Subsidieverordening emancipatie

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

• 1.

  Emancipatie: het zelfbewustzijn van vrouwen en mannen als individu en als groep ontwikkelen ter doorbreking van rolbeperkingen voor vrouwen en mannen, gericht op het veranderen van situaties waarin sprake is van een ongerechtvaardigd verschil in behandeling tussen vrouwen en mannen en gericht op het veranderen van maatschappelijke structuren en verhoudingen die belemmeringen en achterstanden veroorzaken.

• 2.

  Organisatie: een stichting of vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die tenminste een jaar bestaat.

• 3.

  Lid: een persoon die op 1 januari van het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd bij de vereniging geregistreerd staat, contributie betaalt en actief deelneemt aan de activiteiten van de vereniging.

• 4.

  Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies.

Artikel 2 Activiteiten

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van deze verordening, aan een organisatie subsidie verlenen voor activiteiten in het kader van emancipatie.

Artikel 3 Subsidieplafond

• 1.

  Voor emancipatie geldt een subsidieplafond.

• 2.

  Het subsidieplafond wordt jaarlijks in de gemeentebegroting opgenomen.

Artikel 4 De aanvraag

• 1.

  Een vereniging dient de aanvraag uiterlijk 1 april in van het jaar waarvoor de subsidie wordt gevraagd.

• 2.

  Voor een stichting gelden voor de aanvraag de bepalingen van afdeling 4.2.8, § 4.2.8.2 van de Algemene wet bestuursrecht met uitzondering van artikel 4:60 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 5 Aanvraagbescheiden

De aanvraag voor een vereniging gaat vergezeld van:

• a.

  een begroting met de te verwachten inkomsten en uitgaven, voor het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

• b.

  een balansoverzicht per 31 december van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

• c.

  een activiteitenplan;

• d.

  een afschrift van de oprichtingsakte dan wel van de statuten zoals deze laatstelijk zijn gewijzigd, voor zover niet reeds eerder overgelegd;

• e.

  een opgave van de bestuurssamenstelling, voor zover niet reeds eerder overgelegd;

• f.

  een ledenlijst van de vereniging per 1 januari van het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 6 Subsidiegrondslagen

• 1.

  Voor stichtingen die onder deze verordening vallen, bedraagt de subsidie een jaarlijks per stichting bij de begrotingsbehandeling door de gemeenteraad vast te stellen bedrag waarvoor een stichting maximaal in aanmerking kan komen.

• 2.

  Voor een vereniging bedraagt de subsidie:

  • a.

    een jaarlijks bij de begrotingsbehandeling door de gemeenteraad vast te stellen basisbedrag;

  • b.

    een jaarlijks bij de begrotingsbehandeling door de gemeenteraad vast te stellen bedrag per lid vermenigvuldigd met het aantal leden van de vereniging.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag van inwerkingtreding van de Algemene subsidieverordening.

Artikel 8 Overgangsbepalingen

De “Algemene subsidieverordening sociaal-cultureel werk van de gemeente Borne van 19 december 1985, gewijzigd 21 december 1989 en 16 december 1993”, de “Verordening regelende de subsidiëring voor de diverse werksoorten op het terrein van het sociaal-cultureel werk van 19 december 1985”, de “Uitgangspunten voor het voeren van een algemeen subsidiebeleid en de daarvoor geldende procedure van 27 augustus 1992” en de “Subsidieregeling deelname HaFaBra-opleiding Stichting Algemene Muziekschool Borne van 21 juli 1994” blijven van toepassing op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze verordening ten behoeve van het jaar 2004 zijn verleend en waarvoor de vaststelling nog moet plaatsvinden. Aanvragen en subsidieverleningen ten behoeve van het jaar 2005, die zijn ingediend vóórdat deze verordening in werking trad, worden afgehandeld op basis van de nieuwe verordening.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Subsidieverordening emancipatie.