Organisatie | Barendrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel gebiedsontzeggingen artikel 2.49 APV Barendrecht |
Citeertitel | Beleidsregel gebiedsontzeggingen artikel 2.49 APV Barendrecht |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en bekendgemaakt als onderdeel van het verzamelbesluit 'Regeling implementatie Wet elektronische bekendmaking 2012\ Burgemeester en College van burgemeester en wethouders'.
Artikel 11 bevat een overgangsbepaling.
Algemene Plaatselijke Verordening Barendrecht, art. 2.49
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-06-2012 | nieuwe regeling | 26-06-2012 Blik op Barendrecht, 28-06-2012 | 344248 |
Gelezen het voorstel van de afdeling Plan(openbare orde en veiligheid van 9 februari 2010; 166249
De Burgemeester van de gemeente Barendrecht,
Het gebiedsverbod is een maatregel om de openbare orde in het aangewezen gebied te handhaven, de criminaliteit en overlast terug te dringen en bewoners hun gevoel van veiligheid terug te geven. In de gemeente Barendrecht vindt regelmatig overlast plaats van personen die veelvuldig de openbare orde verstoren en/ of zich schuldig maken aan criminaliteit. Zij zijn hier al meerdere malen op aangesproken maar desondanks is het overlastgevend gedrag niet beëindigd. De gebiedsontzegging vormt een ultimum remedium.
Ondanks al deze maatregelen blijft de overlastsituatie in bepaalde wijken van Barendrecht aanhoudend aandacht vragen. Het gedrag van genoemde personen laat zich als volgt kenschetsen: samenscholing, intimiderend groepsgedrag, handel in drugs, openlijk drugsgebruik, geweldpleging, doelloos ophouden in portieken van woningen en/of winkels, belemmering van de vrije doorgang, schreeuwen, urineren, onvoorspelbare agressiviteit en het anderszins lastigvallen van burgers. Dit gedrag brengt bij bewoners en passanten reële en concrete gevoelens van onveiligheid teweeg en laat zich naar blijkt niet veranderen door middel van politieoptreden op basis van strafrechtelijke bepalingen dan wel de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV).
Daarom is in artikel 2.49 van de APV bepaald dat de burgemeester bevoegd is om een persoon een gebiedsontzegging op te leggen in het belang van:
De gebiedsontzegging wordt opgelegd aan personen die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verrichten en éénmaal gewaarschuwd zijn door de politie. De duur van de gebiedsontzegging bedraagt maximaal acht weken en cumulatie van gebiedsontzeggingen behoort tot de mogelijkheden.
In deze beleidsregel geeft de burgemeester aan op welke wijze hij of de door of namens hem gemandateerde ambtenaren van de bevoegdheid van artikel 2.49 APV gebruik kunnen maken.
Het opleggen van een gebiedsontzegging houdt niet in dat er geen strafrechtelijk vervolg door het Openbaar Ministerie plaatsvindt tegen de gepleegde strafbare feiten.
gelet op artikel 2.49 van de Algemene Plaatselijke Verordening Barendrecht;
Beleidsregel gebiedsontzeggingen artikel 2.49 APV Barendrecht
Artikel 1 Opleggen gebiedsontzegging
Voordat een gebiedsontzegging wordt opgelegd, ontvangt een persoon die zich voor de eerste keer schuldig heeft gemaakt aan een gedraging als genoemd in onderdeel 20, een waarschuwing. In deze waarschuwing staat het beleid ten aanzien van het gebiedsontzeggingen uitgelegd. De waarschuwing wordt één keer gegeven en geldt binnen de gehele gemeente Barendrecht. Het uitreiken van de waarschuwing wordt door de politie schriftelijk vastgelegd.
Indien ten aanzien van een persoon voor de tweede maal een gedraging als bedoeld in onderdeel 20 wordt geconstateerd, wordt een verbod opgelegd om zich gedurende een in dat verbod genoemd tijdvak van 24 uur te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid waarvan de genoemde gedragingen hebben plaatsgevonden. Bij overtreding van een gebiedsontzegging wordt een proces-verbaal op grond van artikel 2.49, eerste lid, APV opgemaakt.
Aan een persoon die zich binnen 6 maanden na het opleggen van een gebiedsontzegging in hetzelfde gebied voor een volgende maal schuldig maakt aan een gedraging als genoemd in onderdeel 20 wordt - in overeenstemming met het tweede lid van artikel 2.49 APV - een verbod opgelegd, om zich gedurende het in onderdeel 22 genoemde tijdvak te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid waarvan de genoemde gedragingen hebben plaatsgevonden. Bij overtreding van een gebiedsontzegging wordt een proces-verbaal ter zake van artikel 2.49 tweede lid, APV opgemaakt.
Artikel 2 Gebiedsontzegging tot en met twee weken
Tot het geven van een gebiedsontzegging voor de duur van 24 uur of 48 uur namens de korpschef - één en ander in overeenstemming met het mandaatbesluit gebiedsontzeggingen Barendrecht - zijn bevoegd de ambtenaren, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van het Besluit algemene rechtspositie politie.
De betrokkene aan wie een gebiedsontzegging in persoon wordt uitgereikt, wordt door degene die een gebiedsontzegging uitreikt of het voorstel daartoe doet aan de burgemeester, direct in de gelegenheid gesteld zijn zienswijzen kenbaar te maken. Indien de betrokkene van die gelegenheid gebruik maakt, wordt de afgelegde verklaring door de politie schriftelijk vastgelegd.
Artikel 5 Uitreiking gebiedsontzegging en waarschuwing
Het besluit tot gebiedsontzegging wordt in persoon aan de betrokkene uitgereikt. De gedragingen waarop de gebiedsontzegging is gebaseerd, worden medegedeeld, alsmede voor welk tijdvak en gebied de ontzegging geldt. Tevens wordt een kaart uitgereikt van het gebied. Het bij het besluit behorende uitreikingsformulier wordt na uitreiking ingevuld aan de gemeente Barendrecht, afdeling Openbare orde & Veiligheid teruggestuurd.
Indien de betrokkene kan aantonen dat hij een zwaarwegend belang heeft om zich op een bepaalde plaats in het gebied op te houden, dan wordt in het besluit tot oplegging van een gebiedsontzegging een looproute opgenomen. Het is de betrokkene in dat geval slechts toegestaan om de desbetreffende locatie via de aangegeven looproute te bereiken. Of iemand een zwaarwegend belang heeft om zich in het gebied op te houden, zal door betrokkene zelf moeten worden aangetoond. Doorgaans zal het daarbij gaan om belangen in de persoonlijke sfeer, zoals wonen, werken, het bezoek aan een huisarts, advocaat of hulpverleningsinstantie.
Artikel 7 Dossiervorming en verslaglegging
De politie legt bij gebiedsontzeggingen middels een proces-verbaal van bevindingen alle bij de politie bekende en geregistreerde gedragingen van de verdachte vast. Dit met doel om een totaalbeeld van de gedragingen van de verdachte te schetsen en de rechtbank inzicht te geven in de wijze van totstandkoming van de bevelen.
Indien binnen een termijn van zes maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van de gewijzigde instructie een of meerdere gebiedsontzeggingen aan een persoon zijn opgelegd, dan is de duur van de volgende gebiedsontzegging afhankelijk van de langstdurende opgelegde gebiedsontzegging binnen die zes maanden.