kouder seizoen wordt gebruikt of
omgekeerd;
- h.
zonneboiler : een boiler met een opbrengst van 3 of meer
gigajoule, aangebracht en geleverd door een derde, zijnde een
ondernemer erkend conform REW1994 of REG 1994, bestemd voor het
verwarmen van tapwater met behulp van zonlicht, waarbij de
opbrengst wordt bepaald volgens NPR 7976 Bepaling van de
energetische opbrengst van zonneboilers of het
EnergiePrestatieKeur voor zonneboilers (EPK).
- 2.
Bij de behandeling van een aanvraag wordt de EPN gehanteerd die geldt op
de datum van ontvangst van de aanvraag.
Artikel 2. Subsidie
- 1.
Het College kan aan een natuurlijk persoon die eigenaar is van een
bestaande of nieuwe woning en aan een non-profitinstelling op aanvraag
een subsidie verstrekken in de kosten van het realiseren van een
DE-voorziening in de gemeente Uden.
- 2.
Een onderneming wordt niet als non-profitinstelling aangemerkt. Wel als
non-profitinstelling worden aangemerkt een toegelaten instelling in de
zin van de Woningwet en een vereniging van eigenaren.
- 3.
Geen of een lagere subsidie wordt verstrekt voor zover op grond van
enige andere wettelijke regeling of privaatrechtelijke verbintenis een
bijdrage kan worden verkregen.
Artikel 3. Subsidiebudgetten en -bedragen
- 1.
Per jaar geldt een subsidieplafond van € 10.000,00.
- 2.
De subsidie bedraagt voor een particuliere eigenaar van een woning:
- a.
voor de aanschaf en installatie van PV-cellen op de eigen
woning: eenmalig een bedrag van € 2,00 per watt-piek met een
maximum van € 1.600,00;
- b.
voor de aanschaf en installatie van een zonneboiler op de eigen
woning: eenmalig een bedrag van € 300,00;
- c.
voor de aanschaf van een kleinschalige windenergie-installatie:
eenmalig een bedrag van € 500,00 per kilowatt geïnstalleerd
vermogen;
- d.
voor de aanschaf van een installatie ten behoeve van koude- en
warmteopslag: eenmalig een bedrag van € 500,00 per installatie
per huishoudequivalent.
- 3.
De subsidie bedraagt voor een non-profitinstelling:
- a.
voor de aanschaf en installatie van PV-cellen:
eenmaligeen bedrag van € 2,00 per watt-piek;
- b.
voor de aanschaf en installatie van een zonneboilersysteem:
eenmalig een bedrag van € 35,00 per gigajoule
jaaropbrengst;
- c.
voor de aanschaf van een kleinschalige windenergie-installatie:
eenmalig een bedrag van € 500,00 per kilowatt geïnstalleerd
vermogen;
- d.
voor de aanschaf van een installatie ten behoeve van koude- en
warmteopslag: eenmalig een bedrag van € 500,00; dit bedrag kan
worden verhoogd naar rato van het aantal installaties en
huishoudequivalenten.
- 4.
De subsidie bedraagt maximaal € 5.000,00.
- 5.
Een aanvrager kan per kalenderjaar slechts één aanvraag indienen. De
aanvraag kan meerdere voorzieningen betreffen.
Artikel 4. Eisen
- 1.
In geval van een duurzame energievoorziening met netgekoppelde systemen
dient de aansluiting op het elektriciteitsnet te voldoen aan de door
elektriciteitsleverancier en EnergieNed gehanteerde richtlijnen.
- 2.
Netgekoppelde systemen dienen te voldoen aan NEN 1010 en aan de door
EnergieNed opgestelde Richtlijn voor de elektrische installatie van
netgekoppelde PV-systemen, dan wel de op enig tijdstip geldende opvolger
van deze richtlijn.
- 3.
Alle voorzieningen die meer dan 450 watt opleveren, moeten zijn
aangebracht door een vakkundig bedrijf. Voor installatiewerkzaamheden
dient een erkende installateur conform REI 1994 de installatie ten
minste op veiligheid te hebben gecontroleerd.
- 4.
Om voor een subsidie voor een DE-voorziening in of aan een nieuw gebouw
in aanmerking te komen, moet de aanvrager met een berekening van de EPC
aantonen dat aan de EPN wordt voldaan ook zonder dat de voorziening
daarin is meegenomen.
- 5.
Voor de vaststelling van de subsidie moet de aanvrager aantonen dat tot
het aanschaffen en installeren van de DE-voorziening separaat opdracht
is verleend en moet hij daarvan een afzonderlijk betalingsbewijs
overleggen.
Artikel 5. Indienen aanvraag
Een aanvraag om verlening van een subsidie moet worden ingediend voordat met
het installeren van de voorziening is gestart.
Artikel 6. Behandeling aanvraag
- 1.
Aanvragen worden toegewezen in de volgorde waarin zij zijn ontvangen.
Voor onvolledige aanvragen geldt als datum van ontvangst die waarop de
aanvraag is aangevuld.
- 2.
Het College beslist op een aanvraag binnen 13 weken na ontvangst. Deze
termijn kan eenmaal met ten hoogste eenzelfde termijn worden verlengd.
Van deze verlenging wordt de aanvrager schriftelijk in kennis
gesteld.
Artikel 7. Afwijzen subsidie
- 1.
De subsidie wordt geweigerd, indien:
- a.
de aanvraag niet voldoet aan hetgeen bij of krachtens deze
verordening is bepaald;
- b.
het subsidieplafond zou worden overschreden;
- c.
de aanvrager failliet is verklaard of aan de aanvrager
(voorlopige) surséance van betaling is verleend;
- d.
gegronde vrees bestaat dat de aanvrager de voorgenomen
voorziening niet of niet naar behoren zal realiseren.
- 2.
De subsidie kan voorts worden geweigerd, indien de te realiseren
voorziening van onvoldoende kwaliteit of onvoldoende veilig is, dan wel
indien deze in onvoldoende mate bijdraagt aan de toepassing van duurzame
energie in de gemeente Uden.
Artikel 8. Verplichtingen na toekenning
- 1.
De voorziening waarvoor de subsidie is verstrekt, moet binnen tien
maanden na de dagtekening van het besluit tot het verlenen van de
subsidie zijn gerealiseerd en in gebruik genomen.
- 2.
De voorziening moet ten minste vijf jaar in stand worden gehouden, te
rekenen vanaf de dagtekening van het besluit tot het vaststellen van de
subsidie.
Artikel 9. Controle
Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening
bepaalde zijn belast de door het College aangewezen ambtenaren.
Artikel 10. Vaststelling subsidie
Een aanvraag om vaststelling van de subsidie moet worden ingediend binnen
twee maanden nadat de voorziening is gerealiseerd en in gebruik genomen.
Artikel 11. Slotbepaling
- 1.
Deze verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening duurzame
energie 2006.
- 2.
Zij treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt
en vervalt per 1 januari 2009.
- 3.
DeBeleidsregel subsidiëring zonneboilers en zonnepanelen wordt
ingetrokken.
Inhoudsopgave Blz.
Artikel 1. Begripsbepaling 1
Artikel 2. Subsidie 2
Artikel 3. Subsidiebudgetten en -bedragen 2
Artikel 4. Eisen 2
Artikel 5. Indienen aanvraag 3
Artikel 6. Behandeling aanvraag 3
Artikel 7. Afwijzen subsidie 3
Artikel 8. Verplichtingen na toekenning 3
Artikel 9. Controle 3
Artikel 10. Vaststelling subsidie 4
Artikel 11. Slotbepaling 4